Samenvatting bedrijfseconomie voor het besturen van organisatie
A. Heezen
6e editie
Bevat een samenvatting van de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 4 Kosten en kostensoorten .................................................................................................... 2
Hoofdstuk 5 Kostprijsberekening ............................................................................................................ 7
Hoofdstuk 6 integrale kostprijsmethode en variabele kosten- calculatie ............................................ 11
Hoofdstuk 9 vermogensbehoefte.......................................................................................................... 13
Hoofdstuk 10 vormen van eigen vermogen .......................................................................................... 17
Hoofdstuk 11 vormen van vreemd vermogen ...................................................................................... 22
Hoofdstuk 12 analyse van de financiële structuur ................................................................................ 27
Hoofdstuk 13 waardering en resultaatbepaling.................................................................................... 34
Hoofdstuk 14 externe verslaglegging .................................................................................................... 38
1
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke manier dan ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
,Hoofdstuk 4 Kosten en kostensoorten
Kosten: kosten zijn aan perioden, functies of producten toegerekende (toekomstige) gelduitgaven,
die verband houden met de opoffering van productiemiddelen
Voorbeelden:
• Afschrijvingskosten
• Voorzieningen (onderhoudskosten)
• Verzekeringskosten
Opbrengsten: opbrengsten zijn aan perioden, producten enzovoort toegerekende (toekomstige)
geldontvangsten die verband houden met de verkoop van producten of levering van diensten.
Kosten van een product
Verschillende mogelijkheden t.a.v. prijs waarmee hoeveelheden vermenigvuldigd worden:
• Prijs die betaald is bij aanschaf (historische uitgaafprijs)
• Prijs die betaald zou worden als productiemiddel vervangen moet worden
(vervangingswaarde)
• Prijs die ontvangen zou worden als het productiemiddel op het moment waarop de kosten
worden berekend, zou worden verkocht (opbrengstwaarde)
In het algemeen wordt de laagste van de drie hiervoor genoemde prijzen gebruikt om de
geldswaarde van de opgeofferde productiemiddelen te berekenen = minimumwaarderingsregel
Kostenindelingen
• Wijze waarop hoogte kosten reageert op verandering in productieomvang of dienstverlening
o Vaste en variabele kosten
• Relatie tussen het ontstaan van de kosten en een bepaald product
o Directe en indirecte kosten
• De verdeling van kosten naar functies binnen de organisatie waarvoor de kosten worden
gemaakt.
o Productiekosten, verkoopkosten, reclamekosten, administratiekosten (van belang
voor kostprijs en kostenbudgettering)
• De doelmatigheid van de opgeofferde waarde
o Enge kostenbegrip: doelmatige gelduitgaven
o Ruime kostenbegrip: doelmatige en ondoelmatige gelduitgaven
• De aard van de productiemiddelen
Voorraadkosten
• Opslagkosten (kosten magazijn, loonkosten magazijnpersoneel, vermogenskosten)
• Bestelkosten
• Kosten ten gevolge van diverse risico’s
Formule van Camp: √ (2x vaste bestelkosten x verbruik in een bepaalde periode
Variabele opslagkosten (incl. vermogenskosten per eenheid per periode)
Optimale bestelgrootte hangt af van 3 factoren:
1. Vaste bestelkosten per bestelling
2. Het verbruik (afzet) gedurende een bepaalde periode
3. De variabele opslagkosten over dezelfde periode waarover het verbruik wordt gemeten
Economische voorraad = technische voorraad + voorinkopen – voorverkopen
2
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke manier dan ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
,Kosten van arbeid
Beloningssystemen:
• Stukloon: werknemer ontvangt een vast bedrag per geleverde prestatie
• Tijdloon: werknemer ontvangt vaste vergoeding per periode
• Premieloonstelsel: combinatie tijdloon en stukloon. Vast basisuurloon en premie als
geleverde prestatie een bepaalde norm overtreft.
• Winstdelingsregeling: naast tijdloon deel winst van de onderneming
• Bonusregeling: extra betaling bij behalen bepaalde doelstellingen
Uurtarief loonkosten: totale arbeidskosten / totale aantal door te berekenen (productieve) uren
De volgende loonkosten hangen samen met de primaire arbeidsvoorwaarden:
• De brutobeloning
• De werkgeverslasten in verband met de (wettelijke) sociale verzekeringen
De volgende loonkosten hangen samen met de secundaire arbeidsvoorwaarden
• Reis- en verblijfskosten
• Studiekostenvergoeding
• Kinderopvang
• Kosten van de auto van de zaak
• Overige vergoedingen (dienstkleding, computer telefoonkosten, inrichting thuiwerkplek)
Overige loonkosten
• Kosten van werving en selectie
• Kosten van ziekte (preventie, premie werkgeversrisico, bonus/malusregeling van de WAO,
kosten van ziektevervanging)
• Kosten van catering
• Kosten van het personeelsfonds
• Diverse andere kosten (fitness, lagere hypotheekrente)
Kosten van duurzame productiemiddelen
Duurzaam productiemiddel (DPM) gaat meer dan één jaar mee en kunnen we zien als een voorraad
prestaties (werkeenheden).
De kosten van het duurzame productiemiddel (DPM) berekenen we per werkeenheid. Bestaat uit:
• Complementaire kosten (loon chauffeur, brandstofkosten, onderhoudskosten)
• Vermogenskosten
• Afschrijvingskosten (totale waardedaling DPM wordt verdeeld over de totale
productieomvang tijdens de levensduur. Eerst moet levenduur DPM vastgesteld worden.)
3
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke manier dan ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
, Onderscheid technische en economische levensduur
Technische levensduur
1. Absolute technische levensduur: bereikt als DPM technisch niet meer in staat is producten
voort te brengen
2. Relatieve technische levensduur: bereikt als DPM niet meer in staat is producten te maken in
de gewenste hoeveelheid en/of kwaliteit.
Voor berekening afschrijvingskosten per werkeenheid is de economische levensduur van belang
De economische levensduur van een DPM is die levensduur waarbij de kosten per werkeenheid
minimaal zijn.
Kosten per werkeenheid berekenen
Waardedaling in euro’s (Cumulatief)
+
Complementaire kosten (cumulatief)
=
Totale kosten
Aantal werkeenheden
Kosten per werkeenheid = Totale kosten / aantal werkeenheden
Beschikbaar voor afschrijvingen: aantal werkeenheden x kostprijs werkeenheden en
complementaire kosten (positief verschil tussen geldswaarde werkeenheden en de complementaire
kosten)
Andere methode om economische levensduur te bepalen is het vergelijken van de directe en
indirecte opbrengstwaarde.
Indirecte opbrengstwaarde = nettowaarde van de werkeenheden van een DPM plus de restwaarde
Directe opbrengstwaarde = waarde van het DPM bij verkoop
Op het moment dat de directe opbrengstwaarde meer bedraagt dan de indirecte, wordt het DPM
afgestoten en is de economische levensduur bereikt.
Als de netto geldwaarde daalt kiezen voor afschrijvingsmethode waarbij de som van de
afschrijvingen en vermogenskosten afnemen naarmate de leeftijd van dpm toeneemt
Als netto geldwaarde constant is, zijn de afschrijving en vermogenskosten ook constant
Afschrijvingsmethoden
1. Vermogenskosten worden afzonderlijk berekent nadat de afschrijvingen zijn vastgesteld
(afschrijven met vast percentage van aanschafwaarde en afschrijven met vast percentage
van boekwaarde)
2. Afschrijvingsmethode waarbij afschrijving- en vermogenskosten gelijktijdig bepaald worden
(gelijkblijvende annuïteit)
Kosten van grond. Functies:
1. Vestigingsplaats van de onderneming
2. Leverancier van agrarische producten
3. Een voorraad delfstoffen die ontgonnen kan worden
Bij vermogenskosten moet uitgegaan worden van vervangingswaarde van grond
4
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke manier dan ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ljm94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.