Samenvatting van de kennisclips + het boek betreffende de hoofdstukken die getoetst werden op het tentamen.
De samenvatting is van H1, H5, H6, H7, H8 + jurisprudentie
Ermes/Haviltex, Portacabin, Blauuboer/Berlips, Kelderluik, Quint te Poel en Hofland en Hennis
Privaatrecht = Het privaatrecht omvat regels voor de rechtsverhouding
tussenburgers onderling. Hierbij spelen de privébelangen van de burgers een
grote rol. Omdat de burger centraal staat noemen we het ook wel burgerlijk of
civiel recht.
‼️‼️‼️
De overheid kan ook als burger optreden in het privaatrecht.
VB: Wanneer een gemeente ambtenaar namens de gemeente in een
winkel een aantal pc’s koopt.
Het privaatrecht is onder te verdelen in verschillende soorten:
personen- en familie recht
vermogensrecht (boek 3, 5 en 6)
rechtspersonenrecht
Kennisclip 1 week 1
Privaatrecht is dus burgers onderling.
De overheid kan ook wel eens optreden binnen het privaatrecht. Bijv de
gemeenteraad die broodjes bij de bakker koopt voor een lunch.
Privaatrecht is onder te verdelen op personenrecht en het vermogensrecht.
Vermogensrecht is gericht op het vermogen van een rechtspersoon en van een
natuurlijk persoon.
Alles uit het vermogensrecht is op geld waardeerbaar.
Is er om bedoeld stoffelijk voordeel te verschaffen.
,Systeem van het recht
Internationaal recht ten opzichte van nationaal recht.
Al onze regels vallen onder nationaal recht, maar al het internationale
recht werkt door in het nationale recht.
Verschil tussen dwingend recht en aanvullend recht:
Dwingend recht: Hiervan mag niet worden afgeweken. Vaak is er een
zwakkere partij.
Aanvullend recht (regelend recht = synoniem!!!!!!!): Recht waarbij
partijen regelingen kunnen treffen. Het is een aanvulling op het dwingend
recht.
Verschil tussen objectief recht en subjectief recht:
Objectief recht: Geheel aan rechtsregels, dus alle wetsbepalingen.
o (zoals het in het wetboek staat) ongeacht het persoon, dit is wat
geldt.
Subjectief recht: Het recht als individu. Bijv het recht om je mening te
geven.
o Je kan het ontlenen aan het objectieve recht.
VB: Als je iets koopt moet het geleverd worden (objectief). Zo staat het
namelijk in de wet.
VB: Je koopt een huis. Dit moet overgedragen worden zo staat het in de
wet. (objectief ) de verkoper wil niet overdragen. Dan kan je terug naar
de wet op basis van de wet heb ik als individu het recht om mijn recht te
halen. (subjectief)
Verschil materieel recht en formeel recht.
Materieel recht: De inhoud. Het geheel van rechten en plichten
inhoudelijk.
Formeel recht: Het geheel aan handhavingsregels, procedureregels.
o Vragen als hoe moet je procederen en waar, welke termijnen?
(uitvoering)
o Ook wel hoe haal je je recht?
Rechtsbronnen (vindplaats van het recht)
wet
jurisprudentie met uitspraken en open normen zorgt het voor invulling
van de inhoud van de wet.
verdrag → Internationaalrecht is van invloed op ons nationale recht.
gewoonterecht → Het geheel van ongeschreven regels.
o 2 voorwaarden voor gewoonte recht namelijk:
Herhaling van gedrag: een bepaald gedrag moet een lange
tijd ononderbroken zijn gevolgd en zijn herhaald bij een
bepaalde groep mensen.
Rechtsnorm: het gedrag algemeen geaccepteerd moet
worden als zijnde een gewoonteregel en dat dus iedereen zich
er aan moet houden.
,
, Kennisclip 2 week 1
Privaatrecht is geregeld in het burgerlijk wetboek.
BW: doorlezen inhoudsopgave!!!
Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonenrecht → regels over de bevoegdheden voor
rechtspersonen zoals verenigingen en BV’s
Boek 3 : Vermogensrecht → startpunt voor de behandeling van de overige
boeken. Het vermogensrecht betekent alles in geld waardeerbaar.
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten → Een zaak is voor een menselijke behering
vatbaar voorwerp. (fiets, telefoon) vastpakken
o Eigendom is het belangrijkste recht op een zaak!
Boek 6: Verbintenissenrecht → vloeit voort uit boek 3, overeenkomsten
o (Art. 6: 217 BW) sluiting overeenkomst door aanbod en aanvaarding.
o Een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking en dus
op geld waardeerbaar tussen personen door bijv het aangaan van
een overeenkomst.
Boek 7 en 7A: Bijzondere overeenkomsten. → Gaat in op overeenkomsten
die vaker in de praktijk voorkomen zoals bijv koop of huur.
o A: zal ooit verdwijnen omdat het ook in andere boeken geregeld is.
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer → aanvulling op boek 6.
o Bijzondere overeenkomsten zoals personen vervoer.
Boek 9: Is er niet → was bedoeld voor rechten vanuit de menselijke geest
zoals auteursrecht
Boek 10: Internationaal privaatrecht → Regels uit verdragen
Gelaagde structuur BW:
Van algemene regels naar bijzondere regels. (VB overeenkomst: Eerst
kijken is er sprake van een overeenkomst? (boek 6) En vervolgens kijken of
het voldoet aan de voorwaarden van een arbeidsovereenkomst. (boek 7)
Er zijn dus meerdere boeken nodig om te kijken of er aan alle voorwaarden
is voldaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gvanmoort. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.48. You're not tied to anything after your purchase.