100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting EUROPESE POLITIEKE INTEGRATIE $6.44
Add to cart

Class notes

Volledige samenvatting EUROPESE POLITIEKE INTEGRATIE

 0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van het geschiedenis-deel van het vak Europese Politieke Integratie, gegeven door professor Vos. Dit zijn de volledige notities van elke les

Preview 4 out of 122  pages

  • January 17, 2025
  • 122
  • 2024/2025
  • Class notes
  • Hendrik vos
  • All classes
avatar-seller
Europese politieke integratie

Hoofdstuk 1: Theoretische benaderingen van Europese
integratie

Voor iets gezegd kan worden over de geschiedenis van Europa  eerst moeten
we theorieën bekijken


Jaren ‘40-‘50: EU- eenmaking
 Er werd iets gecreëerd dat raar was (EN nog raar is)

- EU-eenmaking: supranationale elementen
o Landen staan macht af aan iets dat BOVEN hen staat

o Normaal: landen = basiseenheden
 Bestaan naast elkaar en kunnen onderling afspraken maken

 Er bestond nog niets dat daar BOVEN stond
 Nu WEL: Europese Unie

 Raad van Europa (zie actua – lesweek 1) is dit NIET
o Dit is intergouvernementeel = afspraken tussen
regeringen
 Landen kunnen hier ten alle tijden mee
stoppen

 NAVO is dit NIET
o Dit is intergouvernementeel

- Europese Unie = vanaf het begin al supranationaal
o Landen ervaren dat bepaalde beslissingen BOVEN hen worden
beslist + kunnen worden afgedwongen

o DUS ze geven een stuk soevereiniteit af

 Er ontstaat verschillende voorspellingen, visies
o Bepaalde wetenschappers: het supranationale zal steeds
belangrijker worden
o <-> Andere wetenschappers: het supranationale zal beperkt blijven

 Er ontstonden theorieën over de verdere eenmaking van Europa
o Enkele voorbeelden
 Psychologie


1

,  Focus op mensen
 Wie komt overeen met wie?
 Focust vooral op de ontmoetingen tussen mensen

 Intergouvernementele theorie (zie hierna uitgebreider)
 Gaat ervan uit dat elk land bepaalde belangen heeft 
van daaruit wordt onderhandeld

 Op grote Europese tops: leiders van ALLE landen
komen met hun eigen belangen in gedachten samen en
proberen zo samen afspraken te maken

 DUS focus op grote Europese tops: ontmoetingen van
staats- en regeringsleiders

 Neo-functionalisme (zie hierna uitgebreider)
 Het gebeurt juist NIET op die Europese tops
o Daar moet je niet naar kijken

 Tops nemen wel beslissingen MAAR dit is een
bevestiging van iets dat op dat moment onvermijdelijk
is

 Focus op Europese Commissie en Hof van justitie
o WANT daar worden keuzes gemaakt en het is op
deze dynamieken dat je aandacht moet vestigen

 Spreken elkaar tegen MAAR vullen elkaar ook aan voor een stuk



Theorieën vanaf WOI tot kort na WOII

1. Federalisme

- Veel denkers, academici (die vaak politiek actief waren)…  droomden van
een soort federatie (~ federalisme)
o WANT nationale staten (apart) zijn NIET meer in staat om de
veiligheid van mensen te waarborgen
 WANT in Europa: ene oorlog na andere
 Als landen apart blijven: landen zullen blijven ruzie maken

 Manier om dit te verbeteren: bouwen van een Europese superstaat
o = ‘Verenigde Staten van Europa’
 Verschillende landen blijven apart bestaan MAAR worden
ondergebracht in een federatie

- <-> andere denkers: dit is een utopie!
o Mensen zullen zich hier NOOIT bij betrokken worden

2

, o Het probleem ZELF wordt NIET opgelost (verschuift enkel maar)
 Er zijn problemen tussen staten  worden opgelost door een
superstaat

2. Functionalisme

- Start vanuit hetzelfde beeld als hierboven: staten maken ruzie, veel
onveiligheid
o Manier om dit op te lossen: NIET politiek oplossen met superstaat

o WEL functioneel en rationeel: welk probleem kunnen we best op
welk niveau oplossen?
 DAN: instellingen/organisaties oprichten die die problemen
oplossen
 NIET 1 superstaat

 WEL geval per geval
o Bv. Afspraken over scheepvaart 
intercontinentale scheepvaart commissie
o Bv. Afspraken over luchtvaart  mondiale
samenwerking
o Bv. Afspraken over Schelde  bilaterale
afspraken tussen België en Nederland



3. Transactionalisme/ pluralisme

 1 en 2 zijn fabeltjes

- Focus op staten
o WANT deze zullen ALTIJD de macht in handen houden

o DUS Europese Unie = verzameling van een veelheid aan aparte
staten
 Hebben allemaal een eigen taal, cultuur, gewoonten
 Loyauteit van mensen gaat enkel uit naar die staten

- MAAR die staten kunnen WEL onderlinge afspraken maken
o DUS internationale organisaties zijn mogelijk
 MAAR geen supranationale component
 De landen, staten blijven de basis  behouden hun
eigen soevereiniteit




3

, Theorieën die de feitelijke integratie vanaf de jaren ’50
trachten te verklaren (2 GRAND THEORIES)

 Start van de Europese eenmaking: °EGKS (1950)


1. Neo-functionalisme

- DUS landen zijn bereid om een stuk van hun soevereiniteit af te geven aan
iets dat BOVEN hen staat  daarop wordt toegekeken door rechtbank: Hof
van Justitie
o Samen met EGKS opgericht

- Bouwt verder op functionalisme MAAR nieuwe invulling

- Op vlak van kolen en staal samenwerken = functioneel
o WANT als dit samen wordt geregeld, gaat iedereen erbij winnen

 MAAR daardoor komt er iets op gang dat je niet meer kan stoppen:
sneeuwbaleffect/ spill-over
o <-> functionalisten: we regelen eerst kolen en staal samen
 DAN zien we wel wat er daarna functioneel is om samen te
regelen

o Neo-functionalisten: we vertrekken vanuit een samenwerking voor
kolen en staal MAAR dit zal ertoe leiden dat EGKS steeds groter zal
worden
 Steeds meer zaken zullen in het integratieweb terechtkomen
 Spill-over: ene vloeit over in het andere

- Hoge Autoriteit = zorgt voor het beheer van die kolen en staal
o = voorloper Europese Commissie
 MAAR had meer macht en bevoegdheden

o Daardoor: druk om andere thema’s die hiermee verwant zijn ook te
laten regelen door die Hoge Autoriteit
 Bv. transport

 Dit leidt ertoe dat landen steeds meer met elkaar vervlochten
raken
 DUS meer instellingen nodig om dit allemaal te
beheren
o DUS meer EN krachtigere Europese instellingen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marieverhaege4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.44
  • (0)
Add to cart
Added