Sondevoeding; sonde door de buikwand ............................................................................................. 97
,Les 14.02 geneeskunde; Van de aanmaak van
bloedcellen tot het ontstaan van trombose
Als ergens geen achter staat, dan moet het nog omgezet worden. Het is dan meestal een
stofwisselingsproces, een voorloper stof.
Anatomie en fysiologie: H11.1 t/m 11.6 cardiovasculair stelsel
11.1 functies en eigenschappen van het bloed
Bloed is een gespecialiseerd type bindweefsel dat bestaat uit cellen die zich in een vloeibare
matrix bevinden. Functies van het bloed:
1. Transport van opgeloste gassen, voedingsstoffen, hormonen en afvalproducten. Van
bijvoorbeeld zuurstof uit longen naar weefsel en koolstofdioxide uit weefsel naar de
longen.
2. Stabilisering van de pH en de ionensamenstelling van de interstitiële vloeistof in het
gehele lichaam.
3. Beperking van het vloeistofverlies bij verwonding. Bloedstolling
4. Verdediging tegen gifstoffen en ziekteverwekkers. Bloed vervoert Leukocyten (witte
bloedcellen) en antistoffen die lichaamsvreemde stoffen aanvallen.
5. Stabilisering van de lichaamstemperatuur. Bloed neemt warmte op die door
skeletspieren wordt gevormd en voert dit naar andere weefsels.
Eigenschappen van het bloed:
• Temperatuur is 38 graden
• Hoge viscositeit (=weerstand)
• Licht basisch met een pH van 7,35 en 7,45
Bloed wordt meestal afgenomen bij een vene op de voorkant van elle boog → venapunctie.
1) Het is makkelijk te lokaliseren 2) dun en 3) bloeddruk is laag waardoor de prikwond snel
geneest.
Bloed uit de capillairen kan via vingertop of oorlel worden verkregen, het bloed wordt
gebruikt om een bloedstrijkje te maken en wordt vervolgens met kleurstoffen behandeld om
de bloedcellen zichtbaar te maken.
Bloed uit arteriën (=arteriele punctie, meestal uit pols of elle boog) kan gebruikt worden om
de efficiëntie van gaswisseling ter hoogte van de longen te meten.
, 11.2 functies en samenstelling bloedplasma
Plasma vormt het grootste deel van het volume van het bloed. Het bestaat uit:
• Water → houdt warmte vast
• Overige opgeloste stoffen
• Organische afvalstoffen
• Organische voedingsstoffen
• Elektrolyten
• Kalium
• Natrium
• Calcium
• Bicarbonaat
• Magnesium etc.
• Plasma- eiwitten (7%)
• Albumine → Belangrijk voor het handhaven van osmotische druk in plasma.
• Globuline → Transporteiwitten (binden aan kleine verbindingen die anders
bij nieren worden uitgescheiden of slecht in wateroplosbaar zijn) en
antistoffen (=immunoglobinen)
• Fibrinogeen → bloedstolling. Er ontstaan strengen fibrine dat het raamwerk
vormt van een bloedstolsel. Vloeistof dat overblijft nadat de stollingseiwitten
zijn verwijderd heet serum.
11.3 erytrocyten, hemoglobine en erytropoëse
Erytrocyten (=rode bloedcellen)
Bevat kleurstof hemoglobine, dat zuurstof en koolstofdioxide bindt en vervoert. Het aantal
rode bloede bloedcellen per microliter= hemacriet. Dat is het volumepercentage erytrocyten
in vol bloed. Dit wordt ook in het dossier vermeld na een bloedonderzoek. Het % neemt toe
bij uitdroging en neemt af als gevolg van inwendige bloedingen.
Structuur
De ongewone vorm (figuur b) heeft 2 effecten op het functioneren:
1. Het geeft een groot oppervlakte ten opzichte van de inhoud waardoor de
infusiesnelheid wordt verhoogd, met omringende bloedplasma en tussen cytoplasma
2. Het maakt de rode bloedcellen flexibel, zodat ze door capillairen passen
Tijdens de ontwikkeling verliezen de rode bloedcellen veel organellen, ze behouden
cytoskelet. Door het missen van een kern en ribosomen kunnen ze zich niet delen en eiwitten
vormen en dus ook niet herstellen. Energie halen ze uit de glucose van omringende
bloedplasma.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebohmer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.66. You're not tied to anything after your purchase.