Algemeen
- Dit vak gaat om Nederlands Internationaal Privaatrecht:
IPR is slechts formeel recht en geen materieel recht. Het verwijst namelijk slechts naar welk
recht van toepassing is.
- IPR bestaat uit 3 onderdelen:
1. Internationaal bevoegdheidsrecht: welke Nederlandse rechter is bevoegd om te oordelen
over een geschil?
2. Conflictenrecht: welk recht moet worden toegepast door de Nederlandse rechter
3. Internationaal erkennings- en tenuitvoerleggingsrecht: kan een buitenlandse
rechtshandeling/uitspraak in NL worden erkend/ten uitvoer worden gelegd?
- Het IPR is te vinden in verdragen, verordeningen, richtlijnen en nationaal recht.
- De Nederlandse regels van IPR zijn voornamelijk te vinden in:
➔ 10 BW (regels over conflictenrecht: dus welk recht is van toepassing)
➔ Wetboek van RV (regels over rechterlijke bevoegdheid en erkenning en
tenuitvoerlegging)
Theorie von Savigny
- De theorie Von Savigny staat tegenover de statutenleer. Zijn leer ligt ten grondslag aan het
NL’se IPR.
- Von Savigny (hierna: VS) neemt de internationale rechtsverhouding tot uitgangspunt en zoekt
daar het toepasselijk recht bij. Het verschil tussen VS en de statutenleer is dat volgens VS het
conflictenrecht geen afbakeningsrecht is maar verwijzingsrecht.
Het hoogste doel volgens VS is beslissingsharmonie. Dat betekent dat de rechters in
verschillende landen tot dezelfde conclusie komen welk recht van toepassing is.
- Von Savigny heeft verschillende verwijzing categorieën gemaakt, o.a.:
Bij meerzijdige conflicteregels is zowel het eigen Nederlands recht van toepassing als het
buitenlandse recht (zie bijv. 10:36 BW2)
➔ Eenzijdige conflictregels (verwijzingsregels):
Bij eenzijdige conflictregels wordt alleen aangegeven wanneer Nederlands recht van
toepassing is. Het zijn afbakening regels: zij bepalen het toepassingsgebied van het
Nederlandse materiele recht. Deze regels geven dus niet aan wanneer het buitenlands
1
10:1 BW: de in dit Boek en andere wettelijke regelingen vervatte regels van internationaal privaatrecht laten
de werking van voor Nederland bindende internationale en communautaire regelingen onverlet.
2
Bij gebreke van een aanwijzing van het toepasselijke recht worden de persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen
de echtgenoten onderling die niet worden begrepen onder de Verordening (EU) nr. 2016/1103 beheerst:
a. door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de echtgenoten, of
bij gebreke daarvan
b. door het recht van de staat waar zij elk hun gewone verblijfplaats hebben, of bij gebreke
daarvan
c. door het recht van de staat waarmee zij, alle omstandigheden in aanmerking genomen, het
nauwst zijn verbonden.
, recht van toepassing is of wat het toepassingsgebied is van het Nederlands recht. (zie
bijv. 10:60 lid 1 BW3 en 10:149 lid 1 BW).
Dit is geen verwijzingsregel aangezien het niet naar een bepaald recht verwijst, ook
wordt er geen recht afgebakend. Deze conflictregel voorziet zelf in een materiele
rechtelijke bepaling. Zie bijv. art. 32 Erfrechtverordening4
Hoe werkt een verwijzingsregel (3 elementen)?
(Let op: deze verwijzingsregels zijn dus Nederlands IPR. Deze regels staan los van de verordeningen).
1. Verwijzingscategorie (onderwerp):
Eerst moet de juiste verwijzingscategorie worden gevonden. Denk hierbij aan onderwerpen huwelijk,
alimentatie, ovk, onrechtmatige daad, erfrecht.
2. Aanknopingsfactor (norm)
De verwijzingsregel bevat altijd een aanknopingsfactor, zoals de laatste gewone verblijfplaats,
nationaliteit, plaats van handelen.
3. Toepasselijk recht (gevolg)
Middels de verwijzingscategorie (1) en de aanknopingsfactor (2) kom je uit bij het toepasselijk recht
(3).
Verwijzingsregels en beginselen
De meeste verwijzingsregels waren gebaseerd op het beginsel van nauwste verbondenheid.
Tegenwoordig zijn er echter ook verwijzingsregels gebaseerd op het beschermingsbeginsel en
begunstigingsbeginsel
Nauwste verbondenheid
3
Het aangaan van een geregistreerd partnerschap in Nederland is onderworpen aan de bepalingen van artikel
80a van Boek 1.
4
Wanneer twee of meer personen wier erfopvolging door verschillende rechtsstelsels wordt beheerst,
overlijden onder omstandigheden waarin onzeker is in welke volgorde zij zijn overleden, en deze situatie in die
rechtsstelsels op uiteenlopende wijze is geregeld of in het geheel niet is geregeld, kan geen van de overledenen
rechten op de nalatenschap van de andere of de anderen laten gelden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rsharanshi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.64. You're not tied to anything after your purchase.