100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen Introductie in de geschiedenis van de middeleeuwen (GE1V14002) $5.30
Add to cart

Class notes

Aantekeningen Introductie in de geschiedenis van de middeleeuwen (GE1V14002)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide aantekeningen van alle hoor- en werkcollege gedurende de zevenweekse cursus 'Introductie in de geschiedenis van de middeleeuwen' (GE1V14002) aan Universiteit Utrecht.

Preview 4 out of 60  pages

  • January 18, 2025
  • 60
  • 2024/2025
  • Class notes
  • Rutger kramer
  • All classes
avatar-seller
Week 1: Van Romeins naar post-Romeins (HC: Middeleeuwen)
- Het begrip Middeleeuwen
o Negatieve klank: weinig zaken die Middeleeuws worden
genoemd waarmee iets positiefs wordt bedoeld  klassiek
heeft bijna altijd een positieve betekenis; middeleeuws heeft
bijna altijd een negatieve connotatie
o Humanisten (14e en 15e eeuw): iets nieuws, waardoor de tijd
tussen de Oudheid en de Renaissance die er ‘niet toe deed’
o Grand Narrative bedacht door Edward Gibbon (1737-1794)
met zijn boek ‘The Decline and Fall of the Roman Empire’: een
tijd van verval
o Er komt een verandering in het paradigma: een periode van
creativiteit en verandering (Peter Brown); een positievere blik
op de late Oudheid
 Net als Brown neemt Rosenwein een afstand van het
concept ‘Decline and Fall’, eerder een
transformatieproces
o De Middeleeuwen waren een periode van barbarij; in de
Verlichting werd bijgeloof (superstition) belangrijker; tijdens de
Romantiek kwam er een positievere beeldvorming:
Middeleeuwers waren authentieker dan de klassieke
beschaving (en daarmee de romantisering van de eigen
oorsprong  de oorsprong van de natie)
- De Romeinen en de Barbaren
o Barbaren zijn wilde, brute mensen die niet geciviliseerd zijn;
een niet-Griekssprekend persoon
 Hierbij is geen begrip voor andere volkeren
o Bij de Romeinen waren Barbaren ook personen die niet aan de
Romeinse expansie waren verworpen
 Gestigmatiseerd door de Romeinse geschiedschrijving
o Barbaren zijn volgens Rosenwein sedentaire samenlevingen,
in plaats van nomadische volkeren die rondtrokken
 Wel culturele verschillen tussen barbaren en Romeinen,
maar geen biologisch verschil (wat tot de Tweede
Wereldoorlog wél werd aangenomen); de etnische
identiteit zijn flexibel
o Ethnogenesis: het ‘verdwijnen’ van volkeren omdat zij een
nieuwe etnische identiteit aannamen
o Er zijn weinig tot geen grote oorlogen of gewelddadige strijden
tussen de barbaren en de Romeinen
o Romeinen hadden een hoge belastingdruk wegens de
instandhouding van het leger, barbaren hadden dit niet: zij
deden dit goedkoper
 De barbaren werden hiertoe in het Romeinse leger
opgenomen
o Kritiek op de transformation-these (The Fall of Rome, Bryan
Ward-Perkeins): er is een ‘te’ positieve kijk op barbaren

,  Legt link tussen barbaarse invasie als ‘peaceful’ en
modern Duitsland die een positief imago wil construeren
na de Tweede Wereldoorlog
o Kyle Harper legt een belangrijke rol weg voor klimaat en
microben als de reden van de val van het Romeinse Rijk
o Gevolgen van drie grote epidemieën
 Onder keizer Antoninus Pius in 165
 In het middel van derde eeuw (249-262): de epidemie
van Cyprianus van Carthago
 Rond het midden van de zesde eeuw: de epidemie van
Justinianus (breekt uit in 541)
o Geen toeval: Romeinen hebben zelf de voorwaarden voor een
uitbraak geschapen
 Deelname aan en de ontwikkeling van een wereldwijd
handelsnetwerk waardoor microben vanuit Afrika en
China naar Europa konden komen
 Grote graantransporten (annona) zorgen voor de
verbreiding van een rattenpopulatie
 De grote mogelijkheden tot transport verbreidden de
ziektes
o Klimatologische omstandigheden zorgde voor een
verslechtering van de agrarische productie (anderhalf jaar
geen zonlicht door vulkaanuitbarsting, ook daalde de
gemiddelde temperatuur in de periode tussen 450 en 700)
- De Romeinen en het Christendom
o Constantijn de Grote: aan de vooravond van een belangrijke
slag met zijn grote rivaal zag hij een groot teken in de lucht 
een teken van Christus
 Hij legaliseerde het christendom in 313 n.C. met het
Edict van Milaan, daarnaast sticht hij een nieuwe
christelijke stad (Byzantium, ook: Constantinopel)
waarmee zijn actieve ondersteuning voor dit geloof
fysiek werd geuit; op zijn sterfbed heeft hij zich laten
bekeren / dopen
 Constantijn riep de Eerste Concilie van Nicaea in 325
n.C. bij elkaar, waar een verzameling van bisschoppen
bij elkaar kwamen om arianisme (geloof in Jezus als
‘god’) te verbannen
o Revolutionaire actie: christenen die werden vervolgd door de
Romeinse staat werden een belangrijk onderdeel tijdens de
Late Oudheid
 Religie werd van algemeen belang (het is niet langer
een kwestie van de stad of elite), waarbij het
christendom rond 400 n.C. de dominante religie wordt
binnen het Romeinse Rijk
o Het christendom was anders dan de andere geloven binnen
het Romeinse Rijk: vereist ander gedrag

,  Het christendom lijkt meer op een filosofie dan een
daadwerkelijk geloof; dit idee wordt versterkt door de
geschriften (o.a. de Bijbel)
 Het verschilt echter van filosofie: filosofische
geschriften zijn geschreven voor en door een
geletterde elite, christelijke geschriften zijn echter
van een matige literaire kwaliteit
 Het blijft echter voor de goed opgeleide Romeinen een
tamelijk primitieve religie
o De kerkvaders maken het christendom ‘salonfähig’:
acceptabel voor de elite
 Vier kerkvaders (‘viereenheid’): Gregorius de Grote (ca.
540-604); Ambrosius van Milaan (333-397); Augustinus
van Hippo (354-430); Hieronymus (van Stridon) (ca.
342-420)
 Vaak met een elitaire achtergrond, met een goede
(retorische) opleiding en hadden goed contact met
de hoogste kringen van het Romeinse Rijk
 Droegen bij op de volgende wijze
o Hieronymus: vertaalde de Bijbel in (goed)
Latijn
o Schreven gezamenlijk commentaren op de
Bijbelboeken en lieten hier diepere
betekenissen mee zien
o Typologie: verband tussen het Oude en
Nieuwe Testament
o Definitie van de christelijke leer: hoe verhouden de drie
figuren (vader, zoon, heilige geest) in het christendom zich
van elkaar
o Vorming van de christelijke samenleving: verdedigen van het
christendom in een aantal conflicten
o Samenvattend
 Alle kerkvaders hadden een uitstekende opleiding
gehad, vooral in de Latijnse welsprekendheid
 De Bijbel werd vertaald in het Latijn en er werden
geleerde commentaren op geschreven
 De kerkvaders droegen bij aan definitie van het
christelijke geloof
 De kerkvaders droegen bij aan de vorming van een
christelijke samenleving (monnikendom, strijd tegen
heidendom, heiligencultus)

Werkcollege 13 nov.
- Edward Gibbon versus Peter Brown
o Gibbon (The History of the Decline and Fall of the Roman
Empire) stelt dat het Romeinse Rijk in elkaar stort door de
opkomst van het christendom; dit denkbeeld kwam op eind
achttiende eeuw (de periode van rationalisering en het
wetenschappelijk denken)

, o Brown (The World of Late Antiquity) beschrijft het meer op een
sociaal vlak, waarbij hij de late oudheid ziet als een periode
van groei en innovatie; hij schreef dit als reactie op Gibbon
- Transformatie van het Romeinse Rijk
o Kleiner worden van steden, waardoor er wijzigingen in de
infrastructuur kwamen
o Het centrale gezag verdween en er kwamen meer lokale
autoriteiten op, door juist de grootsheid van het Rijk;
provincialisering: de macht ging naar de randen / provincies
 Het Rijk werd vanuit het noorden en oosten aangevallen,
waardoor er druk opkwam; dit leidde tot externe
problemen (de Perzen en Barbaren), wat zorgde voor
interne problematiek
 Binnen het Rijk ontstond er een opvolgingscrisis,
met meer dan twintig keizers binnen een korte
periode. Mid. derde eeuw werden keizers niet
langer gekozen vanuit de senaat, maar eerder
vanuit de provincie
 Dit probeerde men op te lossen met de tetrarchie
van Diocletianus, dit werd uiteindelijk een
tweedeling; deze tweedeling is het West- en Oost-
Romeinse Rijk geworden
 Door deze externe druk ging het leger zich uitbreiden,
dit zorgde voor rekrutering van buitenaf
o Opkomst van het christendom (ontstond in de eerste eeuw
v.C. in Palestina)
 Sloeg aan bij de middenklasse in Rome; het christendom
was een religie voor iedereen (voornamelijk bij de
randgebieden, deze konden nooit ‘echt Romein’ zijn,
maar werden nu geïncludeerd)
 312: Slag bij Milvische brug, waarbij keizer Constantijn
een visie kreeg om Christus te accepteren, zodat hij de
slag tegen zijn grote vijand kon winnen
 313: Edict van Milaan: de officiële erkenning van het
christelijke geloof, waarbij er voor tolerantie werd
gezorgd voor alle religies binnen het Rijk
 325: Concilie van Nicaea: doctrines werden vastgelegd
 Binnen deze concilie werden afspraken gemaakt
over de drie-eenheid
o Er waren twee grote stromingen: adrianen
versus athanasianen
 Adrianen vonden dat God goddelijk is
en Christus geschapen
 Athanasianen vonden dat God
goddelijk is, maar Christus is zowel
god (omdat hij uit God geboren werd)
als mens; Christus heeft twee naturen
 Geloofsbelijdenis (een geheel van artikelen waarin
een geloof is samengevat, of een belangrijke

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nieckm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.30
  • (0)
Add to cart
Added