100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vaarbewijs 1 (KVB1) ANWB boek 2020 $6.45   Add to cart

Summary

Samenvatting Vaarbewijs 1 (KVB1) ANWB boek 2020

2 reviews
 121 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Zeer uitgebreide samenvatting Klein Vaarbewijs 1 (KVB1) vanuit het meest recente cursusboek van de ANWB (versie 2020). Het betreft een duidelijke samenvatting inclusief afbeeldingen, veel tips en oefenvragen. De samenvatting bestaat uit 4 hoofdstukken.

Preview 4 out of 115  pages

  • May 6, 2020
  • 115
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: anne41 • 4 months ago

review-writer-avatar

By: wilmervdburgh • 3 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1 Wetten en bepalingen (blz. 9)

Op de Nederlandse vaarwateren gelden de volgende reglementen. Voor het examen de
toepassingsgebieden kennen:

Binnenvaartpolitiereglement (BPR)
Dit reglement is van kracht op alle binnenwateren van Nederland, inclusief de Waddenzee, met
uitzondering van wateren met een ander reglement. (Het BPR is in zoveel gebieden van toepassing, dat je
die niet uit je hoofd moet gaan leren. Beter is het, om te leren op welke wateren het BPR níet van kracht
is.)

Rijnvaartpolitiereglement (RPR)
Voor de Neder-Rijn, de Boven-Rijn, de Waal, de Lek en het Pannerdensch Kanaal.

Scheepvaartreglement Westerschelde (SRW)
Voor de Westerschelde

Scheepvaartreglement Eemsmonding (SRE)
Voor de Eems en de Dollard en de vaargeulen richting zee.

Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee (BVA)
Van toepassing op de internationale wateren. Geldt in afwijking en als aanvulling op het SRE.

Scheepvaartreglement Kanaal Gent-Terneuzen (SRKGT)
Voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen en in de West- en Oostbuitenhaven van Terneuzen.

Scheepvaartreglement gemeenschappelijke Maas (SRGM)
Geldend op de twee gedeelten van de Maas waar deze de grens vormt tussen Nederland en
België.

Een aantal van deze reglementen (actuele versie), waarvan het BPR het belangrijkste is, moet je verplicht
aan boord hebben. Deze reglementen staan in zijn geheel in ANWB wateralmanak deel 1.

1.1 Reglementen op het water (blz. 10)

1.1.1 Scheepsvaartverkeerswet (SVW) (blz. 10)

De scheepsvaartverkeerswet is de basis wet in de scheepvaart. In dit reglement wordt o.a. aangegeven
waar welk reglement geldt en verder staan er allerlei algemene voorschriften in bijv. hoe hoog het alcohol
promillage mag zijn.

Controle op de naleving gebeurt door opsporingsambtenaren zoals de waterpolitie, verkeersbegeleiders en
het personeel bij bruggen en sluizen. De scheepsvaarverkeerswet heeft als doel:
➢ Het verzekeren van een veilig en vlot verloop van het scheepvaartverkeer;
➢ Het in stand houden en onderhouden van de scheepvaartwegen;
➢ Het voorkomen of beperken van schade aan scheepvaartwegen en kunstwerken (=verzamelnaam
voor bruggen en sluizen);
➢ Het voorkomen of beperken van verontreiniging door de scheepvaart;
➢ Verkeersreglementering.




1

,Artikelen die belangrijk zijn voor het examen zijn Art. 27 en Art 35a en 35b.

SVW Art. 27 Varen onder invloed

In de wet is bepaald dat het toegestane alcoholpromillage aan boord 0,5 bedraagt. Dit geldt voor de
schipper en voor degene die stuurt. Uiteraard mag er ook niet worden gevaren als men onder
invloed is van drugs.

SVW Art. 35a

1. De houder van het vaarbewijs overhandigt zijn vaarbewijs op de eerste vordering aan de
opsporingsambtenaar.
2. Bij invordering wordt het vaarbewijs overhandigt aan de officier van justitie → deze mag het
vaarbewijs onder zich houden, indien:
➢ Het alcoholgehalte van de adem hoger is dan 785 microgram alcohol per liter uitgeademde
lucht of hoger blijkt te zijn dan 1,8 milligram alcohol per milliliter bloed;
➢ Met een zodanige snelheid is gevaren dat er een gevaarlijke situatie is ontstaan;
➢ De mogelijkheid bestaat dat de bestuurder opnieuw de fout in gaat.

SVW Art. 35b

De houder van een vaarbewijs kan de bevoegdheid tot het voeren van schepen, voor zover daartoe een
vaarbewijs is vereist, voor ten hoogste vijf jaren worden ontzegd wegens het op de binnenwateren voeren
of doen voeren van:
➢ Als een snelle motorboot ernstig gevaar heeft aangericht voor de veiligheid van personen en/of
goederen;
➢ Indien op een schip meermaals is gevaren met een te hoog alcoholpercentage.

1.1.2 Binnenvaartwet (per 1 juli 2009) (blz. 11)

Het doel van de Binnenvaartwet is het bevorderen van de veiligheid van de vaart van schepen op de
binnenwateren en de veiligheid aan boord. De wet heeft vooral betrekking op grote schepen. De regels in
deze wet gaan over de vaarbewijsplicht en de technische uitrustingseisen voor schepen op de Nederlandse
binnenwateren.

Ter volledigheid volgen hieronder de begrippen en bepalingen uit de Binnenvaartwet en het
Binnenvaartbesluit, waar je voor het examen kennis van moet hebben:

Er zijn 4 verschillende vaarbewijzen:

Groot vaarbewijs (Op alle typen schepen)
Een groot vaarbewijs is verplicht voor:
➢ Alle schepen van 40 meter of langer;
➢ Passagiersschepen, die bedrijfsmatig meer dan 12 passagiers (mogen) vervoeren;
➢ Sleepboten, duwboten, sleepduwboten en andere schepen die bedrijfsmatig schepen met een
lengte van 20 meter of meer slepen, duwen of langszij.

Beperkt groot vaarbewijs
Een beperkt groot vaarbewijs is verplicht voor:
➢ Schepen met een lengte van 20 tot 40 meter die gebruikt worden voor bedrijfsmatig vervoer en
sleep- en duwboten in deze lengteklasse;
➢ Pleziervaartuigen met een lengte van 25 tot 40 meter (Groot Pleziervaartbewijs ook toegestaan)


2

,Groot Pleziervaartbewijs
Een Groot Pleziervaartbewijs is verplicht voor:
➢ Pleziervaartuigen en bedrijfsvaartuigen waarmee niet bedrijfsmatig wordt gevaren met een lengte
van 25 tot 40 meter (Beperkt groot vaarbewijs ook toegestaan).
De eisen voor het behalen van het Groot Pleziervaartbewijs zijn minder zwaar als voor een Beperkt Groot
Vaartbewijs. En er geldt geen eis van drie jaar vaartijd. Het examen bestaat uit theorie en praktijk.

Klein vaarbewijs
Een klein vaarbewijs is verplicht voor:
➢ Het varen met een pleziervaartuig dat sneller kan varen dan 20 km/uur;
➢ Het varen met een pleziervaartuig met een lengte van 15 tot maximaal 25 meter;
➢ Het varen met schepen met een lengte van 15 tot en met 20 meter, die bedrijfsmatig gebruikt
worden.

Voor sleep- en duwboten die uitsluitend als pleziervaartuig gebruikt worden, geldt het vaarbewijs dat bij
hun lengte hoort. Belangrijk: dan is er wel een verklaring vereist van de verantwoordelijke Minister.

Groot vaarbewijs: op alle typen schepen

Beperkt groot vaarbewijs: mag ook varen op schepen waarvoor een klein vaarbewijs verplicht is

Groot pleziervaartbewijs: mogen op alle pleziervaartuigen tot 40 meter varen. Voor het behalen van een
groot pleziervaartbewijs is een klein vaarbewijs 2 verplicht.

Om een vaarbewijs te krijgen moet je de volgende verklaringen kunnen overleggen:
➢ Medische verklaring (lichamelijke geschiktheid, ogen & oren);
➢ Bewijs dat je bent geslaagd voor het examen.

Het klein vaarbewijs (en het groot pleziervaartbewijs) zijn onbeperkt geldig. Het hoeft ook niet meer
opnieuw verlengd te worden iedere 5 jaar.

Een vaarbewijs kan voor maximaal vijf jaar worden ingehouden als:
➢ Een snelle motorboot tijdens de vaart de ter plekke geldende voorschriften op grove wijze heeft
overschreden, waarbij er een ernstig gevaar voor personen en/of goederen is ontstaan;
➢ Bij herhaling in strijd met de geldende voorschriften is gehandeld.


Definities Binnenvaartwet en Binnenvaartbesluit (blz. 12)

Bedrijfsmatig vervoer
➢ Vervoer bij de uitoefening van een bedrijf of beroep;
➢ Vervoer van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van de eigen onderneming;
➢ Slepen en duwen van schepen met sleep-, duw- en sleepduwboten.

Binnenschip
➢ Vaartuig dat is bestemd voor de vaart op de binnenwateren in binnen- en buitenland;
➢ Drijvend werktuig.

Binnenwateren
Wateren die in Nederland zijn gelegen binnen een langs de Nederlandse kust gaande grens (door het
ministerie bepaalt).

3

, Uit het Binnenvaartbesluit:

Duwboot
Schip bedoeld voor of gebruikt bij het duwen van schepen en niet bedoeld voor het zelfstandig vervoeren
van goederen.

Passagiersschip
Binnenschip, maar geen veerpont of veerboot, bedoeld voor of gebruikt bij het bedrijfsmatig vervoer van
meer dan 12 personen buiten de bemanning.

Pleziervaartuig
Schip bedoeld voor of gebruikt bij sportbeoefening of vrijetijdbesteding.

Sleepboot
Schip bedoeld voor of gebruikt bij het slepen van schepen en niet bedoeld voor het zelfstandig vervoeren
van goederen.

Sleepduwboot
Schip bedoeld voor of gebruikt bij het slepen of duwen van schepen en niet bedoeld voor het zelfstandig
vervoeren van goederen.

1.3 Wetboek van Koophandel (blz. 13)
Voor het examen kennen:
1. Als een ander schip in nood verkeert moet een schipper hulp verlenen, tenzij daardoor zijn eigen
schip of opvarenden in gevaar komen;
2. Als een aanvaring heeft plaatsgevonden moeten de naam van het schip en de plaats van herkomst
aan de medebetrokkenen worden doorgegeven.

1.4 Binnenvaartpolitiereglement (BPR) (blz. 14)

Definities van het BPR die je dient te kennen voor het examen
Elk vaartuig dat wordt gebruikt als middel van vervoer te water en dat daarvoor geschikt is.

A. Typen schepen (blz. 14)
Schip
Elk vaartuig dat wordt gebruikt als middel van vervoersmiddel over het water en dat daarvoor geschikt is.
Daar horen ook bij een watervliegtuig of een vaartuig zonder waterverplaatsing (bijv. hovercraft);

Motorschip
Een schip dat gebruik maakt van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, met uitzondering van een
schip waarvan de motor slechts wordt gebruikt ter verbetering van zijn bestuurbaarheid, wanneer het
wordt gesleept of geduwd;

Groot schip
Een schip niet zijnde een klein schip, over het algemeen schepen groter dan 20 meter of beroepsvaart
kleiner dan 20 meter, zoals een kleine rondvaartboot of een veerpont;

Klein schip
Een schip waarvan de lengte minder dan 20 meter bedraagt. De lengte is de afstand van de voorkant tot
aan de achterkant van de romp, zonder de boegspriet, de papegaaistok en het trimvlak. Met uitzondering
van:
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jaspersmitch. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.45  5x  sold
  • (2)
  Add to cart