Samenvatting Cognitie en Gedrag DT2
Hoofdstuk 6
LTM drie onderdelen:
1. Episodisch
geheugen
2. Semantisch
geheugen
3. Procedureel
geheugen
Coding in LTM en STM:
Visual coding: iets proberen te herinneren door het visueel te
representeren in je hoofd, ook om iemand voor je te zien
bijvoorbeeld.
Auditory coding: voorbeelden: liedje ‘spelen’ in je hoofd, alvast het
volgende liedje ‘horen’ bij een playlist die je vaak afspeelt.
Semanticus coding: coderen voor mening
Experimenten om STM en LTM te representeren in het brein.
Neuropsychologie
H.M. had verwijderde mediale temporale kwab (ook
hippocampus) was leidde tot onvermogen tot nieuwe lange
termijn herinneringen maken. STM was intact dus suggestie
dat aparte breindelen hiervoor zijn.
Clive Wearing ook hippocampus beschadiging niet langer
dan 2 min iets onthouden hippocampus cruciaal voor
LTM, maar niet voor STM!
K.F. had schade aan gebied boven auditieve cortex slechte
STM, maar LTM intact.
combinatie zorgt voor dubbele dissociatie
,Hoe kan het dat iemand intacte LTM kan hebben als STM beschadigd is als
LTM via STM zou gaan? Het zou mogelijk zijn dat fonologische loop
beschadigd was, maar visuospatial sketchpad en episodic buffer intact
waren.
Brain imaging
Ranganath en D’Esposito: hippocampus is naast onthouden
van info in LTM ook betrokken bij info in STM.
Episodisch en Semantisch geheugen
Zijn beide deel van expliciete/declaratieve geheugen omdat hun inhoud
bewust opgeroepen of ‘gedeclareerd’ kan worden.
Episodisch geheugen geheugen voor specifieke ervaringen in het
verleden
Semantisch geheugen geheugen voor het onthouden van feiten
Verschillen tussen episodisch en semantisch geheugen:
1. Verschillen in ervaring
Ervaren van episodische herinnering gebruikt mentale
tijdreizen
Verschil met autobiografisch geheugen is dat dat meer over
iemand eigen persoonlijke ervaringen gaat en episodisch
geheugen ook over bijv. materiaal voor een toets. = “self-
knowing” of “remembering”
Semantisch geheugen werkt door toegang te krijgen tot
bestaande kennis i.p.v.. Het voor ons te zien dat we bijv.
ergens zijn geweest. =”knowing”
2. Hoe breinbeschadigingen beide beïnvloeden
Patiënt K.C. heeft zware schade aan hippocampus en
omliggende structuren en verliest hierdoor episodisch
geheugen, maar kan wel gebeurtenissen uit semantisch
geheugen onthouden. Voorbeeld: hij weet wel dat zijn broer
twee jaar geleden overleden is, maar weet niks meer over zijn
persoonlijke ervaringen om zijn dood heen zoals zijn ervaring
op de begrafenis.
Omgekeerde situatie bij Italiaanse vrouw: kon geen
semantische herinneringen herinneren, maar wel haar eigen
levenservaringen.
Zorgt weer voor dubbele dissociatie!!
3. Verschillende effecten van verouderen
, Impliciete/non-declaratief geheugen veranderd weinig tijdens
leven
Episodisch geheugen verslechterd snel bij verouderen: stabiel
tijdens 35-60 jaar oud en daalt daarna snel
Semantisch geheugen groeit nog steeds tussen 35-60 jaar en
daalt daarna een stuk slomer
4. De fMRI responses voor beide
Er is overlap tussen activatie door episodische en semantische
herinneringen, maar ook grote verschillen.
Interactie tussen episodisch en semantisch geheugen. Twee voorbeelden:
1. Kennis beïnvloed ervaringen: onze kennis (semantisch
geheugen) beïnvloed hoe we iets ervaren en beïnvloed daardoor ook
ons episodisch geheugen dat volgt.
2. Autobiografisch geheugen bevat zowel semantische als
episodische componenten. Voorbeeld: ik heb Paul en Anna gisteren
ontmoet in café Centraal. Semantisch = café Centraal is een café +
episodisch
Semantische componenten van deze omschrijving worden
persoonlijke semantische herinneringen genoemd
Verschillende gradaties van dingen onthouden:
- twee fases van familiariteit: geen details over
situatie onthouden, maar je herkent bijvoorbeeld
iemand wel.
- derde fase van recollectie: specifieke details
onthouden, vaak geassocieerd met episodisch
geheugen.
- Remember/know procedure: respondenten
geven aan of ze iets kennen of herinneren.
Herinner responsen daalden na verloop van tijd
een stuk meer dan kennen responsen herinneringen van 40-50
jaar geleden verliezen episodisch karakter semanticization
van verre herinneringen.
Procedurele herinneringen, priming en conditioneren
Expliciete herinneringen = herinneringen waar we bewust van zijn en over
kunnen praten. Ook wel declaratieve herinneringen genoemd.
Impliciete herinneringen = herinneringen die geleerd zijn door ervaring
waarbij niet bewust herinnerd wordt. Horen bij procedurele herinneringen.
, Procedurele geheugen (vaardigheden geheugen) = geheugen voor dingen
waar vaardigheden voor nodig zijn zoals Piano spelen en fietsen.
Priming = vorm impliciete herinnering: wanneer een priming stimulus
zorgt voor een verandering van de reactie op een test stimulus.
Lexicon decision task = participanten moeten zo snel mogelijk aangeven
of iets een woord is of niet. Priming had hier een effect op. Er werd een
word complexion test gebruikt = test van impliciete kennis.
Impliciete kennis heeft ook een effect op ons door adverteren: onbewust
onthouden we advertenties en beïnvloeden deze ons.
Propaganda effect = participanten zijn waarschijnlijker om statements die
ze eerder hebben gehoord als waar te beoordelen.
Klassiek conditioneren = neutrale stimulus die niet resulteert in respons +
conditionerende stimulus die resulteert in respons.
Klassiek conditioneren van emoties is niet perse impliciete kennis omdat je
wel bewust kan zijn van waarom een geconditioneerde respons optreedt,
maar kan wel impliciet zijn: als je bijvoorbeeld een slecht gevoel hebt bij
iemand, maar niet meer weet waarom.
Fysiologische link tussen herinneren van het verleden en inbeelden van de
toekomst.
Er zijn suggesties dat het episodisch geheugen een deel speelt in:
1. Temporal discounting = de keuze om voor een grote beloning in de
toekomst te gaan i.p.v. een kleine nu.
2. Emotie regulatie
3. Prospective memory = in staat zijn om in de toekomst te onthouden
om iets te doen zoals medicatie nemen.
4. Spatial nagivation = routes plannen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkikamphuis1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.