100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting IGW boek: Approaches to Psychology hs 1 t/m 6 - Introductie Gedragswetenschappen () $7.42
Add to cart

Summary

Samenvatting IGW boek: Approaches to Psychology hs 1 t/m 6 - Introductie Gedragswetenschappen ()

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Approaches to Psychology van William Glassman & Marilyn Hadad, de 6e editie, voor het vak Introductie Gedragswetenschappen (IGW) aan de Universiteit van Utrecht. Een overzichtelijke samenvatting die alle begrippen bevat van hoofdstuk 1 t/m 6, dit zijn de belangrijkste hoof...

[Show more]

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • 1 t/m 6
  • January 18, 2025
  • 31
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Approaches to
psychology
Introductie gedragswetenschappen

Hoofdstuk 1: Behaviour and Psychology
Het doel van psychologie: “Het wetenschappelijk bestuderen van gedrag in al
haar vormen.”

Er zijn veel verschillende pogingen geweest om gedrag te formuleren. In de
anatomie werd gedacht dat er een relatie is tussen de grootte van het brein en
mentaal vermogen. Dit zorgde voor de ontwikkeling van frenologie: een
achttiende-eeuwse (verworpen) theorie die beweerde dat men het vermogen van
de mens kon beoordelen door de vorm van de schedel te onderzoeken.

Uitdagingen in de psychologie
 Complexiteit: Omdat gedrag een erg breed en divers begrip is moeten
psychologen werken met interactie tussen veel verschillende units en heel
veel verschillende data/observaties.
 Zelfbewustzijn: Psychologen bestuderen gedrag, maar produceren zelf
ook gedrag. Het zou een bron van fouten zijn als psychologen hun eigen
gedrag als informatiebron gebruiken. Het eigen gedrag kan verkeerd
geïnterpreteerd worden om bij de gebruikte theorie te passen.
 Reactiviteit: Mensen kunnen hun gedrag aanpassen als ze weten dat ze
geobserveerd worden.
 Causaliteit: Het is lastig om de oorzaak van gedrag te achterhalen omdat
het moeilijk is om de invloeden van andere factoren uit te sluiten.
Er zijn verschillende benaderingen in de psychologie. Deze benaderingen
verschillen in hun assumpties, methoden en theoretische structuren. Er is




1

,momenteel geen theorie die alle aspecten van de psychologie kan uitleggen door
de complexiteit van gedrag.



Perceptie en ervaring
Vaak wordt gedacht dat we dingen simpel gezegd ‘zien zoals ze zijn’, dit wordt
naive realism genoemd. De wereld wordt hierbij passief weerspiegeld.
Waarnemen is integendeel een veel complexer proces.

Perceptie: actief proces van selectie, organisatie en interpretatie bij het
waarnemen van de wereld.

Perceptuele ervaringen zijn gebaseerd op:

 Selectie: het brein heeft maar een beperkte capaciteit. Bepaalde prikkels
worden genegeerd en anderen krijgen de focus.
 Selectieve aandacht: perceptueel proces waarbij er selectief gefocust
wordt op bepaalde prikkels. (“bottom-up processing”)
 Interne factoren zoals: ervaringen, er wordt vaak gezocht naar bekende
patronen, en verwachtingen, incomplete informatie wordt vaak zelf
aangevuld. (“top-down processing”),
Ambiguous picture: een afbeelding of andere visuele prikkel die op meer dan
één manier kan worden waargenomen.

Gestalt theory: een gedragstheorie die de actieve, creatieve aard van
perceptie en leren benadrukt. Psychologen stelden dat perceptuele ervaring
het resultaat is van actieve samenstellingen. Er werd gekeken naar hoe
zintuigelijke gegevens georganiseerd en geïnterpreteerd worden. Hieruit zijn
een aantal organisatorische principes ontstaan:

 Principle of similarity: het groeperen van vergelijkbare objecten
 Principle of proximity: objecten dicht bij elkaar groeperen
 Principle of closure: betekenisvolle patronen maken van elementen



Schema: een mentaal kader dat kennis, overtuigingen en verwachtingen
organiseert, en gebruikt wordt om gedrag te sturen.

De schema’s die mensen vormen verschillen per persoon en beïnvloeden hoe
iemand de wereld ziet. Schema’s kunnen stereotypen bevatten of er kan sprake
zijn van een confirmation bias: mensen focussen zich voornamelijk op
informatie die hun assumpties bevestigt (die in hun schema’s passen).

Alle factoren van gedrag onderzoeken is onmogelijk, selectie is dus onvermijdelijk
bij psychologisch onderzoek. Onderzoekers kiezen ervoor om de focus te leggen
op een bepaald onderdeel of een bepaalde vorm van gedrag.

Complementariteit: verschillenden benaderingen van gedrag kunnen naast
elkaar bestaan en goed zijn, maar toch niet tot één model gevormd kunnen


2

,worden. Elk model helpt mee een bepaald onderdeel van gedrag te begrijpen,
maar omvat niet alles.

De oorsprong van psychologie
Psychologie werd een individuele discipline aan het eind van de negentiende
eeuw. Psychologie is voortbestaan uit een combinatie van filosofie (hierbij werd
nagedacht over acties en motivaties) en natuurwetenschappen (hierbij kwamen
causaliteit en de evolutietheorie aan bod).

De twee hoofdgrondleggers van de psychologie:
 Wilhelm Wundt (1832-1920): Creëerde de experimentele psychologie.
Benadering vanuit het structuralisme: een benadering die de inhoud van
de geest probeert te analyseren met behulp van introspectie.
 William James (1842-1910): Heeft een basis opgesteld voor onderzoek
waarbij het belangrijk is om voorzichtig precieze observaties te doen en
om juiste, goede vragen te stellen. Benadering vanuit het functionalisme:
een benadering die gebruik maakt van analyses van processen in het brein
die de functie van bepaalde handelingen verklaren. Gedrag moet een
functie hebben.

Methodes om gedrag te onderzoeken
Er zijn een aantal funderingen voor psychologisch onderzoek.

 Psychologie is empirisch: gebaseerd op directe observaties.
 De observaties moeten goed georganiseerd en geclassificeerd zijn.
 Er ontstaat een gestructureerde set van principes die verschijnselen kan
verklaren, een theorie.
“Observaties suggereren een theorie, een theorie wordt getest door observaties,
observaties suggereren wijzigingen van de theorie, enzovoort.”

Een theorie en observaties zijn door twee cognitieve processen gelinkt aan
elkaar:

1. Inductie: het proces van redeneren gebaseerd op het vormen van
algemene beginselen van specifieke observaties. (Van specifiek naar
algemeen)
2. Deductie: het proces van het trekken van specifieke conclusies uit een set
van algemene beginselen. (Van algemeen naar specifiek)
Een hypothese, een specifieke uitkomst of voorspelling afgeleid uit een theorie,
komt voort uit deductie.

Introspectionisme: is het onderzoeken van gedrag door het eigen gedrag te
analyseren. Hierbij kunnen echter makkelijk (interpretatie)fouten gemaakt
worden die invloed hebben op de kwaliteit van de resultaten.

Om de problemen van introspectie te vermijden, is de psychologie, net als
andere vormen van wetenschap, de nadruk gaan leggen op openbare
observatietechnieken, die het de waarnemers mogelijk maken het eens te
worden over wat er is gebeurd. Een eis voor openbare observaties is het hebben
van een operationele definitie. Dat is een heldere, eenduidige definitie van

3

, een meting: wat wil je meten, hoe wil je dit doen en in welke eenheid wil je de
variabele uitdrukken.

Onderzoeksmethoden die gebruikt worden in de psychologie zijn experimenteel
(onderzoeker kan de onafhankelijke variabele manipuleren) of non-
experimenteel (onderzoeker kan niet manipuleren, vaak correlationeel).

1. Self-report: data verzamelen door aan individuen te vragen hun eigen
gedrag te beschrijven. (Interviews, enquêtes etc.) Soms wordt hierbij een
think-aloud protocol gebruikt, hierbij wordt de participant gevraagd om
hardop te denken.

Interview: de onderzoeker stelt hierbij vragen aan een individu.
Enquête: methode om de attitudes van vele individuen te bepalen door
een aantal vooraf geplande vragen te stellen.

Zelf-rapportage kan ook voor problemen zorgen. Zo kan er een gebrek aan
nauwkeurigheid zijn. Individuen kunnen onduidelijk zijn of liegen tegen de
onderzoeker over hun gedrag.

2. Directe observatie: een observatietechniek waarbij de onderzoeker het
gedrag rechtstreeks meet, in plaats van een persoon te vragen zijn gedrag
te rapporteren.

Natuurlijke observatie: een observatie in de natuurlijke omgeving van
de participant waarbij er niet ingegrepen wordt in de condities.
Participant observatie: de onderzoeker wordt een deel van de
onderzochte groep.
Unobtrusive measure: een indirecte meting van gedrag die bedoeld is
om de reactiviteit te vermijden die bij directe observatie kan optreden.
Quasi-experiment een onderzoeksopzet waarbij deelnemers in groepen
worden ingedeeld op basis van variabelen die de onderzoeker niet kan
manipuleren (bv. leeftijd, lengte, geslacht).
De research setting: in welke context het onderzoek is uitgevoerd. Er kan
gebruik zijn gemaakt van een laboratory setting of een field setting.

Case study: een gedetailleerde beschrijving van één persoon, meestal gebruikt
om informatie te verstrekken over de geschiedenis van de persoon en om het
gedrag van de persoon te helpen interpreteren.

Externe validiteit: in hoeverre resultaten van onderzoek representatief zijn

De aanwezigheid van andere mensen verlaagt de kans dat mensen anderen
zullen helpen, hierover zijn 2 waarschijnlijkheden duidelijk:

1. Verdeling van verantwoordelijkheid: je in mindere mate
verantwoordelijk voelen omdat je ‘samen’ de verantwoordelijkheid deelt.
2. Sociale invloed: hoe andere mensen ons gedrag beïnvloeden, zoals
overeenstemmingsdruk en sociale verwachtingen en normen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Louisa01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.42
  • (0)
Add to cart
Added