100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
management accounting samenvatting 2024/2025 (18/20 eerste zit) $10.07
Add to cart

Summary

management accounting samenvatting 2024/2025 (18/20 eerste zit)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat al mijn notities van de lessen en de slides! Dit zou voldoende moeten zijn want behandel hierin ook alle oefeningen uit de lessen en slides! Uit het academiejaar 2024/2025.

Preview 4 out of 67  pages

  • January 18, 2025
  • 67
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material



Management accoun,ng
les 1
1 = introduc,e à eerste hoofdstuk 2 de handboek
2 = cost accoun,ng = manieren van kostprijs/winstberekening = creëren van transparan,e = technisch
3 = management accoun,ng


Deel 1 : introduc/e
1) inhoud management accoun.ng = STRATEGIE BELANGRIJK
= rapporteringssysteem dat beslissingsnemers op alle niveaus van de organisa,e in staat stelt betere
beslissingen te nemen om meer waarde te creëren voor het bedrijf door:
à Me.ngen = collecteren van data, kost arbeid, kost kapitaal, hoe wat wanneer. (we gaan er vanuit dat data
al,jd beschikbaar en betrouwbaar is) = input data
à analyseren = vanuit de data gaan we informa,e realiseren. Rapporten opmaken over bijvoorbeeld kostprijs
product, winstgevendheid klant, budgeQen, balancescorecards, KPI,… = analyses op input data.
à interpreteren = gebruik van de informa,e = kennis = nemen van beslissingen, welke strategie? Welke klanten
focussen? …
à communiceren = financiële mensen moeten communiceren met non-financials
à plannen en controleren = aansturen = hoe gaan we alle managers/personeel aanzeQen om de strategie te
implementeren? Management controle.

2) kenmerken management accoun,ng
- publiek: werknemers, managers, execu,ves (intern)
à !! financiële accoun,ng richt zich juist op externe par,jen bv aandeelhouders
- doel: op hoogte brengen van interne beslissingen, feedback + controle op presta,es
- beperkingen: geen beperkingen, geen regula,es : info wordt flexibeler opgesteld & aangepast
à !! financiële accoun,ng hee^ wel strikte regels en standaarden (zoals GAAP of IFRS)
- type informa.e: financiële, opera,onele en fysieke maatstaven voor processen, technologie, leveranciers,
klanten en concurrenten
- soort informa.e: meer subjec,ef en beoordelend maar moet gefundeerd, relevant, accuraat zijn
- draagwijdte: niet geaggregeerd DUS rapporten van lokale (specifieke) beslissingen en ac,es

3) doelstellingen management accoun,ng
= voorraadwaardering en resultaatbepaling, KT + LT beslissingen, planning en controle. (5)
= er zijn voorraden die moeten gewaardeerd worden tegen kostprijs, zoals GIB + GP + BIU = gaan we werken met
direct cos,ng of full cos,ng?
= op KT zijn er veel vaste kosten die niet meer beïnvloedbaar zijn. Op extreem LT is alles variabel = planning en
controle = targetzeeng, budget kiezen “belo^es”,

GIB = goederen in bewerking
GP = gereed product = afgewerkte producten die klaar zijn voor verkoop
BIU = bestellingen in uitvoering = zijn in behandeling, maar nog niet afgerond

4) uitdagingen (5)
1 à sleutelsuccesfactoren (KPI’s) = strategie is het uitgangspunt (,jd, kosten, kwaliteit, innova,e)
2 à totale waardeketen analyse = value chain




Downloaded by: juliehuisman2004 | juliehuisman2004@icloud.com Want to earn $1.236 Distribution of this document is illegal
extra per year?

, Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material




3 à Stakeholder tevredenheid/sa.sfac.on = Verschillende stakeholders hebben verschillende belangen:
vormt uitdaging
!! Let op ‘stakeholder’ is een ruim begrip: zowel aandeelhouders, klanten, personeel, leveranciers en
maatschappij (society) vallen eronder DUS kies waarop je wil mikken!
4 à gelijk,jdige interne/externe focus = goed samen werken met non-financial medewerkers, klanten
kennen, stakeholders, concurrenten kennen etc
5 à voortdurende verbetering = compe,,ef voordeel creëren.

5) Cost drivers
= wat drij^ de hoogte van de kostenstructuur van het bedrijf? Welke elementen ingrijpen?
1. Structurele kost drijvers= strategische beslissingen over fundamentele economische kenmerken van
een organisa,e (5)
1. schaal = scape : grote/kleine schaal, R&D kosten verkleinen door grote schaal, meer produceren
kosten verlagen,… consolida,e (=bedrijven samenvoegen) = vanuit kostenstandpunt
2. graad van ver.cale integra.e = scope = wat doen we zelf en wat besteden we uit? Hoe ver,caal zijn
we geïntegreerd? Is het goedkoper sommige dingen uit te besteden? Outsource?
3. ervaring : leercurve = ver,cale as is de kost per eenheid, gaat naar beneden als je ervaring opbouwt,
daarom vaak outsourcen omdat je dan zelf kan focussen op core-businness. Horizontale as is het
aantal (geproduceerde eenheden). = Hoe meer een bedrijf iets doet, hoe beter en efficiënter het
wordt, wat dan de kosten per eenheid kan verlagen.
4. technologie = in welke mate maakt dit de processen efficiënter? Kapitaal of arbeid? Welk
businessmodel?
5. complexiteit = een reduc,e van complexiteit zorgt voor kosten besparing, maar dit is niet meer
mogelijk de dag van vandaag dus we moeten zorgen dat de kost van de complexiteit verkleint. Bv
door producten te combineren of vereenvoudigde op,es aan te bieden

2. Execu,onal kost drijvers = bekwaamheid van organisa,e om product of dienst succesvol te leveren =
eerder opera,oneel. (6)
1. werknemer par.cipa.e = allignment = werknemers en bedrijven op één lijn ziQen wat betre^ hun
doelen. Hoe beter deze alignment, hoe efficiënter en goedkoper de bedrijfsvoering zal zijn, omdat
werknemers doelgericht werken.
2. total quality management = benadering gericht op het elimineren van fouten en het van de eerste keer
goed doen. Het is nauw verwant aan methoden zoals lean en six sigma, waarbij wordt
geprobeerd verspilling en niet-waarde toevoegende ac,viteiten te elimineren.
3. capaciteitsgebruik = zorg voor geen overcapaciteit, (machines, gebouwen, personeel,…) want dat kan
de kosten verhogen. Overheid hee^ daarom technische werkloosheid ingeroepen om bedrijven te
helpen kosten te beheersen (wanneer ze niet op volle capaciteit draaien).
4. efficiënte van fabriekslay-out = PLM, niet hier van toepassing.
5. productconfigura.e = hangt samen met target cos.ng. De manier waarop een product wordt
ontworpen, bepaalt al veel van de kosten. Als je bij het ontwerp kostenbesparend denkt, kun je later
veel besparen in bijvoorbeeld de produc,e en levering.



Downloaded by: juliehuisman2004 | juliehuisman2004@icloud.com Want to earn $1.236 Distribution of this document is illegal
extra per year?

, Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material


6. rela.es met leveranciers/klanten = 60-65% van totale kostenstructuur zit in uw rela,e
met leveranciers. Goede rela,es met leveranciers en klanten kunnen helpen bij het beheersen van
kosten door bijvoorbeeld betere inkoopvoorwaarden of efficiëntere samenwerking.


6) Nieuwe methodes (zie later)

7) 4-stage model of cost system design
Data, externe financiële accoun,ng , kostaccoun,ng , management accoun,ng à input : data




Stage 2 systemen voldoen aan de wetgeving

- Stage 1 = broken systems = data met veel fouten dus veel verschil tss werkelijkheid en data à onbetrouwbaar
- Stage 2 = financieel rappor.ngdriven = data is betrouwbaar, focus vooral op financiële rapportering =
tradi,onele kostensystemen = leidt tot under of over cos,ng. Geen flexibiliteit over gegevens voor management.
- Stage 3 = specialized systeem = aparte systemen die werken met gedeelde database. Kunnen we goede
maturiteit creëren voor management.
- Stage 4 = integreerde systeem = enorm sterke business intelligent.
à maturiteit van je ICT bepaalt wat je kan doen binnen management accoun,ng
Examenvraag : “leg uit … als costdriver” of “welke technieken die we gezien hebben passen in stage vier?”

les 2
Cost accoun.ng = transparan,e creëren in winst ten kostenstructuren

H1: inleiding cost accoun2ng
3 dimensies
1. Kostensoort (materiaal, loon, afschrijvingen) : ‘categorie’ van kosten binnen een organisa,e
2. Kostenobject = KO (waarvan gaan we profit berekenen (product, klant, project, land, markt…)) à unit of analysis
3. Kostprijssysteem (bepaalt hoe je kosten toewijst aan kostenobjecten (methode om kosten te berekenen))

hangt af van =
à Produc,eproces: bepaalt welk kostprijssysteem we gaan hanteren (H4)
à ,jdsaspect (H7) : actual cos,ng, normal cos,ng, standard cos,ng
à integrale of variabele kostprijsberekening (H9)

Er zijn vaak ook problemen met kosten zoals, afgekeurde producten, dienstverlenende afdeling, gemeenschappelijke
produc,eprocessen (wat doe je met die kosten?). Het is belangrijk dat uw kostprijssysteem de realiteit van het bedrijf
weerspiegeld. De gewijzigde omgeving zoals diensten, concurren,e, ruimere assor,menten… maken dit complex.

Downloaded by: juliehuisman2004 | juliehuisman2004@icloud.com Want to earn $1.236 Distribution of this document is illegal
extra per year?

, Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material


H2: kostenbegrippen en kostprijscomponenten
A. Kostenclassifica,es
1. Soort (materiaal, loon, elektriciteit, afschrijving, diensten en diverse goederen, rente, belas,ngen…)
2. Toewijsbaarheid (directe, indirecte kosten = overhead kosten)
3. Rela,e output (variabele, vaste kosten)
4. Tijdsaspect (wanneer doen we de berekening?)
5. Bestemming (product kosten of periode kosten)

1 à Soort
Rente en belas,ngen worden vaak niet meegenomen want werken met EBIT !!

Materiaalkosten: voorbeeld: 150 stuks
beginvoorraad: 100st voor 10 euro = 1000 euro
aankoop: 20st voor 11 euro = 220 euro
verbruik: 50 st
aankoop: 30st voor 12 euro = 360 euro
verbruik: 70 st
à iets wordt pas een kost als je het verbruikt dus hier 120 stuks, de rest zit in eindvoorraad op uw balans
à we hebben een periodiek en permanent systeem. Bij periodiek ga je berekening na afloop van volledige periode
doen en bij permanent con,nue.
à voorraadwaarderingsmethoden: FIFO, LIFO, gewogen gemiddelde voor kost van gebruik (KVG):
FIFO = KVG: 1220 en EV: 360 (periodiek) en permanent is al,jd hetzelfde
LIFO = KVG: 1280 en EV: 300 (periodiek) en permanent is anders maar hier toevallig idem
Gewogen gemiddelde = KVG: 1580/150 *120 = 1264 en EV: 30*10,5333 = 316 (periodiek)
= 1220/120*50 = 508,333 (verbuikt tot nu toe) en nog 70 over ter waarde van 711,66
= (711.666 + 30*12)/ 100 * 70 = 750,166
= 508 + 750 = 1.258 euro (permanent)
Arbeidskosten:
samenstelling: stop in de kost van arbeid wat thuis hoort in de kost van arbeid
à RSZ werkgever + brutoloon + andere arbeidskosten = totale arbeidskost (met andere arbeidskosten = extra
legale voordelen)
àmet: bruto loon – RSZ werknemer – voorheffingen belas,ngen = neVoloon

Afschrijvingen: vb: aankoop machine: 1.000.000 met restwaarde: 0 en levensduur: 5 jaar
Lineair: elk jaar 200 000 euro afschrijven
degressief: 40% eerste jaar (400.000), dan blij^ 600.000 over terug 40 procent (240.000), …
Kost jaar 1 gaat bij degressief dubbel zijn dan bij lineair, en op het einde minder. De kost hangt af van geschaQe
restwaarde, van levensduur en van methode.

2 à toewijsbaarheid
Vb: hoe bij een carosseriebedrijf de kosten verdelen over alle herstellingen?
(goed bij houden welke onderdelen voor welke auto gebruikt zijn = directe kosten).
(stel 5.000 auto’s gemaakt en kosten hierover verdelen)

1. Directe kosten = een kost die direct gelinkt wordt aan de kostenobject.
à één op één rela,e met kostenobject (Direct materiaal): “bill of materials” (bv. restaurant: alles in een recept)
à werkuren kunnen ook direct gelinkt worden. (enkel dit stuk van de personeel kosten) “Directe arbeid”. ==
vergt meetsystemen.




Downloaded by: juliehuisman2004 | juliehuisman2004@icloud.com Want to earn $1.236 Distribution of this document is illegal
extra per year?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliehuisman2004. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$10.07
  • (0)
Add to cart
Added