Een samenvatting over het burgerlijk recht inleidend. Inleidende informatie over het vak, waarin onder andere de bodemprocedure, kortgedingprocedure en het verzoekschriftprocedure wordt behandeld
Art 42 RO: ‘De rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken, behoudens bij
de wet bepaalde uitzonderingen.’
In eerste aanleg is de rechtbank bevoegd, behalve als volgens de wet anders wordt
aangegeven.
Verder moet er gekeken worden welke kamer er kennis kan/mag nemen van een zaak:
Civiele kamer:
- Alle burgerlijke zaken die niet aan de eisen van kantonzaken voldoen
- Wanneer er specifiek in de wet staat dat de zaak voor de civiele kamer bestemd is.
Kantonkamer ( Art 93 Rv):
- zaken waarin de vordering (inclusief rente tot de dag waarin de zaak aanhangig is gemaakt)
maximaal € 25.000,- bedraagt. Ook wel waardevorderingen genoemd.
- zaken waarin de vordering van onbepaalde waarde is en er duidelijke aanwijzingen zijn dat
de vordering een waarde heeft tot maximaal €25.000,-.
- arbeidszaken, huurzaken, zaken over consumentenkoopovereenkomsten en zaken over
consumentenkredietovereenkomsten. Ook wel aardvorderingen genoemd.
- andere zaken waarin de wet uitdrukkelijk de kantonrechter als bevoegde rechter aanwijst.
Vooral pachtzaken.
Objectieve cumulatie is sprake van wanneer een eiser verschillende vorderingen op de gedaagde wil
werpen, en deze in één dagvaarding wil opnemen. Hierbij is een verband tussen de vorderingen
onnodig. Wanneer er sprake is van meerdere geldvorderingen moeten deze worden opgeteld om de
bevoegde kamer te vinden. (art 94 lid 1 Rv) Wanneer er sprake is van een waarde- en aardvordering
worden deze niet bij elkaar opgeteld. Volgens art 94 lid 2 Rv moet er dan wel een verband zijn tussen
de vorderingen en mag deze door de kantonrechter behandeld worden.
Subjectieve cumulatie: is sprake van wanneer er sprake is van of verschillende eisers of verschillende
gedaagden. Anders dan bij objectieve cumulatie is het wel verplicht om een verband tussen de
vorderingen te hebben. (art 107 Rv)
Relatieve competentie:
Op grond van art 99 lid 1 Rv is in de dagvaardingsprocedure de rechter van de woonplaats van de
gedaagde bevoegd. Tenzij de wet anders bepaald. Enkele uitzonderingen worden benoemd in
artikelen 100-110 Rv.
Dagvaarding:
De eisende partij begint met een officieel document genaamd de dagvaarding. De procedure begint
op het moment dat de gedaagde de dagvaarding ontvangt. (art 45 jo. Art 111 lid 1 Rv). Een
dagvaarding wordt opgesteld door (een advocaat of gemachtigde van) de eisende partij.
De eisen voor de dagvaarding worden weergegeven in de volgende artikelen: art 45 lid 3 Rv/
art 111 lid 1/2/3 Rv
De functies van een dagvaarding zijn: oproepen van de gedaagde in het rechtsproces en het
mededelen van de eis aan de gedaagde.
,Gebrek in de dagvaarding:
De hoofdregel van een dagvaarding die niet voldoet aan de eisen is nietigheid. Art 120 lid 1 Rv.
Wanneer dit gebeurd wordt de rechtszaak inhoudelijk niet behandeld. De eiser kan opnieuw een
dagvaarding opstellen en dor de deurwaarder te laten tekenen.
Een nietige dagvaarding kan ook hersteld worden door een herstelexploot art 120 lid 2 Rv. Dit is een
officieel document waarmee een deurwaarder een gebrek in de dagvaarding gecorrigeerd. Dit is
wanneer er nog genoeg tijd is tot de roldatum om dit te fixen voor de mondelinge behandeling van
de zaak.
Een andere mogelijkheid om een gebrek te herstellen staat in art 121 lid 1 Rv. Als de gedaagde op de
roldatum niet verschijnt en dit komt door een gebrek in de dagvaarding, dan wordt er geen verstek
tegenover de gedaagde verleent. Er wordt door de rechter een nieuwe roldatum bepaald en de eiser
moet dan een herstelexploot opstellen voor de gedaagde. Art 121 lid 2 Rv. Wanneer blijkt dat door
een gebrek aan de dagvaarding deze niet is aangekomen bij de gedaagde, dan wordt deze wel nietig
verklaard. Art 121 lid 3 Rv.
Wanneer de gedaagde wel verschijnt in het geding maar er is een gebrek in de dagvaarding, wordt
deze niet vernietigd. Art 122 lid 1 Rv.
Betekenen van de dagvaarding
Betekening van de dagvaarding wordt gedaan door een daartoe bevoegde gerechtsdeurwaarder art
45 lid 1 Rv.
Er moeten twee exemplaren van een dagvaarding aan een deurwaarder worden geleverd.
Hierbij worden beide betekend. De één gaat naar de gedaagde en de andere betekende
versie wordt terug aan de eiser geleverd. Art 45 lid 5 Rv en art 15 lid 2
Gerechtsdeurwaarderswet.
art 64 Rv bepaald dat een deurwaarder geen exploten mag tekenen tussen 20.00 uur en
07.00 uur, eveneens mag dit niet op zon- en feestdagen. Enkele uitzonderingen zijn te vinden
in art 64 lid 3 Rv.
Volgens artikel 46 lid 3 Rv kan een dagvaarding niet geweigerd worden.
Verloop dagvaardingsprocedure:
Stap 1: de dagvaarding
Bij het betekenen van de dagvaarding moet er rekening gehouden met een dagvaardingstermijn. Dit
termijn is voorgeschreven op minimaal één week. Art 114 Rv. Nadat de eisende partij een betekende
versie van de dagvaarding heeft ontvangen, moet deze geleverd worden aan de rechtbank om de
zaak op de rol te zetten. Dit wordt gedaan door de advocaat van de eiser. Volgens art 125 lid 2 Rv
moet de advocaat dit doen tot maximaal één dag voor de eerste roldatum. Wanneer dit niet tijdig
gebeurd dan is de zaak niet aanhangig bij de rechtbank en kan een herstelexploot worden
uitgebracht. De rol is de administratieve agenda van de rechtbank. Deze wordt beheerd door de
griffie.
, De twee verschillende kamers hebben ook hun eigen reglementen. Voor de civiele kamer is dit het
‘landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken.’ De kantonkamer heeft
zijn eigen reglement.
Er geldt een regel voor de gedaagden om binnen vier weken het griffierecht te betalen, anders wordt
er verstek tegen de gedaagde verklaard.
Stap 2: conclusie van antwoord
Nadat de eiser de dagvaarding heeft geleverd heeft de gedaagde het recht antwoord te geven op de
dagvaarding. Hier is het doel om het verhaal en schriftelijk verweer van de gedaagde weer te geven.
Art 128 lid 2 Rv. De gedaagde heeft een termijn van 6 weken om een conclusie van antwoord in te
dienen. Art 128 lid 2 Rv.
Stap 3: de comparitie na antwoord
De comparitie na antwoord (art 131 Rv) is de mondelinge behandeling van het rechtsproces na de
schriftelijke ronde(s). De beslissing voor comparitie van partijen wordt gedaan in een tussenvonnis.
Hierin wordt de datum, tijd en rechter bepaald. Wanneer een rechter de zaak nog niet geschikt vindt
om naar een mondelinge behandeling over te gaan, kan er conclusies van repliek en dupliek
ingeroepen worden. Dit zijn tweede schriftelijke rondes.
Stap 4: het vonnis
Bij een eenvoudige dagvaardingsprocedure komt na de mondelinge procedure het vonnis van de
rechter (art 229 e.v. Rv). Het vonnis is het schriftelijk oordeel van de rechter over de rechtszaak. Het
vonnis eindigt met een dictum, dit is het deel waarin de uiteindelijke beslissing van de rechter staat
genoteerd. Een rechter doet dit vaak binnen een termijn van zes weken na de laatste roldatum. Maar
dit termijn kan ook worden opgerekt. Het vonnis moet namelijk in het openbaar plaatsvinden (art 29
Rv). Verder moet het vonnis onderbouwd zijn met een motivering om te zien op welke gronden de
rechter tot die beslissing is gekomen. (art 30 en art 230 lid 1 Rv).
Verschillen kantonrechter en civiel
kantonrechter civielrechter
Termijn verrichten van 4 weken 6 weken
proceshandeling
vertegenwoordiging Eiser en gedaagde hoeven zich Vertegenwoordiging is
niet te laten verplicht
vertegenwoordigen door een
advocaat
Indienen processtukken In kantonzaken kunnen Processtukken kunnen alleen
conclusies en akten (behalve vóór de roldatum kunnen
schriftelijk) ook mondeling worden ingeleverd. Art 82 lid 3
worden uitgevoerd. Art 82 lid 1 Rv
en 2 Rv
griffierecht Alleen de eiser moet Beide partijen moeten
griffierecht betalen griffierecht betalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lyannaklaver0207. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.
