100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Accounting for managers - 2024-25 - master in management $9.63
Add to cart

Summary

Samenvatting Accounting for managers - 2024-25 - master in management

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Accounting for managers - 2024-25 - master in management

Preview 4 out of 56  pages

  • January 19, 2025
  • 56
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Block 1:
Overzicht

1. What is (management) accounting?
2. Cost terminology
3. Cost classification (klassificeren van Kosten)
4. Cost behaviour (kostengedrag)
5. Introduction to CVP

LEARNING OBJECTIVES:

- Begrijpen hoe management accounting bijdraagt aan een bedrijf
- Kosten classificeren en kostengedrag identificeren


1. What is (management) accounting?
A) Wat is accounting?
Accounting (boekhouding) is een taal die economische informatie communiceert naar
stakeholders.

American Accounting Association (AAA) definition :
“The process of identifying, measuring and communicating economic information to permit
informed judgements and decisions by users of the information.”

Boekhouding levert financiële en niet-financiële informatie om besluitvormers te helpen goede
beslissingen te nemen.

B) What is a stakeholder?
Stakeholders zijn verschillende partijen die een belang hebben in de organisatie.

▪ Interne stakeholder: (werknemers, managers, …) individuen of groepen binnen een
organisatie die een direct belang hebben bij de activiteiten en resultaten van het bedrijf.
• Managers: besluitvorming en controle
Voorbeelden: Managers hebben informatie nodig over geschatte
verkoopprijzen, kosten, vraag, concurrentie, winstgevendheid van
producten...
• Werknemers: werkzekerheid en lonen
Voorbeeld: Werknemers hebben informatie nodig over het
vermogen van het bedrijf om aan looneisen te voldoen.
▪ Externe stakeholder: overheid, aandeelhouders
• Shareholders: hebben informatie nodig over de waarde van hun
investering en de inkomsten uit hun aandelenbezit.
• Creditors (schuldeisers): hebben informatie nodig over het vermogen van
het formulier om aan financiële verplichtingen te voldoen.
• Overheid: wettelijke vereisten en beleidsbepaling



1

, Voorbeeld: De belastingdienst heeft informatie nodig over de
belastbare winst van bedrijven.
▪ Other stakeholders:
klanten (bijv. kan het bedrijf mijn product op tijd leveren?), het publiek (bijv.
hoeveel wordt het topmanagement betaald in vergelijking met de gemiddelde
werknemer?)...

C) Management versus Financial accounting
Wat is management accounting?

▪ Management accounting is de taal die intern wordt gebruikt
▪ Bezig met de informatievoorziening aan managers.
▪ Heeft als doel de besluitvorming, de efficiëntie en de effectiviteit van bestaande
operaties te verbeteren.
▪ Niet onderworpen aan regelgeving.
▪ richt zich op het rapporteren van informatie voor verschillende onderdelen van het
bedrijf.
▪ meer nadruk op het rapporteren van geschatte toekomstige kosten en opbrengsten.
▪ Management reports worden veel frequenter gemaakt.
▪ Managementboekhouding wordt ad hoc (per situatie) opgesteld:
Voorbeelden:
- Een verkoopbudget voor strategische besluitvorming door managers
(management accounting).
- Jaarlijkse financiële overzichten voor investeringsbeslissingen door de
aandeelhouder (financiële boekhouding)

In tegenstelling tot FINANCIALE ACCOUNTING die

▪ De taal is die wordt gebruikt om te communiceren met externe gebruikers
▪ Onderworpen is aan regelgeving.
▪ Wettelijke verplichting (statutory requirement) voor naamloze vennootschappen om een
jaarrekening op te stellen; dit is optioneel voor management accounting
▪ Financial accounting reports moeten worden opgesteld in overeenstemming met
algemeen aanvaarde boekhoudprincipes (bijv. de International Financial Reporting
Standards).
▪ Financial accounting reports beschrijven het hele bedrijf
▪ Rapporteert historische informatie (verleden)


2. Cost terminology
Cost: De hoeveelheid middelen in monetaire termen om iets te verkrijgen.

Cost object: Elk item waarvoor we een aparte meting voor kosten willen.

Waarom hebben we kosteninformatie nodig?

▪ Voorraadwaardering en financiële rapportage
▪ Prijsbeslissingen van producten en diensten
▪ Budgettering en winstplanning
▪ Kostenbeheersing en kostenreductie

2

, A) Types of organizations
▪ Manufacturing (productie): organisaties kopen grondstoffen in bij leveranciers en zetten
deze om in tastbare producten met behulp van arbeid en kapitaal.
- Raw material inventories (grondstofvoorraden)
- Work in progress (WIP) inventories
- Finished goods inventories
▪ Merchandising: organisaties verkopen tastbare producten die ze eerder van een
leverancier hebben gekocht (bijv. supermarkten en groothandels).
- Finished goods inventories
▪ Service: organisaties leveren taken of activiteiten aan klanten
- (soms WIP: bijv. gedeeltelijk voltooid werk door een advocaat aan het
einde van de boekhoudperiode)

B) Soorten kosten:
De totale kosten van een kostenobject kunnen worden onderverdeeld in 2 brede categorieën:

Direct cost + indirect cost = total cost

▪ Directe kosten: Kan direct worden herleid naar het kostenobject.
▪ Indirecte kosten: Kunnen niet direct worden herleid naar het kostenobject. Indirecte
kosten worden toegerekend aan het kostenobject (Zie later)

Directe kosten:

▪ Direct materials (DM): materiaalkosten die specifiek en exclusief kunnen worden
geïdentificeerd met het kostenobject.
Manufacturing: DM = wol en kostenobject = gebreide trui
Merchandising: DM = t shirt en kostenobject = kledingwinkel
Service: DM = autowiel en kostenobject is autogarage
▪ Direct labor (directe loonkosten) (DL): loonkosten die specifiek en exclusief kunnen
worden geïdentificeerd met het kostenobject. Fysieke waarneming kan gebruikt worden
om de tijd te bepalen die gebruikt is om het product te produceren of de dienst te
leveren.
Manufacturing (kostenobject = product): kosten om de grondstoffen om te
zetten in een product.
- Kniptijd van de stof per trui vermenigvuldigd met loonkosten

Service (cost object = client/service): kosten voor het leveren van de dienst die
specifiek kunnen worden geïdentificeerd met een individuele klant/dienst.

- Tijd die nodig is voor een reparatie in een garage vermenigvuldigd met
loonkosten

Merchandising: hangt af van het kostenobject. Bijv. warenhuis (kostenobject =
mannelijke modeafdeling): salarissen van verkooppersoneel op die afdeling.

Indirecte kosten (overhead): Kan niet specifiek en exclusief worden geïdentificeerd met een
kostenobject




3

, ▪ Bijvoorbeeld werknemers in materiaalopslag of cafetaria van een productiebedrijf
(indirecte arbeid) => lonen van elke werknemer wiens tijd niet direct kan worden
geïdentificeerd met het product/de dienst (kostenobject).
▪ Bijv. materialen die worden gebruikt om machines in een productiebedrijf te repareren
en te onderhouden (indirecte materialen) => materialen die niet direct kunnen worden
geïdentificeerd met het product/de dienst (kostenobject).
▪ Bv. verwarmingsfactuur (andere indirecte kosten) => alle kosten die niet direct kunnen
worden geïdentificeerd met het kostenobject en hierboven niet zijn opgenomen.

Het onderscheid tussen directe en indirecte kosten hangt af van het kostenobject. Een kost kan
direct zijn voor het ene en indirect voor het andere kostenobject.

Voorbeeld: Het salaris van schoonmaakpersoneel in een bakkerij is indirect als het
kostenobject een brood is, maar direct als het kostenobject de bakkerij in een bepaalde
maand is.

Directe kosten kunnen als indirecte kosten worden behandeld als het traceren van kosten
onredelijk of te duur is.

Voorbeeld: Lijm die wordt gebruikt bij het in elkaar zetten van kledingkasten: De
hoeveelheid lijm die nodig is voor één kleerkast kan specifiek worden geïdentificeerd,
maar de kosten zijn waarschijnlijk onbeduidend en zullen doorgaans als indirect worden
behandeld.


3. Cost classification
Manufacturing costs Non-manufacturing costs




Voor winstmeting en voorraadwaardering is het noodzakelijk om kosten te classificeren als
product- of period costs.

Product costs:

▪ Kosten die verband houden met goederen die zijn gekocht of geproduceerd voor
wederverkoop.

Period costs:

▪ Kosten die niet specifiek verband houden met het produceren of aankopen van een
product of het leveren van een dienst die inkomsten genereert.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NoahL. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.63
  • (0)
Add to cart
Added