100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting economische klantwaarde $7.42
Add to cart

Summary

Samenvatting economische klantwaarde

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle stof voor het tentamen Economische klantwaarde in het 2e leerjaar van de opleiding Facility Management aan de HAN te Nijmegen. Samenvatting van de oude druk van het boek, maar komt exact overeen met de nieuwe editie.

Preview 3 out of 16  pages

  • January 19, 2025
  • 16
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting EKW
Hoofdstuk 3: Financiële overzichten
Paragraaf 1: Financiële overzichten
Dubbel boekhouden = iedere transactie wordt twee keer geregistreerd, namelijk
als post op de creditzijde met een tegenhanger op de debetzijde.
Onderscheid tussen handelstransacties:
- Transacties die invloed hebben op de hoogte van bezittingen en schulden
- Transacties die leiden tot opbrengsten en kosten in een periode
De bezittingen (debetzijde) en schulden (creditzijde) worden op de balans
vastgelegd.
Eigen vermogen = verschil tussen de waarde van bezittingen en schulden
Balans = overzicht van de bezittingen, schulden en eigen vermogen van een
organisatie.
De balans is een momentopname!
Resultatenrekening = overzicht waar opbrengsten en kosten uit activiteiten
worden genoteerd.
Stroomgrootheid = kosten, opbrengsten, winst over een periode.
Kasstroomoverzicht = geldstromen die in een bepaalde periode door het bedrijf
worden gedaan.



Paragraaf 2: Balans
Een balans is een financieel overzicht waarin aan de linkerkant (debetzijde) de
bezittingen (activa) van een bedrijf staan en aan de rechterkant (creditzijde) de
manier waarop deze bezittingen zijn gefinancierd.
Twee manieren om bezittingen te financieren:
- Met eigen geld (eigen vermogen), hoeft niet terugbetaald te worden
- Met geld van schuldeisers (vreemd vermogen), moet wel terugbetaald
worden
Vaste activa = bezittingen van een organisatie die langer dan één
productieproces mee gaan
- Materiële vaste activa (duurzame productiemiddelen); kun je echt zien en
vasthouden
- Immateriële vaste activa; kunnen niet worden vastgehouden, maar levert
wel geld op (octrooi, auteursrecht)
- Financiële vaste activa; geld op bankrekening, kan ook worden belegd

,Goodwill = een bijzondere vorm van immateriële vaste activa. Is het verschil
tussen de betaalde waarde voor een bedrijf of onderdelen van een bedrijf en de
boekwaarde van de gekochte activa.
Vlottende activa = alle bezittingen die binnen één jaar of één productieproces
worden verbruikt en binnen het jaar van de balans verdwijnen
- Voorraden
- Debiteuren
- Overlopende activa (vooruitbetaalde verzekeringspremies)
- Belggingen korter dan één jaar
- Liquide middelen (banksaldo of kasgeld)
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende onderdelen:
- Aandelenkapitaal in het geval van een bv of nv, is het totaal van het aantal
uitgegeven aandelen vermenigvuldigd met nominale waarde per aandeel
- Reserves, het gedeelte van het eigen vermogen dat niet kan worden
toegerekend aan het aandelenkapitaal. Veel voorkomende vormen van
reserves:
 Agioreserves = verschil tussen het ontvangen bedrag uit een
aandelenemissie en de nominale waarde van de uitgegeven
aandelen
 Herwaarderingsreserve = als de waarde van activa door
economische omstandigheden toeneemt dan wordt dit voordeel, om
het evenwicht tussen de debet- en creditzijde te bewaren, op de
credit zijde als een herwaardering bijgeboekt.
 Winstreserve = er ontstaat een winstreserve als de winst na
belasting of een gedeelte van de behaalde winst na belasting niet
wordt uitgekeerd.
Vreemd vermogen = vermogen dat tijdelijk door vermogensverschaffers aan de
onderneming is verstrekt.
- Voorzieningen; post op de balans die door periodiek uit het resultaat van
een bedrijf is gevormd om ten laste van deze post toekomstige verwachte
uitgaven te kunnen doen.
- Schulden; lening die op den duur terug moet worden betaald aan de
vermogensverschaffer(s).
 Schulden op lange termijn; schulden die langer dan een jaar lopen
en pas na meer dan één jaar hoeven te worden afgelost
 Schulden op korte termijn; schulden die minder dan een jaar lopen
en binnen één jaar moeten worden afgelost (crediteuren, te betalen
belasting, te betalen divident)



Paragraaf 3: Resultatenrekening
De basisvorm van een resultatenrekening is als volgt:
Omzet – inkoopwaarde van de omzet (= Brutowinst) – totale bedrijfskosten (=
EBIT) +/- rente (= nettowinst voor belasting) – belastingen = nettowinst na
belastingen

, Wat valt er onder bedrijfskosten:
- Afschrijvingen
- Toevoeging aan voorzieningen
- Personeelskosten
- Administratiekosten
- Marketing
- Huur
- Overige bedrijfskosten

Paragraaf 4: Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht = laat zien hoeveel geld een bedrijf in een jaar per saldo
netto heeft ontvangen, hoeveel geld het bedrijf heeft geïnvesteerd en hoeveel
geld er aan de vermogensverschaffers is uitgekeerd.
Kasstroomoverzicht kan gebruikt worden voor:
- Vaststellen waar het geld in afgelopen periode vandaan is gekomen en hoe
het is uitgegeven
- Inschatting maken in hoeveel geld men de komende perioden uit
verschillende bronnen wordt verwacht te ontvangen of uit te geven
Operationele kasstromen = ontvangsten en betalingen die voortvloeien uit de
dagelijkse activiteiten waarmee de organisatie zijn geld verdiend.
- Betalingen van klanten
- Betalingen aan leveranciers, personeel en belastingdienst
Investeringskasstromen = betalingen aan leveranciers van de vaste activa en de
ontvangsten van de verkoop van gebouwen, machines en inventaris die het
bedrijf niet meer nodig heeft.
Financieringskasstromen = betalingen aan de vermogensverschaffers in de vorm
van aflossingen op leningen, rente en een winstuitkering.
Bedrijfsresultaat = verschil tussen de opbrengsten en de kosten in een jaar.
Vrije kasstroom = optelsom van de kasstroom op operatiebasis en de
investeringskasstroom.
De overzichten worden niet alleen gebruikt om achteraf te zien waar het goed of
fout is gegaan, maar ook voor het maken van toekomstplanningen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tjtmanders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59804 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.42
  • (0)
Add to cart
Added