Samenvatting literatuur week 6 Europese rechtsgeschiedenis
31 views 0 purchase
Course
Europese rechtsgeschiedenis
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Hoofdstukken uit de Europese codificatiegeschiedenis
Samenvatting van de verplichte literatuur uit week 6 en 7. Hoofdstuk 9 en 10 samengevat uit het boek van Hoofdstukken uit de Europese codificatiegeschiedenis.
Samenvatting literatuur ERG week 6
Hoofdstuk 9
De continentaal West-Europese Juridische cultuur wordt overheerst door een wetboek, het
Corpus Iuris Civilis, dat door de Oost-Romeinse keizer Justinianus in de jaren tussen 529 en
534 werd uitgevaardigd; die van Engeland door de gewoonte die tot uitdrukking komt in de
uitspraken van de rechters die op basis daarvan recht spreken.
Common law en civil law
De receptie van het Romeinse recht op het West-Europese continent en in Schotland heeft
andere oorzaken dat het Romeinse verleden. Het Romeinse recht heeft zich daar een
vooraanstaande positie kunnen veroveren door de relatieve zwakte van het lokale recht die
in het bijzonder kwetsbaar maakte voor de invloed van het geleerde Romeinse recht
(Schotland) en vooral door het feit dat er binnen de staten op het West-Europese continent
geen rechtseenheid bestond. Er ontstond daarom behoefte aan een gemeenschappelijke, zij
het subsidiaire, rechtsbron, aan een ‘gemeen recht’ (ius commune). Het Romeinse recht
heeft eeuwenlang in die behoefte kunnen voorzien.
In Engeland bestond daaraan geen enkele behoefte en wel omdat er zich daar, reeds voor de
‘receptie’ van het Romeinse recht op het continent goed en wel had plaatsgevonden, een
eigen, Engels ‘gemeen recht’ had ontwikkeld, de ‘common law’, dat bovendien niet zoals het
West-Europese ‘gemene recht’ slechts subsidiaire, maar exclusieve gelding had.
De rechtsontwikkeling op het West-Europese continent kent twee grote cesuren die
historische continuïteit en organische ontwikkeling van het recht nadelig hebben beïnvloed.
De eerste is de ‘receptie’ van het Romeinse recht die overal op het continent tegen het
einde der 15de eeuw haar beslag heeft gekregen en die het voordien geldende lokale
gewoonterecht naar de tweede plan verwees. De tweede is de Franse revolutie. Het is
namelijk zeer de vraag of zonder het verschijnen van de Code civil (1804) en het
codificatieprogramma van de Franse revolutie, dat werd gedragen door het primaat van de
wet als uitdrukking van de ‘volonté générale’ (Rousseau), ooit op zoveel plaatsen in Europa
een codificatie van het privaatrecht tot stand zou zijn gekomen. Dergelijke breuken kent de
Engelse rechtsontwikkeling niet. Zij kenmerkt zich door een grote mate continuïteit.
1066 Normandisch hertog Willem (Willem de Veroveraar) Engeland veroverde. Toen werd
grondslag gelegd van een staatsbestel dat zijn gelijke op het West-Europese continent niet
kende. Het koninkrijk bestond uit een aantal kleinere Saksische koninkrijkjes. Er bestond
binnen het koninkrijk geen eenheid van recht. De rechtsverscheidenheid was aanvankelijk in
Engeland niet anders dan op het continent. Toch ontwikkelde het Engelse recht zich niet in
de richting die op het continent werd gevolgd. De oorzaak daarvan dient te worden gezocht
in het feit dat de koning van Engeland zich in zijn nieuw verworven rijk een vrijheid van
handelen kon veroorloven die op het continent ondenkbaar zou zijn geweest.
De regeringsperiode van koning Hendrik II (1154-1189) is van beslissende betekenis geweest
voor de ontwikkeling van de Engelse ‘common law’ en wel omdat hij er een politiek van
begon te maken de competentie van de lokale gerechten, waarin naar lokaal gewoonterecht
werd rechtsgesproken, zoveel mogelijk uit te hollen. Hij maakte daartoe op ruime schaal
gebruik van rondreizende rechters (justices in eyre), die bevoegd waren om overal in zijn
koninkrijk namens hem recht te spreken, zij het in een beperkt aantal zaken, voornamelijk
die waarmede het belang van de kroon direct was gemoed. De koning had de competentie
van zijn rondreizende rechters vastgelegd in een aantal verordeningen (assizes); de
, rondreizende rechtbanken werden later ‘Courts of Assizes’ genoemd. Het fenomeen van
rondreizende rechters is tot 1971 toen het stelsel definitief werd afgeschaft, een wezenlijk
kenmerk van het de Engelse rechterlijke organisatie gebleven.
De instelling van namens de koning rechtsprekende rondreizende rechters vormt het
beginpunt in de ontwikkelingsgeschiedenis van de ‘common law’, van het Engelse ius
commune. Zij werden door de koning benoemd en waren dus de vertegenwoordigers van de
centrale overheid (koning) en niet verbonden aan de landstreken (counties) waarin zij
toevallig rechtspraken. De koning zorgde er bovendien voor dat zij voortdurend hun zetel
verplaatsen, zodat zij niet aan een bepaalde landstreek (en het daarbinnen geldende
gewoonterecht) verknocht konden raken.
De bevoegdheid (absolute competentie) van de rondreizende rechters reikte oorspronkelijk
tot een aantal nauwkeurig omschreven gevallen maar dit breidde zich steeds meer uit, ten
koste van de lokale rechtbanken omdat de koning hen is steeds meer gevallen bevoegd
maakte. Een rechtvaardiging voor de expansie van de koninklijke jurisdictie was niet moeilijk
te vinden; koning was beschermheer van zijn onderdanen. Op deze basis wist de koning, die
vrede in het land diende te handhaven, zijn eigen rechters in steeds meer gevallen
competent te maken. De techniek waarvan hij zich daarbij bediende is voor de ontwikkeling
van de ‘common law’ van groot belang geweest. Zij berustte op het zogeheten ‘writ’.
Een ‘writ’ was een geschrift dat een bevel van de koning behelsde en dat werd opgesteld
door zijn kanselarij, waarvan de ‘Lord Chancellor’ het hoofd was. Wanneer nu een
onderdaan de koning om rechtsbescherming verzocht, kon de koning te zijnen gunste een
‘writ’ uitvaardigen. Daarin werd bevel gegeven aan de lokale gezagsdrager (sheriff) van het
district waar de persoon woonde tegen wie de burger om bescherming vroeg ervoor zorg te
dragen dat aan de verlangens van de requirant (degene die de hulp van de koning had
ingeroepen) werd voldaan, tenzij de andere partij bereid was zich voor een van de
rondreizende koninklijke rechters te verantwoorden (writ = dagvaarding voor een koninklijke
rechter). Sinds Hendrik II werd in zo’n ‘writ’ tevens opdracht gegeven aan het lokale gezag
(sheriff) om een ‘jury’ samen te stellen bestaande uit 12 mannen die over de feiten van de
zaak moesten oordelen.
Zo leerde wij een drietal elementen van de koninklijke rechtspraak kennen die van
beslissende betekenis zijn geweest voor de ontwikkeling van de ‘common law’:
A de ‘writ’ als het document dat dient om een juridische procedure te openen ten overstaan
van
B een koninklijke rechter en waarin
C door een ‘jury’ wordt geoordeeld over de feiten
Dit kreeg een grote populariteit. Terwijl in de door de plaatselijke baronnen overheerste
lokale rechtbanken het bewijsrecht van de ‘dark ages’ heerste dat kenmerkte zich door de
zogeheten ‘ordeals’ (godsoordelen door gerechtelijke duels, vuurproef of watertest), heerste
in de ’s konings gerechtshof een verlicht procesrecht.
Er kwam zo sinds de regering van Hendrik II een proces op gang in de loop waarvan een
volledige competentieverschuiving plaatsvond van de lokale gerechten, waarin naar lokaal
gewoonterecht werd rechtsgesproken, naar de centrale overheid benoemde rechters.
Het centraliseringsproces werd nog meer bevorderd doordat Hendrik II in 1178 een aantal
specialisten uit zijn hofraad (curia regis) die zich permanent de koninklijk ‘writs’ procedures
zouden gaan bezighouden. Zij reisen als ‘justices in eyre’ door het land, maar hielden tevens
voor zover zij niet op reis waren, permanent zitting in de nabijheid van de koning en sinds
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Doju. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.