What do you mean? This was literally all we needed to know last year. Maybe it's changed this year.
By: angela_de_visser • 4 year ago
By: KeepOnSmilingx • 4 year ago
Translated by Google
Is a summary of last year, not this year
Seller
Follow
snxlllllll
Reviews received
Content preview
Gedragsverandering
Voorkennis van menselijk gedrag
Gewenning en habituatie Iets gewoon worden. De interesse ervoor zal afnemen.
Priming Kleine terugkerende prikkels uit de omgeving die de mens op een
onbewuste manier waarneemt, geven toch een invloed.
Gevoelige of sensitieve Een kind is zeer gevoelig in deze periode om een bepaalde functie te
periode ontwikkelen.
Tijdelijk aangepast gedrag = transient adaptive behavior
Kinderen leren uit hun valervaringen
Inprenting (imprinting) Opslaan van informatie tijdens een welbepaalde periode van de
ontwikkeling.
Triggerfuncties Gedrag wordt gestimuleerd door externe prikkels.
Hechting (attachment)
Adaptatie Adaptatie vindt plaats wanneer organismen zich aanpassen aan hun
leefomstandigheden en hierdoor erfelijk veranderen in hun
morfologische structuren of hun gedrag.
Evocatieve interactie Eigen aanvangskenmerken die bepaalde gedragingen bij de ouder
oproepen.
Actieve interactie Het steeds op elkaar reageren.
Er is actieve interactie doordat het kind ook zelf de omgeving waarin
het opgroeit vanaf een bepaalde leeftijd voor een deel zelf kiest.
Aangeboren gedrag De aangeboren instinctmatige gerichtheid die aanwezig is vanaf de
geboorte en de basis is voor heel wat leerprocessen.
Instincten Kristallisatie van gedragsadaptatie aan het milieu waarin het organisme
leeft.
Gedragspatronen De manier waarop men zich gedraagt. Een deel van ons gedrag is door
erfelijkheid of aanleg bepaald, maar doorheen onze levensloop leren
we ook gedrag aan.
Conditionering Conditionering is in de psychologie een verzamelterm voor
leerprocessen waardoor een organisme zich aanpast aan de omgeving.
Geconditioneerd gedrag verwijst letterlijk naar gedrag dat in functie
staat van condities of omgevingstoestanden, met andere woorden van
de context.
We spreken van twee vormen van conditionering:
1) Respondent leren of klassieke conditionering
2) Operant leren of instrumentele conditionering
p. 86-91
Klassieke (respondente)
conditionering
Extinctie Extinctie treedt op door niet-bekrachtiging van het gedrag.
Respondent leren Leren gebeurt hier dus door het opbouwen van associaties van
zintuigelijke prikkels en gedragselementen tot ketens waarin wordt
geanticipeerd doordat schakels in die ketens de functie kunnen
overnemen van laterkomende schakels.
,Prikkelvervanging (Stimulussubstitutie) De speekselafscheiding bij het horen van het
(stimulussubstitutie) belsignaal is dan een geconditioneerde respons geworden, en de
associatie tussen beide een geconditioneerde reflex. Door die
associatie wordt de ongeconditioneerde prikkel functioneel ten dele
door de nieuwe prikkel vervangen; daarom wordt de klassieke
conditionering ook soms de methode van prikkelvervanging genoemd.
Desensitisatie Systematische desensitisatie (systematisch ongevoelig maken) is een
vorm van gedragstherapie die wordt toegepast bij angststoornissen
zoals een fobie; als onderdeel van behavioristische therapieën
gebaseerd op klassieke conditionering.
Instrumentele (operante) Operante conditionering of instrumenteel leren is het leerproces
conditionering waarbij een respons in een bepaalde context gevolgd wordt door een
bekrachtiger of bestraffer. Een bekrachtiger is elke gebeurtenis die de
kans vergroot dat dezelfde respons in de toekomst weer zal optreden.
Een bestraffer is daarentegen elke gebeurtenis die de kans verkleint dat
de respons weer zal optreden. In dierexperimenten is de bekrachtiger
vaak voedsel of drank, en de bestraffer een elektrisch schokje. Soms
spreekt men ook wel van positieve en negatieve bekrachtigers.
Skinnerbox Een operante kamer of Skinner box is een instrument waarmee de
verandering van diergedrag door klassieke en operante conditionering kan
worden onderzocht.
Bekrachtiging Kan gedefinieerd worden als elke gebeurtenis die de waarschijnlijkheid
(reinforcement) verhoogt dat in de toekomst in gelijkaardige situaties een bepaald gedrag zal
voorkomen.
Negatieve bekrachtiging Hierbij wordt door het kind een bepaald gedrag uitgevoerd om een
onaangename stimulus (C-) weg te doen (= ontsnappingsleren of
escape learning) of te vermijden (= vermijdingsleren of avoidance
learning)
Vb.: een kind zal in de duisternis vlug naar huis lopen om zijn angst te
reduceren, of zijn kamer opruimen om berispingen van de ouders te
vermijden, net zoals een rat in een Skinnerbox na een aanleerfase maar
al te graag op een hendel zal drukken om een elektrische schok te
ontlopen.
Ontsnappingsleren Geragingen kunnen ook aangeleerd worden door negatieve
bekrachtiging. Hierbij wordt door het kind een bepaald gedrag
uitgevoerd om een onaangename stimulus (C-) weg te doen
(ontsnappingsleren of escape learning) of te vermijden
(vermijdingsleren of avoidance learning).
Vermijdingsleren Gedragingen kunnen ook aangeleerd worden door negatieve
bekrachtiging. Hierbij wordt door het kind een bepaald gedrag
uitgevoerd om een onaangename stimulus (C-) weg te doen
(ontsnappingsleren of escape learning) of te vermijden
(vermijdingsleren of avoidance learning).
Shaping Alle gedrag wordt beloond dat in de richting gaat van het uiteindelijk
aan te leren gedrag.
= Successieve approximatie
Successieve approximatie Alle gedrag wordt beloond dat in de richting gaat van het uiteindelijk
, aan te leren gedrag.
Blootstellingstherapie = Exposure therapy
Een therapie waarbij de patiënt overspoeld wordt met angsten en
negatieve gevoelens (flooding) maar de continue blootstelling hieraan
kan ertoe leiden dat deze persoon uiteindelijk ervaart dat het
gevreesde voorwerp of de handeling niet noodzakelijk negatief is.
Stimulusdiscriminatie Het is een teken waarmee het subject de situaties kan identificeren
waarin zijn gedrag effectief zal zijn en bekrachtigd zal worden.
Beloningen Gedrag kun je versterken zodat het meer voorkomt door beloningen te
geven voor het goede gedrag. We onderscheiden vier soorten:
1) Sociale beloningen: doen beroep op de behoefte aan
waardering, aandacht, respect en affectie.
2) Symbolische of ruilbeloningen bestaan uit tekens die worden
gegeven bij goed gedrag.
3) Activiteitenbeloning: bestaat uit het toelaten van bepaalde
activiteiten.
4) Materiële beloningen: bestaat uit het verstrekken van zaken die
materiële behoeften bevredigen.
Straffen Gedrag kan men afremmen door straffen. 4-tal categorieën te
onderscheiden:
- Sociale remmers (belachelijk maken van het kind of opsluiten op
zijn kamer)
- Symbolische straffen (strafpunten, strafactiviteiten)
- Materiële straffen
- Fysieke straffen
Imitatie of nabootsing Leren doe je ook door te observeren en imiteren. Iemand (baby’s) is in
staat tot nabootsen van bepaalde handelingen, alhoewel het hier
veeleer reflexmatig gebeurt, zonder het besef of de bedoeling om
werkelijk te imiteren. Imitatie is een aangeboren neiging van de mens.
Observationeel leren Mechanisme van observationeel leren:
→ Albert Bandura: overnemen van nieuwe en complexe
gedragspatronen die een cognitieve integratie vereisen van
verschillende elementen. Het is zelfs overbodig dat het gedragingen
tijdens het leren effectief uitgevoerd worden. Men kan goed
vaardigheden leren door het geobserveerde efficiënt cognitief te
representeren om het nadien uit te kunnen voeren als het gewenst of
nodig is.
Vb.: bobo-doll-experiment Aan een groep kinderen werd een filmpje
vertoond waarin een plastic pop door een model op agressieve wijze
werd behandeld (gestoten, in de lucht gegooid, in de neus geknepen). 3
groepen: 1) beloond voor agressief gedrag 2) gestraft voor agressief
gedrag 3) controlegroep
→ Afstraffing van het model kan de imitatieneiging beperken, terwijl
beloning of niet-bestraffing agressief imitatiegedrag kan opwekken.
Model-leren (modeling) Het belonen of afstraffen van handelingen bij geobserveerde persoon
(model) is voldoende is om gedragsimitatie bij de observator
, respectievelijk op te wekken of te onderdrukken.
Plaatsvervangende Straffen of bekrachtigen van een geobserveerd model geeft een
bekrachtiging gelijkaardig effect als het straffen of bekrachtigen van de observator
indien deze het geobserveerde gedrag zou uitvoeren.
Identificatie Een proces waardoor een kind ertoe komt te denken, voelen en
handelen zoals een andere persoon (het model), met een zodanig
sterke overname van karakteristieken alsof het eigen karakteristieken
betreft. Niet noodzakelijk alle karakteristieken van het model; een
selectieve overname van eigenschappen is ook mogelijk.
Aandachtregulatie Natuurlijke aandachtsspanning Of arousal, bestaat uit een
zelfregulerende nood aan sensorische informatie of en een gerichtheid
op cognitieve informatieverwerking. Aandacht moet dus automatisch
selectief zijn, via het verlenen van betekenis aan wat we zien (zinvolle
gehelen onderscheiden), het onderscheiden van het geheel en
belangrijke of bijkomstige details (tussen bomen het bos zien), maar
ook het vergelijken met wat we reeds hebben ervaren (in het
geheugen)
Selectieve aandacht fungeert ook als bescherming tegen
overstimulatie. Het is belangrijk dat het systeem de binnenkomende
informatie goed verwerkt en opslaat waar nodig, zodat niet iedere
prikkel van buitenaf steeds opnieuw als een nieuwe prikkel wordt
ervaren → gewenning aan terugkomende prikkels = niet onnodig
aandacht verspillen en vermijdt onnodig aandachtrichtend gedrag
Latent leren Leren om een manier door gewoon te exploreren zonder dat men
beloningen krijgt en zonder dat men personen observeert of imiteert.
Exploratie Het onderzoeken en het verder ontwikkelen van iets.
Exploreren, mensen leren ook op een latente manier door te
exploreren zonder dat men een beloning krijgt en zonder dat men
personen observeert of imiteert.
Zelfsturing en -beheersing
Sensitiviteit Of inlevingsvermogen; de mate waarin je rekening houdt met de
gevoelens en behoeften van anderen.
Aangeleerde hulpeloosheid Door het onvoldoende ervaren van effectiviteit en invloed op de
omgeving kan een passieve berustende houding ontstaan.
Hersenbeloningssysteem Het circuit tussen de prefrontale structuren en het Mesolimbisch
systeem die mechanismen van motivatie, beloning en bevrediging
reguleert.
Perceptie het waarnemen
Apperceptie het proces waarbij de aandacht zodanig bewust wordt gestuurd of
waarbij de aandacht automatisch wordt gericht dat de waarneming en
ook de verwerking van de prikkels wordt vergemakkelijkt of vlotter
verloopt.
Sociale cognitie en Het detecteren en interpreteren van sociale en emotionele signalen en
intelligentie processen en het gepast reageren hierop of hiervan gebruik maken. De
personen die over sociale cognitie beschikken hebben een groot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller snxlllllll. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.