Kleur: uiterlijk kenmerk dat niet de vorm betreft maar de weerkaatsing van licht door het oppervlak
Geur: wat je ruikt.
Fase vast: de moleculen bewegen niet veel en trekken elkaar sterk aan, hierdoor blijven ze dicht
bij elkaar. Vaste stoffen zijn daarom hard en vormvast. (ijs)
Vloeibaar: de moleculen bewegen in alle richtingen en de deeltjes zitten minder dicht op
elkaar. De deeltjes trekken elkaar minder sterk aan en ze hebben geen vaste plaats. Een
vloeistof heeft daardoor geen vaste vorm. (water).
Gasvorming: de deeltjes bewegen in alle richtingen en hebben geen onderlinge
aantrekkingskracht meer. Daardoor blijft er ruimte tussen de deeltjes. (waterdamp)
Magnetisch zijn: stukjes steen die elkaar kunnen aantrekken of afstoten.
(on) oplosbaarheid (in water of in andere vloeistoffen) : de hoeveelheid van een stof die maximaal
in een gegeven hoeveelheid oplosmiddel oplost
Dichtheid : de massa per volume-eenheid. Hoe meer moleculen per volume-eenheid aanwezig zijn,
des te hoger is de dichtheid.
Massa: de totale hoeveelheid materie in een object, bepaald aan de hand van de graviteit of door de
inertie van dat object. Een ander woord voor massa is gewicht.
Volume: de inhoud of grootte van een object. De ruimte die dit object inneemt.
Brandbaarheid: mate waarin een voorwerp ontvlambaar is.
Elektrische geleiding: is het transport van elektrische lading, in het algemeen gedragen door
ladingen. In metalen zijn deze ladingen de elektronen, in zoutoplossingen de gedissocieerde ionen.
Bij metalen is deze eigenschap het gevolg van de losse binding van de buitenste elektronenschil
zodat in de praktijk de metaal atomen ingebed zijn in een gemeenschappelijke elektronenwolk.
Warmtegeleiding: de mate waarin een materiaal de (toegevoerde) warmte doorgeeft.
B.6.2 materialen
Hout: materiaal van de stam en takken van een boom.
Kunststof: chemische verbinding die door een niet-natuurlijk scheikundig proces is gemaakt.
Glas: helemaal doorzichtig materiaal
Steen: een hard materiaal waaruit een groot deel van de bovenkant van de aardkorst bestaat.
, Textiel: geweven stof en die dingen die daarvan zijn gemaakt.
Eigenschappen: kenmerken van een bestand of object.
Materiaal - eigenschap relaties: een soort overeenkomsten tussen de materialen
Vorm-functie relaties: de vorm is bedoeld is aangepast aan de functie van het materiaal.
B.6.3 de fase en faseverandering van stoffen
Vaste, vloeibaar, gas: Een vaste stof smelt maar bij één temperatuur. Elke zuiver vaste stof zal bij een
normale luchtdruk bij een bepaalde temperatuur vloeibaar worden. Het smeltpunt van bevroren
water is 0 graden Celsius Bij een vloeistof kunnen er bij bijna elke temperatuur kunnen deeltjes aan
een vloeistof ontsnappen en in de gasvormige toestand overgaan.
Smelten: door warmte vloeibaar worden of maken.
Smeltpunt: Elke zuivere vaste stof zal bij een normale luchtdruk bij een bepaalde temperatuur
vloeibaar worden.
Koken: bij een bepaalde temperatuur gaan borrelen en verdampen.
Kookpunt: dit is de hoogste temperatuur die een vloeistof kan bereiken. Daarna gaan alle
vloeistoffen over in de gasvorm. (het kookpunt van water is 100 graden Celsius bij een normale
luchtdruk).
Verdampen: bij elke temperatuur kunnen deeltjes aan een vloeistof ontsnappen en in de gasvormige
toestand overgaan.
Stollen: de moleculen gaan van een vloeistof een eigen vaste plaats innemen en vormen ze een
stevige structuur.
Condenseren: van gas of waterdamp vloeistof maken.
Krimpen: kleiner worden.
Uitzetten: in volume toenemen.
Sublimeren: van vaste stoffen direct overgaan naar de gasfase.
Rijpen: de overgang van een stof van gas- naar een vaste fase.
B.6.4 het voorkomen van stoffen in een bepaalde fase
Molecuul: een neutraal deeltje bestaande uit meer dan één door chemische bindingen
bijeengehouden atomen.
Fase Vast: de moleculen bewegen niet veel en trekken elkaar sterk aan, daardoor blijven ze dicht
bij elkaar.
Vloeibaar: De moleculen bewegen in alle richtingen en zitten minder dicht op elkaar. De
deeltjes kunnen elkaar minder sterk aantrekken.
Gas: de deeltjes bewegen in alle richtingen.6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cherivaknoops. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.