Dit is een samenvatting van het hele boek. H1 t/m H6 zijn hierbij het belangrijkst. H7 en H8 gaan over analyse en hierbij is enige voorkennis van statistiek belangrijk.
Some chapters are moderately summarized. Is not a complete synopsis of the book
By: liesvrieler • 2 year ago
By: miet_nivelle • 3 year ago
By: deranofaraz • 3 year ago
Translated by Google
Misses many important elements of the book such as the explanation problem.
By: Jeaninevanbeek18 • 9 year ago
Translated by Google
The description of this summary promises a summary of Sec. 1 t / m 6. However, Sec. 5 and 6 so not good summary. The amount you pay for this summary of four chapters (4 of 8), is on the high side.
By: DePeet • 9 year ago
Translated by Google
Good abstract, somewhat expensive for the fact that it is only 6 summarizes the 8 chapters.
By: Ldebruijn • 9 year ago
Translated by Google
Many text and therefore not as clear
Seller
Follow
elinerats
Reviews received
Content preview
Case studies
Wat, wanneer en hoe?
H1: Wat zijn eigenlijk case studies?
1.1 Inleiding
Om sociale verschijnselen te bestuderen gebruiken we allerlei strategieën. Deze kunnen ruwweg
onderverdeeld worden in ‘extensieve’ en ‘intensieve’ benaderingen. In een extensieve benadering
verzamelen we informatie over relevante eigenschappen van een groot aantal voorbeelden van dat
verschijnsel, onderzoek ‘in de breedte’. We trekken daarna onze conclusie door alle informatie bij
elkaar te voegen en vervolgens gemiddelden te nemen, correlaties tussen gemeenschappelijke
eigenschappen van al die voorbeelden te berekenen en te interpreteren (vb. enquêtes). Intensieve
benaderingen zijn een alternatief. Daarbij focust de onderzoeker op slechts één specifieke persoon
(of organisatie, of geografische eenheid), of op slechts een handvol van zulke eenheden, om het
verschijnsel meer ‘in de diepte’ te kunnen onderzoeken. Elk voorbeeld wordt bestudeerd in zijn eigen
specifieke context, en veel gedetailleerde dan in extensief onderzoek. De ontwikkeling van het
verschijnsel wordt als het ware op de voet gevolgd (vb. Case Studie).
1.2 Verschijnselen en cases
Het onderscheid tussen het te onderzoeken verschijnsel en de case(s) is belangrijk. Dat is al duidelijk
als we ons realiseren dat we nooit ‘alle’ aspecten van een case bestuderen; we stellen bepaalde
vragen, we gaan zoals in alle onderzoek uit van een probleemstelling. Een case is een afbakening
naar tijd, plaats en omstandigheden waarin het verschijnsel bestudeerd wordt. Bedenkt dat een case
pas interessant is als deze naar andere cases, met andere woorden naar het overkoepelende
verschijnsel, verwijst. Een case is altijd een case van iets. Als je een case studie doet, moet je er dus
altijd bij vertellen voor welk verschijnsel je die case als voorbeeld hanteert.
Actoren kunnen zich op microniveau, mesoniveau en/of macroniveau bevinden. Bij
microniveau gaat het over één persoon, bij mesoniveau over een organisatie en op macroniveau gat
het over een lokaal sociaal systeem bijvoorbeeld. Maar bij elk van deze vormen, ook daar waar één
actor centraal staat, zijn allerlei andere actoren betrokken: vrijwel niemand leeft volstrekt geïsoleerd
en elke organisatie staat in een spanningsveld met andere.
Bij case studies meer in het algemeen zijn we natuurlijk ook in causale relaties geïnteresseerd,
maar we richten ons daarnaast en in de eerste plaats op gedetailleerde beschrijvingen, op het
ontrafelen van een verschijnsel dat zich voordoet in deze specifieke case; we willen zo goed mogelijk
het afspelende proces op de voet volgen, waarbij de nadruk ligt op gedragingen, interpretaties en
percepties van betrokken in een sociaal proces. We volgen daarbij meestal een explorerende
werkwijze. Het is vooraf vaak niet duidelijk welke eigenschappen de case irrelevant en welke relevant
zijn voor het bouwen van een algemeen model.
1.4 Methodologisch uitgangspunt
In de meeste case studies worden wel getallen gebruikt. Het als dan niet gebruiken van getallen, van
kwantificering, kunnen we dus moeilijk als een onderscheidend criterium zien. Intensief en extensief
onderzoek vullen elkaar eerder aan dan dat ze elkaar uitsluiten. Er is echter wel een gebrek aan
evenwicht tussen deze twee methoden. Dit komt doordat extensief onderzoek zich gemakkelijk leent
voor computerverwerking van de data. Maar niet alle problemen kunnen met deze methode worden
opgelost. Het is daarom dat, vooral in het praktijkgerichte onderzoek, een onderstroom van
intensieve benaderingen steeds belangrijker wordt. In de laatste decennia van de twintigste eeuw
krijgt veelal een combinatie van intensief en extensief onderzoek de overhand, mixed-method
approach.
,1.5 Definitie
Bij een case studie ligt het accent op het bestuderen van een verschijnsel bij één eenheid of enkele
eenheden. Het onderzoek vindt in de natuurlijk omgeving van de case plaats waarbij de onderzoeker
de aandacht richt op het beschrijven en verklaren van processen die zich afspelen bij mensen die in
dat proces betrokken zijn. Pas na enige tijd formuleert de onderzoeker de precieze probleemstelling
waardoor hij/zij openstaat voor onverwachte aspecten van het verzamelde materiaal. Er kunnen
verschillende databronnen worden gebruikt en eventueel kan er in de laatste fase een debat worden
gevoerd waarbij de onderzoeker de betrokken uitnodigt om hen te confronteren met de conclusies
en hun reactie daarom te vragen. De onderzoeker wil proberen om de ‘neuzen dezelfde kant op te
krijgen’.
1.6 Aspecten van de definitie: nadere toelichting
Eén case of een beperkt aantal cases;
Natuurlijke omgeving: we weten nog niet welke eigenschappen van de omgeving relevant
zijn en dus moeten worden meegenomen in het model dat we van het verschijnsel maken en
welke eigenschappen weggelaten kunnen worden. Het verschijnsel kan dus nog niet van de
context waaruit het voorkomt geïsoleerd worden. Met het bestuderen van een verschijnsel
in zijn natuurlijk omgeving willen we zeggen dan de onderzoeker dus niet ‘individuen via een
vraaggesprek losrukt uit hun context’ of in een laboratorium met enkele bekende variabelen
een bepaald sociaal proces modelleert.
Gedurende een periode: gedurende een bepaalde relevante periode waarnemingen gedaan.
Incidentele veranderingen in de omgevingen kunnen worden vastgelegd en dit biedt veel
voordelen boven een eenmalige survey.
Sociale interactie: een centrale plaats wordt ingenomen door het onderzoeken van de
multiple realities – de verschillende en soms zelfs tegengestelde visies die betrokken in een
sociaal systeem hebben op, en de interpretaties die zij geven van, de gebeurtenissen.
Aanvankelijk brede probleemstelling: men stelt zich open voor onverwachte of nieuwe
ontdekkingen. Dit leidt tot een explorerende aanpak in het meeste case-onderzoek.
Verschillende databronnen;
Debat met betrokkenen: soms kenmerken case studies zich doordat de onderzoeker
zijn/haar voorlopige beschrijvingen en interpretaties bespreekt met enkele onderzochten,
die correcties en aanvullingen kunnen aanbrengen. Men spreekt in dit verband van member
checks.
1.7 Een holistische aanpak?
Het kernidee achter het holisme is dat verandering van een bepaald element of deel, of score op een
variabele, mogelijk de betekenis of de rol van het geheel kan beïnvloeden. Dit dient te waarschuwen
tegen:
- Een te snel of al te gemakkelijk losmaken van een verschijnsel van de context waarin het zich
afspeelt;
- De meestal ongefundeerde aanname dat variabelen als los van elkaar staand kunnen worden
beschouwd en dat er bijvoorbeeld geen plaats is voor statistische interactie van allerlei
onafhankelijke variabelen of voor niet- lineaire verbanden.
- Een voorbijgaan aan het feit dat mensen betekenissen geven aan gebeurtenissen, feiten,
anderen om hen heen, en dat deze betekenissen uiteenlopen en in de loop van een sociaal
proces veranderen.
, H2: Wanneer doe je een case study?
2.1 Inleiding
Bij wetenschappelijk onderzoek moeten we altijd:
- Vooraf zo precies mogelijk de vragen formuleren waarop ons onderzoek een antwoord zou
moeten geven, en
- Achteraf zo nauwkeurig mogelijk evalueren in hoeverre we met ons onderzoeksproject
succes hebben gehad, dat wil zeggen antwoorden op die vragen hebben gevonden.
Met andere woorden de probleemstelling staat centraal. Zonder een probleemstelling loopt de
onderzoeker kans om eindeloos data te verzamelen en te analyseren zonder ooit een bevredigend
eindresultaat te bereiken. Ook is het dan eigenlijk onmogelijk om te beslissen welke
onderzoeksstappen nodig zijn en welke niet. Ten slotte is het erg mogelijk om, zonder dat je de
vooraf gestelde vragen kent, de resultaten van een onderzoek te evalueren.
2.2 Probleemstellingen voor onderzoek
2.2.1 Algemene vragen over sociale processen
Als de aanleiding voor onderzoek wordt gevormd door een of meer algemene, oriënterende vragen
over een sociaal proces, ligt een case studie voor de hand. De brede beginvraag leidt meestal
geleidelijk tot meer precieze vragen. Centrale aandachtspunten zijn: de kennis, de waarden en
normen, de verwachtingen, motieven, opinies, houdingen en gedragingen van betrokken personen.
We besteden aandacht aan verschillen hiertussen. Bedenk daarbij wel dat de uitlatingen van de
onderzochte personen niet per definitie de ‘uiteindelijke’ waarheden zijn: ze weerspiegelen alleen de
zienswijzen van mensen.
Ruimschoots aandacht voor wat elke betrokkene te vertellen heeft is kenmerkend voor de
meeste case studies in de sociale wetenschappen. Juist ‘onderliggende groepen’ krijgen de
mogelijkheid om hun stem te laten horen. Het object van studie is dynamisch. Hierdoor komen we
mogelijk op het spoor van variabelen die in eerder extensief onderzoek over het hoofd werden
gezien, en we ontdekken mogelijk dat er verschillende wegen bestaan die tot hetzelfde doel,
hetzelfde effect, leiden.
2.2.2 Precieze onderzoeksvragen en hypothesen
Onderzoeksvragen kunnen op minstens twee manieren van elkaar onderscheiden worden.
Eerste criterium:
Beschrijvingsproblemen
Verklaringsproblemen
Voorspellingsproblemen
Al deze typen van vragen kunnen in case studies aan de orde komen.
Tweede criterium (heeft te maken met de uitgebreidheid van onze kennis over het object):
Objectomlijningen: hebben weinig inhoud en zeggen daarom heel weinig, omdat een echte
vraag of een echt probleem nog niet wordt gesteld.
Brede, oriënterende vragen: weten nog weinig van ons object van onderzoek.
Precieze vragen: bij voortbouwen op eerder onderzoek.
Hypothesen: als we over eerdere onderzoeksresultaten beschikken, vastgelegd in een
theorie of model.
2.2.3 Een explorerende aanpak versus een meer strikte aanpak
Een van de redenen voor het overheersende gebruik van brede onderzoeksvragen in case studies is
dus dat je aan het begin van het project nog niet een scherp afgebakend model van het te
bestuderen verschijnsel hebt. Onze eerste stappen zijn dat ook ‘proberenderwijs’ en we staan klaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinerats. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.