100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
wijsbegeerte bachelor 1 $4.88
Add to cart

Class notes

wijsbegeerte bachelor 1

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

beschrijving pokerpoints wijsbegeerte lessen 1 tot en met 7 (oudheid tot nieuwe tijden) 19de eeuw en derde lesuur niet bij

Preview 4 out of 47  pages

  • January 20, 2025
  • 47
  • 2024/2025
  • Class notes
  • Tammy
  • 1 tot 7
avatar-seller
LES 1, 2 en 3

INLEIDING EN ANTIEKE FILOSOFIE


Filosofie: kritisch bevragen van de werkelijkheid à ontwerpen van theorieën
De wereld, de werkelijkheid, de natuur, onze eigen natuur begrijpelijk te maken.
De taal, kunst, politiek, wetenschap, de natuur, kennis, menselijk handelen
à FILO is soort van meta-spreken over andere wetenschapsdomeinen.



HET ONSTAAN VAN DE FILOSOFIE
1. Cultuurschok
- 6de eeuw vC in oud Griekeland
- Voor 6de: denken gebeurde oraal via mythes
- Verwondering = grondlegger filosofie
Grieken krijgen contact met andere culturen door handel en kolonisatie.
Drang aan vernieuwing à nieuwe wereldbeschouwing


Oud Griekeland: bestaat uit allerlei stadsstaten (poleis) = politieke versnippering
Toch een ongeveer eenheid à zelfde taal, Goden, spelen en kunst en zeker autonomie en vrijheid van
de burger + economische welvaart à ontstaan filosofie koloniën klein Azië en zuid Italië.
Athene: groeit dankzij participatie burgers in democratische bestuur
Mythologie : uitleg over oergebeurtenissen zoals begin universum (kan niet bevraagd worden, ligt
buiten ons kenvermogens). Alles is sacraal en doortrokken van mysterieuze goddelijke krachten.
à behoefte om te weten en te verklaren (waarom is et zo = mytho-logie) maar het weten is nog niet
kritisch en stelt zich nog niet de vraag. Verklaren
van filosofische problemen: oorsprong heelal, toeval, lot, goed en kwaad.
Belangrijke werken: Homerus= Ilias en de Odyssea


Rationalisering van de mythologische godenwereld.
Goden verliezen stilaan hun status = desacralisering à mythes worden minder gebruikt om te
verklaren à opkomst LOGOS, de rede

,Eerste filosofen: zoeken natuurlijke verklaringen van de werkelijkheid. Zien orde en wanorde à
proberen te verklaren via natuurlijke principes en doorgronden via LOGOS. Losmaken van traditie


LOGOS (toen)
- Optelling, rekenschap => verhouding, proportie en verklaring
- Rede als menselijke denken en spreken
- objectieve redelijkheid die aanwezig is in het heelal
Eerste verlichting: van MYTHE naar LOGOS
Mythe en Logos (filosofie) hebben zelfde doel à beheersing mysterieuze wereld vol chaos en
wanorde


2. Natuurfilosofen of presocratici
Einde 7- 6de eeuw v.C.
Thales, Anaximander, Anaximenes à Ionïers
Legden het kwalitatieve uit door middel van kwalitatieve elementen (water; lucht, het onbegrensde)
- Vroege natuurfilosofisten
- Kosmos beschrijven vanuit één principe, één oerstof (Arche) die constant blijft en overal
aanwezig, die bron is van alles dat bestaat en alles wat leeft bestuurt.
à Verklaring heelal en natuur op basis van logos.


Thales:
- Oerstof = water en het vochtige
- Belang water en stromen in oudheid en mythologie
- Water kan verschillende vormen aannemen (bevriezen, vloeien, verdampen)
Anaximander
- Oerstof is geen vaste stof, onbegrensd in tijd en ruimte à apeiron = zonder eigenschappen
- Wereld vormde zich uit het onbegrensde door tegenstelling tussen warm en koud.
Koude brengt aarde => aarde brengt water => water brengt lucht => lucht brengt vuur à
strijd tussen tegengestelde (onbesliste strijd waardoor de wereld verder blijft verstaan)
Anaximenes
- Oerstof is lucht of pneuma;
- Wereld onstaat door verdunning en verdichting van lucht
- Voor Ionïers zijn damp = vloeistof (twee verschijnselsvormen van dezelfde levenskracht)

,3. De Pythagoreërs
Het kwalitatieve uitleggen aan de hand van het kwantitatieve à meetkundige orde van de kosmos
- Muziek, astronomie, wiskunde, kosmologie, biologie
- Getallenmystiek (elk getal krijgt waarde en betekenis toegekend)
- 10 is volmaakt en heilig getal, 3 =man; 2=vrouw, 5= huwelijk (2+3), 1 = verstand
-


Heraklitus (ca. 535 -480) (niet Pythagorieër)
- Eeuwige vervloeiing, beweging van de dingen, we kunnen niet tweemaal in dezelfde rivier
stappen
- Alles is wezenlijk hetzelfde omdat alles constant in elkaar overgaat (jong-oud, slappen -
wakker worden, mannelijk-vrouwelijk)
- Wereld = eeuwig vuur dat continu in verandering is.
“Alles vloeit, niets blijft” à Panta Rei
- Achter de constante verandering à een orde die ontstaat uit tegenstelling, de logos. =
harmonie. Anders alleen chaos.
à Tegenstellingen hebben elkaar nodig, in de beweging en in de verandering om harmonie te
vinden


Parmenides van Elea (ca. 515- 440) (ook niet Pythagoreër)
Het zijnde is, het niet-zijnde is niet
- Denker van het ‘blijvende’ het ‘ene’ en ‘onveranderlijke’
- Er bestaat geen veelvuldigheid of verandering in de wereld
Zijn werk Over de natuur
1. Weg van de waarheid die leidt naar het zijn = weg van de filosofen
2. Weg van de mening die leidt naar het schijn. = weg van gewone stervelingen
De twee wegen zijn incompatibel
De weg van de schijn (mening): mensen denken dat er verandering en veelheid is maar dat is een
illusie.
Het alledaagse waarde heeft waarde, maar die is relatief. Waarheid wordt enkel bereikt via de rede
en het denken
Het niet-zijn: kan niet gedacht worden, wat niet is kan je niet denken, dus je kan het worden en
verandering niet denken (want dat wilt zeggen een overgang van niet-zijn naar zijn)
Worden à ontstaan en vergaan maar ze kunnen niet gedacht worden omdat ze in tegenspraak zijn
van elkaar.
Denken = zijn à gedachten = wat we denken à onze gedachten weergave zijn van werkelijkheid
Het objectieve zijn: eeuwig (niet ontstaan) en overgankelijk is. Zijn is bolvormig (volmaakt en
begrensd en in alle richtingen identiek.

, Dus, DE ZIJNDE
- Het zijnde is, dus het niet zijnde kan niet ontstaan. Het is eeuwig en overgankelijk
- Het is of het is niet, de zijn kan je niet delen


3. De Sofisten
Na overwinning tegen de Perzen, Athene à leidende polis (stad) in Bond van Delos 5de
eeuw: bloeitijd Athene en Griekse cultuur à daarna verval
- Pre-socratische natuurfilosofisten: gericht op kosmos verklaren adh van natuur
- Socrates en Sofisten: mens als denkend en begerend wezen, wezen in de polis
Verschuiving natuurfilosofie => ethiek en politieke filosofie


Overgang mythologische verklaringswijze à argumentatieve, rationele verklaringswijze
+ opkomst democratie in Polis à verdwijning traditionele samenlevingswaarden à
scepsis en relativisme
Democratie: burgers worden uitgenodigd en uitdaagt eigen standpunten en belangen te verdedigen
en voor te brengen. (Debat en argumentatie skills nodig)
Sofisten: leraren die voor een betaling jou gingen coachen om goed te argumenteren en jou kennis te
vormen om jou eigen handel te legitimeren. LOGOS wordt machtsmiddel à
rede wordt redevoering
Plato gaf aan ‘sofisten’ een pejoratieve beeld. Ze zouden zich gewoon moeten bijhouden aan het
doceren van argumentatie en taal, niet de ‘waarheid’ uitspreken. Ook was het niet goed dat ze zich
lieten betalen, voor Plato en Aristoteles was het ‘onthechte filosofie’.




Protagoras (ca. 481-411 v.C.)
Relativist
Homo mensura: de mens is de maat van alle dingen, van de dingen die zijn, dat ze zijn, van de dingen
die niet zijn, dat ze niet zijn
- Geen kennis van de ultieme waarheid mogelijk. Dingen zijn zoals ze ons toeschijnen: wat voor
mij mooi is, is voor jou lelijk.
- Geen algemeen geldende maatstaf om dingen te beoordelen behalve de individuele mens
zelf.
- Noodzaak om mensen te overtuigen à op zijn minst de eigen waarheid veld te doen winnen.
‘Ieder mens ziet de waarheid op zijn eigen wijze’ naar gelang de eigen visie en de behoeftes
- Waarneming: enige bron van kennis à is voortdurend veranderend. Is subjectief.
- Kennis varieert van individu tot individu en ook doorheen de tijd (een mens verandert) dus
geen veel zin theoretische speculaties naar zoektocht algemene principes.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulinedegaiffier. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61231 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.88
  • (0)
Add to cart
Added