Een uitgebreide samenvatting, waar per onderwerp toelichting wordt gegeven. Het document bedraagt
- alle onderwerpen die ter behandelingen dienen voor het vak
- stappenplannen om tentamenvragen aan te pakken
- uitwerking arresten
- terminologie
Inhoud
Table of Contents
Introductie EU-recht directe belastingen.......................................................................................................2
Verdragsvrijheden..................................................................................................................................3
Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).............................................................3
Stappenplan vedragdsvrijheden...........................................................................................................3
Belemmering van vrijheidsverdragen...................................................................................................5
Secundaire EU-recht / de richtlijnen.........................................................................................................6
Moeder-dochterrichtlijn..........................................................................................................................6
Fusie-richtlijn........................................................................................................................................6
Rente & royalty richtlijn.........................................................................................................................6
Spaarrente richtlijn.................................................................................................................................6
Anti-belastingontwijking richtlijn (ATAD)................................................................................................6
Twee pijlers richtlijnen (OECD)..............................................................................................................6
Staatssteun................................................................................................................................................7
Extra Informatie........................................................................................................................................9
Arresten..................................................................................................................................................11
Terminologie...........................................................................................................................................20
,Introductie EU-recht directe belastingen
Directe belastingen: Belastingen die rechtstreeks door de belastingplichtige aan de overheid worden betaald en
direct verband houden met inkomen, winst of vermogen.
Indirecte belastingen: Belastingen die via een tussenpersoon (zoals een verkoper) worden geheven en worden
doorberekend in de prijs van goederen en diensten.
Primair Unierecht (VWEU): De fundamentele verdragen en principes van de EU.
Secundair Unierecht (richtlijnen): Wetgeving aangenomen door de EU-instellingen op basis van de verdragen.
Noteer: voorheen werd gesproken van gemeenschapsrecht i.p.v. Unierecht.
Primaire bronnen van Unie-recht
Oprichtings- en wijzigingsverdragen
O.a. VWEU
EU-richtlijnen
O.a. moeder-dochterrichtlijn, fusierichtlijn, rente&royalty richtlijn en anti-belastingontwijking
richtlijn
EU-verdragsvrijheden
Verbod op staatssteun
Gelijkheidsbeginsel: Gevallen binnen de werkingssfeer van het unierecht worden hetzelfde behandeld als
gevallen daarbuiten ; gelijke gevallen dienen dezelfde fiscale behandeling te krijgen.
Effectiviteitsbeginsel: lidstaten mogen de effectieve werking en toepassing van het Unierecht niet met
nationaalrechtelijke procesrechtelijke regels frustreren.
Verdedigingsbeginsel: een belastingplichtige binnen de werkingssfeer van het unierecht heeft het recht te worden
gehoord voorafgaand aan een voor hem bezwarend besluit.
Neutraliteitsbeginsel: binnenlandse en landsgrensoverschrijdende bedrijfsprocessen en de inzet van
productiefactoren en de levering van goederen worden zo min mogelijk verstoort.
Interne markt: een gemeenschappelijke markt zonder binnengrenzen, waarbinnen eerlijke en vrije mededinging
mogelijk is.
Negatieve integratie (Belastingstelsel): belastingsystemen van lidstaten bewegen naar elkaar toe, wat komt door
de lidstaten zelf.
Positieve integratie (belastingstelsel): belastingsystemen van lidstaten bewegen naar elkaar toe, wat komt door de
Europese wetgever.
Positieve integratie is beperkter dan negatieve integratie.
Dispariteiten: marktverstoringen tussen lidstaten door verschillen in de belastingsystemen (vb: ongelijke
belastingdruk, verschillende heffingsbeginselen of non-dubbele heffing).
Door belastingsystemen onderling af te stemmen, worden dispariteiten op de interne markt weggenomen.
Redenen die integratie o.g.v. directe belastingen tegen kunnen gaan:
Nationale soevereiniteit
Juridische belemmeringen
Verlies van flexibiliteit
Politieke overwegingen
Economische overwegingen
belastingconcurrentie
,harmonisatieregeling: heeft betrekking op de harmonisatie van de belastingstelsels van de lidstaten van de
Europese Unie (EU) om zo belemmeringen voor de interne markt te voorkomen. De harmonisatie van
belastingheffing is een belangrijk aspect van het streven naar een vrije interne markt binnen de EU.
Verdragsvrijheden
Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)
Dit is een van de twee belangrijkste verdragen van de Europese Unie (EU), samen met het Verdrag betreffende
de Europese Unie (VEU). Het VWEU vormt de juridische basis voor de werking van de EU en bevat bepalingen
over interne marktregels, beleidsterreinen, instellingen en bevoegdheden.
Verdragsvrijheden:
Art 20/21: Algemene reis en verblijfsrecht (burger van de Unie)
- stelt dat iedere onderdaan van een EU-lidstaat automatisch burger van de Unie is. Dit geeft hen
bepaalde rechten, zoals het recht om in andere lidstaten te verblijven.
- specificeert dat EU-burgers en hun gezinsleden recht hebben om vrij te reizen en zich in andere
lidstaten te vestigen zonder onterecht belemmerd te worden.
Art 28-37: Vrije verkeer van goederen
- houdt in dat goederen vrij kunnen circuleren binnen de interne markt zonder dat lidstaten
belemmeringen kunnen opwerpen, zoals invoerheffingen of andere handelsbeperkingen.
Art 45-55: vrij verkeer van personen; specificatie: vrij verkeer van werknemers
- waarborgt het vrije verkeer van werknemers binnen de EU, zodat een EU-burger in elk lidstaat kan
werken, zonder beperkingen.
- verbiedt discriminerende maatregelen op basis van nationaliteit, zoals het ontzeggen van toegang tot
de arbeidsmarkt voor EU-burgers.
Art 49-55: vrij verkeer van personen; specificatie: recht van vestiging
- garandeert het recht van vestiging voor EU-burgers, wat betekent dat een EU-burger een bedrijf kan
oprichten of deelnemen aan een onderneming in een andere lidstaat, net zoals in de eigen lidstaat.
- geldt voor zowel natuurlijke personen (zelfstandigen) als rechtspersonen (ondernemingen).
Art 56-52: vrij verkeer van diensten
- garandeert het vrije verkeer van diensten binnen de EU. Dit houdt in dat dienstverleners vrij
kunnen aanbieden en ontvangen diensten in andere lidstaten, zonder dat ze gehinderd worden door
nationale belemmeringen of eisen
Art 63-66: vrij verkeer van kapitaal en betalingen (ook met niet EU-landen)
- waarborgt het vrije verkeer van kapitaal binnen de EU, evenals tussen de EU en derde landen. Dit
betekent dat kapitaal vrij kan stromen, bijvoorbeeld door investeringen, aandelen, dividend,
vastgoedtransacties, en andere financiële activiteiten
De verdragen gelden zowel voor economisch actieven (werknemers, ondernemers en beleggers) als economisch
niet-actieven (gepensioneerden, studenten, arbeidsongeschikten, bijstandsgerechtigden, etc.)
Alle vrijheden brengen zowel het gelijkheidsbeginsel (non-discriminatie) als het neutraliteitsbeginsel (non-
belemmering) tot uiting.
Stappenplan vedragdsvrijheden
1. Gebruikmaking van het vrije verkeer (toegang/welke vrijheid?)
Alleen objectieve omstandigheden zijn van toepassing / gebruik werkingssferen
Wordt er gebruik gemaakt van (EU-) vrij verkeer?
Zo ja: stap 2
1. Belemmering van de Verdragsvrijheden?
discriminatie/belemmering/quasi-belemmering / zonder-onderscheidmaatregel
Is er een belemmering met één van de bovenstaande vedragsvrijheden?
Zo ja: stap 3
Zo nee: top!
, 1. Rechtvaardigingsgronden/dwingende redenen van algemeen belang
Zijn er redenen gegronde redenen waarom deze belemmering plaatsvindt?
dwingende reden van algemeen belang, geschiktheidstoets, noodzakelijkheidstoets
Werkingssferen:
= domein waarover invloed zich uitstrekt.
De toepassing van de VWEU kan worden geanalyseerd aan de hand van drie werkingssferen (stap 1).
1) Personele werkingssfeer: bepaalt welke partijen of personen onder de werking van de
verdragsbepalingen vallen
Hoofdvraag: “op wie is het van toepassing?”
Relevant voor: natuurlijke personen, rechtspersonen
Niet relevant voor: goederenverkeer, dienstontvanger of kapitaal- en betalingsverkeer
1) Geografische werkingssfeer: bepaalt waar de bepalingen van het VWEU van toepassing zijn
Hoofdvraag: “waar speelt het zich af?”
omvat situaties waarin grensoverschrijdende activiteiten plaatsvinden tussen lidstaten
Van toepassing: binnen de EU. Voor bepaalde vrijheden, zoals het vrije verkeer van kapitaal, kan de
werking van het VWEU ook reiken tot relaties tussen EU-lidstaten en derde landen (Vb: vaste
inrichting)
Niet van toepassing: buiten de EU
1) Materiële werkingssfeer: bepaalt op welke onderwerpen en vrijheden de bepalingen van het VWEU van
toepassing zijn.
Hoofdvraag: “welke vrijheden zijn er?”
Voor vrijheden zie hierboven
Alleen kijken naar doel van nationale wetgeving
In den basis wordt bij de geografische werkingssfeer alleen naar EU-landen als reikwijdte gekeken. Een
uitzondering hiervoor is het kapitaalverkeer, welke tot derde landen reikt.
Kapitaalverkeer en derde landen: wanneer van toepassing?
Om onderscheid te maken tot welk land kapitaal behoort, wordt gekeken naar de aard van de regeling.
Diverse regelingen:
1. Regeling voor meerderheidsbelang:
- Van toepassing als een aandeelhouder wel beslissend belang heeft in een vennootschap
- Vrijheid van vestiging van toepassing
- Kapitaalverkeer met derde landen niet van toepassing, omdat vestiging alleen binnen de EU werkt.
- Voorbeeld: Thin Cap Group-arrest
1. Regeling voor minderheidsbelang
- Van toepassing als een aandeelhouder geen beslissend belang heeft in een vennootschap
- Vrije verkeer van kapitaal van toepassing
- geldt ook bij kapitaalverkeer met derde landen
- voorbeeld: Glaxo-arrest
1. Regeling voor zowel meerderheids- als minderheidsbelangen
- het kan gaan om zowel vestiging als kapitaalverkeer. Beide vrijheden moeten worden beoordeeld.
- Voorbeeld: FII-2 arest
In derde landen kan dus alleen het recht op vrij verkeer van kapitaal gebruikt worden.
Bijzondere situaties: landen en overzeese gebieden
Situaties waarbij landen en overzeese gebieden (LGO’s) van lidstaten betrokken zijn. Zij maken weliswaar deel uit
van het koninkrijk, maar zijn geen onderdeel van de Unie.
LGO’s worden als derden landen behandeld, tenzij het bewegingen tussen een lidstaat en zijn eigen LGO betreft.
Ook geldt de kapitaalverkeervrijheid voor LGO’s.
, Belemmering van vrijheidsverdragen
Discriminatie/belemmering wordt gezien als verstoring in de werking van de interne markt.
Een belemmering kan ontstaan wanneer een belastingmaatregel (stap 2):
Direct discrimineert op basis van nationaliteit;
Een onderscheid maakt tussen binnenlandse en grensoverschrijdende situaties, waardoor laatstgenoemde
minder aantrekkelijk worden; of
Een maatregel die op het eerste gezicht geen onderscheid maakt, maar in de praktijk 'de facto'
discrimineert. Het Hof van Justitie kijkt naar de objectieve omstandigheden en niet naar de subjectieve
intentie. Het is belangrijk op te merken dat nadelen die voortvloeien uit de parallelle uitoefening van
belastingbevoegdheden door twee lidstaten in principe geen belemmering vormen (Kerckheart-Morres).
Discriminatie: ontstaat wanneer een lidstaat zijn eigen ingezetenen anders behandelt dan onderdanen van andere
lidstaten in dezelfde situatie.
Overschrijding gelijkheidsbeginsel
Directe discriminatie: discriminatie ovb nationaliteit: verboden
Indirecte discriminatie: discriminatie obv woonplaats: verboden
Horizontale discriminatie: verwijst naar een verschil in behandeling tussen twee buitenlandse
situaties, vaak in de context van bilaterale belastingverdragen: verboden
Omgekeerde discriminatie: belastingplichtige die gebruikmaken van vrijheden mogen niet slechter
af zijn dan belastingplichtige die er geen gebruik van maken: toegestaan
Belemmering: een verschillende fiscale behandeling van een belastingplichtige door een lidstaat aan de hand van
een locationeel kenmerk van de inkomstenbron (verschil obv investerings- of arbeidslocatie): verboden
Overschrijding neutraliteitsbeginsel
Quasi-belemmering: dispariteit; ontstaat wanneer verschillen in belastingwetgeving tussen twee lidstaten leiden
tot nadelige fiscale gevolgen voor een belastingplichtige in grensoverschrijdende situaties: toegestaan
Zonder-Onderscheidmaatregel: Een maatregel die geen onderscheid maakt kan toch een
belemmering zijn als, in de praktijk toch nadelig is voor grensoverschrijdende situatie: verboden
nadelen die voortvloeien uit de parallelle uitoefening van belastingbevoegdheid door twee lidstaten: toegestaan
Rechtvaardiging van belemmering (Stap 3)
rechtvaardigingsgronden die een lidstaat kan aanvoeren om een belemmering van de EU Verdragsvrijheden te
rechtvaardigen hebben enkele eisen, welke elke rechtvaardigingsgrond dient te voldoen:
Geschikt is op "dwingende reden van algemeen belang”
Geschikt is om het nagestreefde doel te bereiken. (geschiktheidstoets)
Niet verder gaat dan noodzakelijk is om het doel te bereiken (proportionaliteit /noodzakelijkheidstoets)
Dwingende Redenen van Algemeen Belang: Rechtvaardigingsgronden die lidstaten kunnen inroepen om een
belemmering van de EU-verdragsvrijheden te rechtvaardigen.
Geschiktheidstoets: De toets die een maatregel moet doorstaan om te bepalen of het geschikt is om het
nagestreefde doel te garanderen.
Noodzakelijkheidstoets: De toets die een maatregel moet doorstaan om te bepalen of de maatregel niet verder
gaat dan nodig is om een gerechtvaardigd doel te bereiken.
Rule of reason; rechtvaardigingsgronden (stap 3):
Behoud van de evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid (territorialiteit)
(grondslagbescherming): bescherming van belastingheffing over nationale bronnen
Verbreking van de samenhang van het belastingstelsel (grondslag bescherming)
Bestrijding van belastingontwijking -> subjectief en objectief element
Fiscale controle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cherisevanegten1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.39. You're not tied to anything after your purchase.