Deze samenvatting bevat alle theorie van het vak rassenleer over het rund en het schaap. Afbeeldingen van de rassen zijn te vinden op Quizlet in een handige kaartenset om te oefenen (gratis).
7. RUND
7.1 INLEIDING
Economisch de meest belangrijke dieren op wereldschaal
Veelzijdige dieren en worden met verscheidene doeleinden gehouden
Oorspronkelijk zag de mens een groot sterk dier dat kon ingezet worden voor trekkracht; ook vandaag worden ossen
nog ingezet om ploegen te trekken of karren te trekken in gebieden waar gemotoriseerde werktuigen niet altijd
beschikbaar zijn
Statussymbool: Watusi-rund voor bepaalde Afrikaanse stammen een belangrijke waarde; lengte van de hoorns
bepalen de waarde
o Uitgesproken nekbult, typisch vor de rassen uit warmere gebieden, zeer lange naar boven gerichte hoorns
Heilige status: hindoeïsme symbool voor moeder en vruchtbaarheid
o Hindoes gaan een koe nooit kwaad doen of doden, eten geen rundsvlees
Gevechten en recreatie: stierengevechten
o Zwitserland: Herens-rund: onderlinge gevechten tegen elkaar
o Texas Longhorn: bullriding in rodeo’s
Economisch belangrijkste doeleinden: melk-en vleesproductie
o Melkproductie: hoofdzakelijk in dichtbevolkte gebieden waarbij de productie in de onmiddellijke omgeving
van de afzetmarkt gebeurt
o Vleesproductie: wereldwijd meer extensief waarbij veel grond noodzakelijk is; in minder bevolkte gebieden
In totaal: 450 runderassen; in België ongeveer 3 miljoen runderen geregistreerd
o Minderheid: dubbeldoelrassen
7.2 SIGNALEMENT
7.2.1 GESLACHT
Specifieke benamingen voor vrouwen naargelang leeftijdscategorie:
o Vrouwelijk kalf = pink, tot ze dekrijp is
o Dekrijp of drachtig vrouwelijk dier = vaars, tot ze de eerste maal gekalfd heeft
o Vrouwelijk dier dat voor de 1e keer gekalfd heeft = schot of munt; daarna: tweedekalfskoe, derdekalfskoe
streekgebonden benamingen
Mannelijke dieren: stieren
Gecastreerde stier = os
7.2.2 RAS
Raszuivere dieren, gekruiste rassen en rasloze dieren
Gebruikskruisingen: frequent voor in de melkveehouderij, waarbij vaak vleesveestieren gebruikt worden om
zwaardere kalveren te bekomen die een hogere verkoopwaarde hebben
7.2.3 HOOGTE
Gemiddeld runderras heeft een schofthoogte tussen 115 en 135 cm
Kleine rassen: <115 cm
Grote rassen: >135 cm
7.2.4 OUDERDOM
Kan 15-20 jaar worden
In onze economische rundveehouderij bereiken ze meestal de leeftijd van 3,5 jaar
Ouderdom rund bepaald in grote mate de verkoopwaarde van een dier; jonge dieren hebben een betere
vleeskwaliteit en brengen dus meer op
7.2.5 KLEUR
Traditionele oude rassen: meestal uniform gekleurd
Door domesticatieproces is een bonte kleur gekweekt met vaak specifieke patronen voor specifieke rassen
Meest voorkomende kleurpatronen: wit met roze of zwarte neusspiegel, rood tot zandkleurig, in verschillende
kleurintensiteiten en bont
7.2.6 AFTEKENINGEN
Benaming verschillende mogelijk aftekeningen = idem paard
Ook een aantal aftekeningen die specifiek voorkomen bij bepaalde rassen
, o Witkop
o Blaar: gekleurde ring rond de ogen bij een dier met een witte kop
o Witte gordel: witte band rond de borst
o Witte reep: witte band voor het bekken
o Lakenvelder: witte gordel en witte reep vloeien samen tot een brede witte band rond de buik
7.2.7 DOEL
Alle rassen kunnen ingedeeld worden obv hoofddoel waarvoor ze gehouden worden
o Vleestype
Vroegrijpe rassen: snelle groei maar bereiken sneller de puberteit waardoor ze vaak kleiner zijn,
compacter en massiever + vroegere vetaanzet; Engelse rassen
Laatrijpe rassen: groter, zijn langer en hebben een latere vetaanzet waardoor het vlees magerder is;
Italiaanse en Franse rassen
o Melktype
o Dubbeldoeltype
o Dikbiltype: bij verschillende rassen
Belgisch Wit-Blauw: handelsmerk
Dikbillen zijn dieren met een mutatie in het myostatine-gen waarbij er door een verandering in de
genen meer spiervezels gevormd worden = musculaire hypertrofie
Vertoont tal van kenmerken waardoor de dieren makkelijk te herkennen zijn
Kleine lichte kop met een verkorte onderkaak en een dikke tong
Compact uiterlijk met een relatief klein buik-en borstvolume in verhouding kleinere
organen waardoor ze gevoeliger zijn aan ademhalingsproblemen
Zeer goed ontwikkelde spieren: bodybuilderuiterlijk van schouder en billen waarbij de
afzonderlijke spieren goed zichtbaar zijn en vaak de aflijning ook
Soepele en fijne huid die gevoelig is aan parasitaire infecties
Door de massale spierontwikkeling van de borstspieren staan ze wijdbeens en hebben ze
veel last van standafwijkingen
Keizersnede!
7.3 ENKELE RASSEN
7.3.1 HOLSTEIN FRIESIAN
Holstein: meest toonaangevende melkveeras ter wereld
Overal ter wereld ingeschakeld om lokdale zwartbonte rassen te verbeteren en een hogere melkgift te bekomen =
holsteinisatie; er worden vermengingskruisingen gemaakt waarbij het oorspronkelijke ras vaak volledig verdwijnt
Oorpsronkelijk ontstaan uit Nederlands zwartbont in de 19 e eeuw; eind 19e eeuw: immigratiegolf uit Nederland naar
VS deze immigranten namen hun zwartbont mee
o In de VS vormden zich nederzettingen waar de bevolkingsdichtheid snel toenam grote vraag naar melk
terwijl ed vraag naar rundvlees afnam
o Daarom werd er geslecteerd op melkgift: door betere genetica en gespecialiseerde voeding en management
ontstond er een groep dieren met een spectaculair hogere melkgift = basis voor de moderne Holstein Friesian
koeien
Kenmerken:
, o Staat hoog op de poten, schraal uitzicht (hongergroeve, tuber coxae en ribben moeten zichtbaar zijn)
o Kleine kop
o Meeste dieren zijn zwart platenbont, hoewel er ook kakelbont en roodbont kan voorkomen
o Klaven gemakkelijk maar door de evolutie steeds hogere melkgift verhoogde gevoeligheid voor metabolie
ziekten en een slechtere vruchtbaarheid dan bij de oorspronkelijke dubbeldoelrassen
7.3.2 BELGISCHE RASSEN
4 traditionele rassen erkend als levend erfgoed door de stichting levend erfgoed
Deze rassen zijn te bezichtigen in het levend erfgoed park in provenciaal domein Puyenbroeck
Daarnaast ook enkele lokale telers met als hoofddoel het in stand houden van het erfgoed
7.3.2.1 WEST-VLAAMS ROOD
Rood ras van West-Vlaanderen bestaat al meer dan 500 jaar
Uitstekende grazer in de winderige en vochtige streken
Zowel voor melk-als vleesproductie gehouden: dubbeldoelras
Standaard:
o Grote rode koe; lang en zwaar dier
o Geheel een indruk van fijnheid en adel
Lagere melkproductie
Vroegrijp ras dat ook gekend is om grote groeikracht en uitstekende vleeskwaliteit
Dieren met een zuivere rode bloedvoering: zeer zeldzaam geworden
Slechte uiervormen
Uniform rood
7.3.2.2 OOST-VLAAMS WIT-ROOD
Lichaam is overwegend wit met op de kop en hals typische rode aftekeningen
Op de romp en op de poten: kleine rode vlekjes
Typische dubbeldoelkoe: zowel melk-als vleesproductie
Geeft behoorlijke hoeveelheid melk
Ivm meer voorkomende rode holstein runderen: opvallend groot en breed gebouwd
Wordt meer en meer verdrongen door het Holstein-Friesian melkveeras en Belgisch Wit-Blauw vleesrund
7.3.2.3 BELGISCH WITBLAUW VLEESVEE
Midden 19e eeuw onderging dit lokale vee de invloed van de ingevoerde Engelse Shorthorn stieren; door een strenge
selectie werd uiteindelijk Belgisch Wit-Blauw bekomen
Oorspronkelijk ging het om een dubbeldoelras dat benoemd wordt als het Witblauw ras van Midden en Hoog België
Vandaag is dit ras voor de overgrote meerderheid omgevormd tot een vleesras
Slechts een handvol kwekers blijven volhouden met het kweken van dubbeldoeldieren; helaas zeldzaam
Dieren van het vleestype: op vlak van bespiering extreme vormen = dikbilfenomeen
Percentage keizersnede: bijna 100%
Uitstekende vleeskwaliteit: mager, mals en sappig dankzij de fijne spiervezels
Slachtrendement: 65-70% (zeer hoog)
Uitgegroeid tot een ras met internationale allure; uitgevoerd naar verschillende landen
Ondanks succes ook veel controverse: zo ver door geselecteerd dat kalveren onmogelijk geworden is in Zweden
verboden deze dieren te fokken
Tegenwoordig steeds meer aandacht naar de mogelijkheid om natuurlijk te kalven; daardoor zijn dieren vaak iets
vierkanter gebouwd, minder gespierd dan enkele generaties geleden
Drie kleurenvariëteiten:
o Wit
o Blauw of Wit-blauw
o Zwart
Kruising witte stier met een zwartbonte koe: blauwe kalveren (kruiskalving) meer geld
Er wordt geselcteerd op stieren die relatief kleine klaveren geven maar met een groot groeivermogen
7.3.2.4 KEMPENS RUND
Dubbeldoelras ontstond vrij recent in het begin van de 20 e eeuw
Door doorgedreven holsteinisatie sinds jaren 70 nog heel zeldzaam
Witte dieren met grote rode tot donkerrode vlekken met een duidelijke aflijning tussen witte en gekleurde gebieden
, Stevige lichaamsbouw en moeten voldoende gespierd zijn in de achterhand
Gewillig karakter
Uitermate sober, halen goede melk-en vleesproducties uit ruwvoer uitermate geschikt voor een extensieve vee-
houderij en graslandbeheer
7.3.3 NEDERLANDSE RASSEN
7.3.3.1 GRONINGER BLAARKOP
Dubbeldoelrund van melk-vleestype
Bouw is solide met mooie verhoudingen en een gepaste bespiering
Kop is gehoornd en de romp gewelfd
Kleur is egaal zwart of rood met een witte kop met ‘blaren’ (kringen rond de ogen) kunnen verbonden zijn met de
hals (vaste blaren) of als een eilandje in het wit (losse blaren)
Onderkant buik: meer of mindere mate wit tot het begin van de hals
Benen zijn liefst gekleurd met niet te hoge witte sokken tot de kogels of maximaal iets erboven
Vaak zijn aan de achterbenen sokken groter dan aan de voorbenen en soms beperkt het wit aan de benen zicht tot
enkele witte haren bij de klauwspleet of in de kootholte of in het geheel geen wit aan één of meerdere benen
Krachtig beenwerk moet soepele gang en goedgevormde harde klauwen (bijna altijd gepigmenteerd), goede uiere en
mooi eiwitgehalte in de melk
Neusspiegel: altijd gepigmenteerd en een gepigmenteerde tong komt ook regelmatig voor
Horens zijn vaak neergaand van stand
7.3.3.2 LAKENVELDER
Witte band (laken) rond de middenrand; tussen schouder en heup
Voor-en achterhand zijn zwart of rood
Geen witte aftekeningen aan kop en ledematen
Fijn gebouwd
Kleiner van stuk dan andere Nederlandse rassen
Dunne huid met fijne beharing en een gepigmenteerde tong
Vooral gehouden door hobbyhouders als zoogkoeien en voor de vleesproductie
7.3.3.3 MRYVEE
Maas-Rijn-Ijsel vee/Melkrijk-Rijkbehangen-Ijzersterk vee
Niet alleen in Nederland; zeer nauw verwand met het Belgische en Duitse roodbontras
In vgl met Holstein-Friesian: iets kleiner en beter gespierd
Uitgesproken dubbeldoeleigenschappen: donkerrode dieren bleken in het bijzonder bepalend voor de MRY-fokkerij
In de loop der jaren: 2 onderverdelingen ontstaan
o Geholsteiniseerd roodbont
Men heeft ervoor gekozen om van dubbeldoel MRY over te gaan naar een ras dat de nadruk legt op
de melkproductie
Red holstein en kan tot 75% Holstein bevatten 2 generatie na elkaar een Holstein stier gebruikt
hebben
o Verbeterd roodbont
Wordt steeds meer ingezet voor de vleesproductie
Sterker gespierd
Nadeel: kan nooit zelfstandig afkalven: meeste kalveren komen met een keizersnede ter wereld
Gebeente: stevige structuur, is robuust en sterk, vrij klein maar wel zwaar
Lange levensduur, redelijk goed vruchtbaar en de kwaliteit van hun klauwen ligt hoog waardoor ze weinig last hebben
aan hun poten
De uier hangt vrij laag waardoor hij lager aanhechtingen krijgt
Goede melkkwaliteit; betere melkproducerende rassen van dubbeldoelrassen die België kent
Brandrood rund: apart ras maar is eigenlijk een ondertype van het MRY-ras met een aparte tekeneing
o Egaal diep donkerrood of bruinrood met witte aftekeningen: witte kol, witte buik, witte staarpunt en witte
sokken
o Op sommige plaatsen van het lichaam, met name kop en poten, neigt de kleur zelfs meer naar zwartachtig
rood
7.3.4 FRANSE RASSEN
Typisch zeer temperamentvol
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmymesbahi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.65. You're not tied to anything after your purchase.