H6 De tijd van regenten en vorsten
KA’s:
● Het streven van vorst naar absolute macht.
● De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en
cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
● Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
● De wetenschappelijke revolutie.
6.1 Een wereldeconomie
Handelskapitalisme
In 1594 kwamen 9 kooplieden bij elkaar in Amsterdam om een compagnie op te richten voor
een ontdekkings- en handelsreis naar Azië. Ze legde geld bij elkaar voor vier schepen met
kanonnen en bemanningsleden.
Door de handel in luxeproducten was toen kapitalisme ontstaan.
Veel later in de 19e eeuw werden fabriekseigenaren de belangrijkste kapitalisten. Maar tot
die tijd hadden handelaren een leidende rol. Handel was voor hen de hoofdzaak. Daarom
heet deze vroege vorm van kapitalisme, handelskapitalisme.
Kapitalisme: Een economisch systeem waarbij de productiemiddelen privébezit zijn en
personen geld in een onderneming investeren om winst te maken.
Onderneming: Bedrijf
In de tijd van ontdekkers en hervormers groeide het handelskapitalisme verder. Voor reizen
over de oceaan was veel geld nodig. Rijke kooplieden werkten daarom samen. In de tijd van
regenten en vorsten kwam het handelskapitalisme tot bloei.
In 1602 kwamen 8 Nederlandse compagnieën bij een om één groot bedrijf op te richten: de
Verenigde Oost-Indische Compagnie.
De VOC kreeg van de Nederlandse overheid het recht als enige onderneming in Azië handel
te drijven. Naast dit monopolie kreeg de compagnie andere rechten.
● Ze mochten verdragen sluiten met vorsten.
● Oorlog voeren
● Gebieden besturen
Om te beginnen verkocht de VOC aandelen, papieren waarmee de kopers mede-eigenaar
werden van het bedrijf. Met het geld dat ze daarmee verdiende, kocht de VOC schepen,
salarissen en zilver om producten te kopen. Een deel van de winst ging naar de
aandeelhouders en de rest werd in het bedrijf gestoken. De VOC was het eerste bedrijf met
aandeelhouders. Dit was een belangrijke verandering in het handelskapitalisme.
Handelskapitalisme: Vroege vorm van de VOC in Azië.
Monopolie: Alleenrecht.
Aandeel: Papier waarvan de koper mede-eigenaar is van het bedrijf.
Gouverneur-generaal: Hoogste bestuurder van de VOC in Azië.
Het handelsnetwerk van de VOC
De VOC was aan het begin vooral geïnteresseerd in specerijen. Hiervoor veroverden ze de
Molukken met geweld. Na een opstand op de eilanden werden bijna alle inwoners vermoord,
, uitgehongerd of als slaven weggevoerd. Op de eilanden stichtte de VOC landbouwbedrijven.
De VOC liet slaven uit India werken op de plantages.
Gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen had in 1618 een nieuwe stad laten bouwen op
Java: Batavia. Dit was het hoofdkwartier van de VOC in Azië.
De VOC was een multinational. Ze bouwde handelsnetwerken op met factorijen aan de kust
van China, Japan, India, Perzië en Ceylon. Hiermee nam de VOC deel aan de bestaande
handel tussen landen in Azië.
Het begin van een wereldeconomie
De wereldeconomie ontstond door de wereldwijde handelscontacten die de bedrijven
aanknoopten. In de 17e eeuw raakten gebieden over de hele wereld door handel met elkaar
verbonden. Zo werd rondom de Atlantische Oceaan in 1621 de West-Indische Compagnie
opgericht. De WIC had factorijen aan de kust van West-Afrika en Amerika.
Multinational: Onderneming met vestigingen in meerdere landen.
Wereldeconomie: Economisch systeem van wereldwijde handelscontacten.
6.2 De gouden eeuw van Nederland
De staatkundige situatie in de Republiek
Op de Dam in Amsterdam werd van 1648 tot 1665 een nieuw stadhuis gebouwd. In de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden hadden rijke burgers veel macht. Door de
opstand tegen Spanje hadden de gewesten en steden hun zelfstandigheid behouden.
In andere landen groeide de macht van de koning, maar de Republiek had geen
staatshoofd.
De zeven gewesten werkten samen in de Staten-Generaal. Die beslisten over het leger en
de vloot, buitenlandse politiek en het bestuur van de generaliteitslanden, de gebieden die in
de 17e eeuw door de Spanjaarden.
De bestuurders in de Republiek werden regenten genoemd. Het hoogste bestuur in elk
gewest waren de staten, waarin de steden en de adel werden vertegenwoordigd. In de
steden hadden de burgers het voor het zeggen. De invloed van de burgers betekent niet dat
alle burgers meebeslissen, de macht was in handen van een kleine groep. Regenten
benoemde elkaar en dit zorgde ervoor dat het bestuur in handen bleef van een elite van rijke
families die meestal rijk waren geworden door handel.
Een bloeiende economie
Nederland beleefde in de 17e eeuw een economische bloeiperiode die later de gouden
eeuw werd genoemd. Amsterdam was de belangrijkste stapelplaats van Europa.
Al in de 16e eeuw voeren honderden Hollandse schepen naar Noord-Europa. Antwerpen
was toen nog de belangrijkste handelsstad. De val van Antwerpen in 1585 maakte hier een
eind aan. Rijke kooplieden vluchtten naar Amsterdam en namen hun bezit mee.
Ook de landbouw bleef groeien in de gouden eeuw. Door de welvaart en de groei van de
steden konden de boeren volop melk, boter, kaas, vlees, groenten en fruit verkopen. Deze
landbouwproducten werden ook weer geëxporteerd.
Stapelplaats: Plaats waar goederen worden opgeslagen om de prijzen te beïnvloeden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lhoutkoop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.