Waarom een kritische blik:
- De bestudering van, relaties met, mensen met verschillende culturele achtergronden
gaan inherent over perspectieven, manieren van kijken naar de wereld.
o Wat onderscheid culturen van elkaar? De gebruiken, gewoonten, manier van
leven, taal, manier van kijken naar de wereld, opvoeding en onderwijs
verschillen van elkaar.
- Het roept de vraag op welke perspectieven wel en niet aan bos komen in de
maatschappij als geheel en in de universiteit en het vakgebied van de pedagogiek in
het bijzonder.
o Het bewustzijn ontbreekt nog wel eens Studenten volgen het onderwijs als
aangegeven weinig ruimte voor vragen erover.
Kritische vragen aan de universiteit (die zou je kunnen stellen als het gaat over perspectieven/
culturen)
- Welke kennis wordt (niet) geproduceerd?
- Welke kennis wordt (niet) overgedragen?
- Welke kennis wordt (niet) gewaardeerd?
- Wie is (niet) vertegenwoordigd in de lesstof?
- Wie zijn er (niet) in de collegezaal?
Belangrijke begrippen:
Neutraal: niet voor of tegen, onpartijdig, zonder voorkeur, afzijdig, onverschillig
- Neutraal onderwijs? Alle mensen die ons les geven komen uit het werkveld dus
hebben een specifieke blik op de onderwerpen, er is een selectie aan thema’s die aan
bod komen in het onderwijs, de expertise van de docenten schemert door in de
opleiding.
Positionaliteit: iemands persoonlijke geschiedenis, inclusief opvoeding, opleiding, en werk-
en leefomgeving die mede bepalen hoe iemand denkt en handelt.
- Positionaliteit van de docent en schrijvers van de stukken hebben invloed op de aard
van de informatie die je toe je neemt.
Regeerprogramma van Schoof over het onderwijs
“We verwachten van leraren dat ze werken met onderwijsmethodes die bewezen effectief zijn
vanuit de wetenschap en de praktijk en verder politiek neutraal zijn.”
“Burgerschapsonderwijs richt zich op de kernwaarden van de democratische rechtsstaat:
vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit.”
“Binnen de juridische kaders van de Grondwet worden stappen gezet om onwenselijke en
excessieve elementen als anti-democratisch en anti-rechtsstatelijk onderwijs verder in te
perken.”
- De eerste zin zegt dat het neutraal is en de volgende twee maken het dat het niet
neutraal is, er wordt wat gezegd over onderwerpen die wel en niet onderwezen moeten
worden.
- Alles wat mainstream is wordt als neutraal gezien (het is niet neutraal), en alles wat
daarvan afwijkt wordt gezien als niet neutraal.
,Objectief en subjectief
Objectief: als iets dat los staat van de waarneming of voorkeuren van individuen; neutrale
blik, feiten (valt in de praktijk soms tegen)
- Er zijn dingen waar je het over eens kunt zijn: het weer, een kleur van iets.
Subjectief: iemands persoonlijke oordeel of zienswijze; niet neutraal, meningen ipv feiten
(kennis is wel waardevol)
- Iemands persoonlijke mening: is iets leuk, is iets mooi
- In de mens-wetenschappen zijn meningen en ervaringen wel kennis om mee te nemen.
Ideologische indoctrinatie
Ideologie: een coherente set ideeën en waarden over de wereld, de maatschappij, en de rol van
de mens daarin.
- Iedereen heeft een ideologie (over de wereld, wat belangrijk is, wat je wel en niet moet
doen in de maatschappij)
Indoctrinatie: manipulatie door systematisch en eenzijdig onderwijzen van aanvechtbare
overtuigingen, met de bedoeling dat deze kritiekloos worden aanvaard.
- Onderwijs is altijd een deel eenzijdig, niet alle theorieën kunnen onderwezen worden
en de docenten en universiteit kiezen de belangrijkste.
Doris Lessing
“Wat eigenlijk regelmatig tegen elk kind gezegd zou moeten worden, is zoiets als: ‘Je wordt
geïndoctrineerd’. We hebben nog niet een onderwijssysteem ontwikkeld dat niet een
indoctrinatie systeem is. Het spijt ons, maar beter kunnen we het niet op dit moment doen.
Wat jou wordt geleerd is een uiting van vooroordelen en de keuzes van een bepaalde tijd en
cultuur. Een snelle blik op de geschiedenis toont hoe tijdelijk die altijd zijn. Je wordt
onderwezen door mensen die zich hebben kunnen aanpassen aan het systeem dat door hun
voorgangers is opgebouwd. Het is een systeem dat zichzelf in stand houdt.”
- Er zijn altijd mensen die ons onderwijzen die in het systeem zitten en daar op de een
of andere manier tussen passen. Wat je leert is altijd onderdeel van een onderling
gedeeld ideologisch kader.
Het verborgen curriculum
- Sluit aan bij de impliciete normen en waarden (citaat Doris Lessing).
De impliciete normen en waarden die (meestal onbewust) in het onderwijs worden
overgebracht. Het is terug te vinden in de structuur (vorm, inrichting) en de inhoud (thema’s,
taalgebruik) van het onderwijs.
- De impliciete normen en waarden zijn verschillend bij elke studie.
o Taalgebruik (voorbeeld)
Een headline is herformuleerd om te laten zien hoe het ook gezegd
had kunnen worden (met dezelfde betekenis).
De bron van de headline ligt anders. De eerste gaat over de studenten
en de andere over de studies (verschillende perspectieven).
Het verborgen curriculum gaat doorgaans over de dominante
normen en waarden die voor de meeste mensen vanzelfsprekend zijn.
Thema’s dekolonisatie universiteit (C1g)
,Eurocentrisme: te veel nadruk op de Europese cultuur, en westerse ideeën en theorieën.
- Idee van dekolonisatie is dat we ook kennis van andere delen van de wereld en
perspectieven aan bod moeten laten komen.
Dekoloniale kennis: ongelijke waardering van verschillende soorten kennis.
- Hangt samen met dat bepaalde type kennis uit kwantitatief onderzoek meer
gewaardeerd wordt dan subjectieve kennis beide moeten gewaardeerd worden.
Machtsstructuren: wie hebben een stem en wie niet?, wie krijgt financiering en ruimte?
Kritische pedagogiek (Paulo Freire)
Verhouding van theorie en praktijk tot elkaar in onderstaande quote:
“Maar theorie gaat over veel meer dan alleen intelligentie, het gaat ons
voorstellingsvermogen. (...) naar de wereld te kijken, niet zoals die is, maar ook zoals die
zou kúnnen zijn. Het probleem met hoe we over theorie denken is
(...) dat we een angst creëren om na te denken over nieuwe ideeën; of zelfs weerstand
creëren tegen het nieuwe en het andersoortige. In zo’n omgeving is het moeilijk na te
denken over vernieuwing en verandering. En dat terwijl er vanuit maatschappelijke
vraagstukken steeds meer behoefte is aan nieuwe perspectieven en ideeën.”
- Onderdrukking en zelfonderdrukking arbeidsklasse
o Onderwijs is volgens Paulo Freire zo ingericht dat mensen die in armoede
leven onderdrukt worden. Dat komt door een machtsstructuur die zegt wat ze
moeten leren. De, arme, arbeidsklasse wordt neergezet als minderwaardig in
de lesstof. Dit leidt tot zelfonderdukking, een zelfbeeld dat je minderwaardig
bent en dat je er niets toe doet.
- Banking education: leerling als passief object
o Een idee als een bank waar je geld stort. Een leelring is een passief object
die leerstof voor zijn neus krijgt zonder dat je daar een mening over mag
vormen.
- Conscientização: kritisch bewustzijn, reflectie en begrip
o Onderwijs moet niet banking education zijn, maar het gaat meer om
reflectie, begrip van de stof en kritische reflectie.
- Weerstand tegen bevrijdend onderwijs
o Bevrijdend onderwijs is dat de minderwaardige groep een stem krijgt om
kritisch mee te denken. Daar is weerstand tegen van beide kanten.
- Belang van burgerschap, politiek bewustzijn
o Onderwijs is niet alleen passief kennis, maar je bent iemand met kennis en
een stem binnen de samenleving.
Een kritische kijk op jeugdonderzoek
De onderzoekers en redacteuren zijn witte Amerikanen of Europeanen. Geld eigenlijk voor
alle wetenschappelijke artikelen of jeugd.
Handbook of attachment
- 43 hoofdstukken en 80 auteurs uit slechts 7 landen
- 80% van de auteurs komt uit de VS
De meerste steekproeven die gebruikt worden zijn WEIRD-steekproeven.
- Voldoen aan dezelfde eisen en kenmerken als de onderzoekers
Als je onderzoek doet naar non-WEIRD steekproeven dan zie je dat die informatie wordt
gemarginaliseerd.
- Culture corner: er is maar 1 hoofdstuk over cultuur. Alsof de andere kennis over
cultuur er in de andere hoofdstukken er niet toe doet (neutraal, universeel, …)
, Waarschijnlijk door de culturele dominantie van de westerse blik is er meer sprake van een
individualistische focus in plaats van systeemgerichte focus.
- Hangt samen met een deficit perspective: wat mensen allemaal niet kunnen.
1: Een tekort zit bij een persoon en dat is het
kenmerk van de persoon.
2: Een persoon is anders dan de mainstream om
hem heen, maar het verschil zit niet alleen in de
persoon maar ook van de omgeving en de ruimte in
de omgeving voor die persoon.
Het evidence-beest
Kritiek op te sterke nadruk op effectief-bewezen interventies in de jeugdhulpverlening.
Te weinig oog voor:
- Opvoedcontext: normen en waarden van het gezin.
o Er wordt gedaan alsof opvoeden neutraal is, maar er moet meer gekeken
worden naar wat het doel is van opvoeden en de verschillende visies van
opvoeden.
- Impliciete normen over wat goed en fout is.
o De normen zouden veel meer expliciet moeten worden besproken.
- Misvattingen dat evidence-based neutraal is.
o De groepen die gebruikt zijn voor onderzoek zijn vaak niet hetzelfde als een
groep waarop het wordt toegepast.
- Inzichten professionals uit de praktijk
o Het is belangrijk om de inzichten van mensen uit de praktijk mee te nemen.
Op die manier kun je de kennis van iemand die al lange tijd bij mensen thuis
komt ook toepassen (op interventies).
Migratie: cijfers en geschiedenis
- Op dit moment zie je dat bijna 75% een
Nederlandse achtergrond heeft, 25% van de
Nederlandse bevolking heeft niet-Westers/
migratieachtergrond
- Niet eerlijk verdeeld over Nederland. De meeste
mensen met een migratieachtergrond wonen in de
randstad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mverbruggen05. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.20. You're not tied to anything after your purchase.