Prof. mr. j.m. (jeroen) ten voorde
All classes
Subjects
strafprocesrecht
beslissingsmodel
opzet
culpa
strafuitsluitingsgronden
wederrechtelijkheid
verwijtbaarheid
elementen
vervolging
onderzoek ter terechtzitting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Strafrecht (21013010)
All documents for this subject (70)
Seller
Follow
siennahooftman
Content preview
WEEK 1
Strafrecht ‘houdt zich bezig met bestraffen van personen die strafbaar feit hebben begaan’
- Bestraffen: welke sancties en wanneer / waarom mag er worden gestraft?
- Hoe kan het tot bestraffing komen en hoe vindt bestraffing plaats?
- Wie zijn betrokken bij het bestraffen van personen?
- Personen: wie kunnen worden bestraft?
- Strafbaar feit: wanneer is daar sprake van?
Strafrecht normeert ons gedrag door feiten strafbaar te stellen (= zwaard)
Strafrecht wordt ook genormeerd door EHRM (stelt regels over hoe we met strafrecht
moeten omgaan, etc) (= weegschaal)
Bronnen van strafrecht:
1. Verdragen: VN, Raad van Europa, etc
2. EU-recht: richtlijnen
3. Wetgeving: nationaal en lokaal (gemeenten)
4. Rechtspraak: nationaal en internationaal
● Commuun strafrecht:
○ Wetboek van strafrecht
○ Wetboek van strafvordering
● Bijzonder strafrecht: (buiten de wetboeken)
○ Bijv wegenverkeerswet / opiumwet
○ Algemeen plaatselijke verordeningen
MC-vraag 1 = B
,Materieel strafrecht
● In een democratische rechtsstaat kan van het zomaar inzetten van het strafrecht
geen sprake zijn:
○ Alleen inzet van strafrecht tegen feiten die door democratisch gekozen
wetgever strafbaar zijn gesteld
○ Alleen inzet van strafrecht die voldoet aan eisen van de rechtsstaat
● Strafrechtelijke aansprakelijkheid gaat ook uit van een bepaald mensbeeld: het vrije
individu dat keuzes kan maken en kan vertellen/uitleggen waarom hij die keuzes
heeft gemaakt
Bronnen van materieel strafrecht:
1. Verdragen (bijv over corruptie, seksuele misdrijven, cybercrime)
2. EU-richtlijnen (bijv over mensenhandel, terrorisme, cybercrime)
3. Nationale wetgeving:
a. Nationaal: wetboek van strafrecht, wegenverkeerswet, etc
b. Lokaal: algemeen plaatselijke verordeningen
4. Rechtspraak: past materieel strafrecht toe en interpreteert regels van materieel
strafrecht
Wetboek van strafrecht
● Eerste boek: algemene bepalingen
○ Algemene regels over strafbaarheid
○ Algemene regels over sanctierecht
● Tweede boek: misdrijven
○ Ernstige strafbare feiten
● Derde boek: overtredingen
○ Lichte strafbare feiten
4 voorwaarden voor strafbaarheid:
1. Menselijke gedraging
2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
3. Wederrechtelijk is
4. Aan de schuld van de dader te wijten is
1) Menselijke gedraging:
- Gedraging is veelal iets doen (wegnemen, dwingen, etc)
- Gedraging kan ook nalaten zijn: iets niet doen wat je wel had moeten doen
- Gedraging kan gevolg teweegbrengen (dood, letsel, schade)
- Gedraging kan ook een toestand betreffen (in bezit hebben, aanwezig hebben)
- Gedraging is niet het enkele denken (=ondergrens)
,2) wettelijke delictsomschrijving
Art. 1 lid 1 Sr: ‘geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke
strafbepaling’
→ 2 vragen:
1. Waarom geldt deze regel?
→ ‘geen feit’: strafbaar zijn alleen feiten of gedragingen
→ ‘wettelijke strafbepaling’: eis van geschreven recht & eis van toegankelijke en
voorzienbare wetten
→ ‘daaraan voorafgegane’: verbod van terugwerkende kracht
2. Wat is een wettelijke delictsomschrijving?
→ ‘wettelijke’ = wet in formele en in niet-formele zin
→ ‘strafbepaling’:
a) Delictsomschrijving: omschrijving van bij wet verboden feit (gedraging)
b) Sanctienorm: omschrijving van straffen die maximaal voor het vervullen van
de delictsomschrijving kunnen worden opgelegd
c) Soms kwalificatie: naam van het feit
- In wetboek van strafrecht staan delictsomschrijving en sanctienorm bij elkaar in 1
wettelijke strafbepaling
- In het bijzonder strafrecht staan delictsomschrijving en sanctienorm veelal niet in
hetzelfde artikel, maar op verschillende plekken in de wet
Delictsomschrijving
● De omschrijving van de bij wet verboden gedraging is vrij nauwkeurig
● Legaliteitsbeginsel: eis van toegankelijke en voorzienbare wetgeving (lex certa)
● De woorden die deel uitmaken van delictsomschrijving = bestanddelen
● Voor strafbaarheid is vervulling van alle bestanddelen vereist!
3) wederrechtelijk
Gedraging moet niet te rechtvaardigen zijn → veearts arrest
4) aan schuld van dader te wijten
Persoon die feit begaat moet schuld hebben aan het feit dat in een delictsomschrijving valt
en wederrechtelijk is (melk en water arrest)
Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid worden ook wel elementen genoemd
MC-vraag 2 = A/B?
, WEEK 2
Opzet en culpa
Schuldstrafrecht
- Eerste voorwaarde voor strafbaarheid: menselijke gedraging
→ Strafrecht is daadstrafrecht (gaat over gedragingen)
- Strafrecht is ook schuldstrafrecht: melk en water arrest
→ geen straf zonder schuld in de zin van verwijtbaarheid
Melk en water arrest, HR: geen straf zonder schuld. Kon niet worden verweten dat knecht
de aangemengde melk had verkocht. Kon wel worden verweten aan de veehouder
Verschijningsvormen van schuld:
1. Schuld als element: verwijtbaarheid
2. Schuld als bestanddeel in delictsomschrijving: culpa
3. Schuld in de term schuldvormen: opzet en culpa (drukken houding dader uit
tegenover strafbare feit = subjectieve bestanddelen)
4. Schuld in art. 27 lid 1 Sv: het gedaan hebben (geeft aan wat we onder verdachten
verstaan)
In wettelijke delictsomschrijvingen kunnen schuldvormen als bestanddeel zijn opgenomen
= subjectieve bestanddelen
- 2 schuldvormen: opzet en culpa (door onachtzaamheid / onzorgvuldigheid)
- Schuldvormen drukken een bepaalde mentale gesteldheid uit waarin een feit wordt
begaan of een gevolg wordt teweeggebracht
Schuldvormen in het strafrecht:
● Misdrijven kennen altijd een schuldvorm als bestanddeel van wettelijke
delictsomschrijving
● Bij overtredingen ontbreekt meestal schuldvorm in de wettelijke delictsomschrijving
● Van de schuldvormen is opzet de dominante, culpa is de uitzondering
1. Wat is opzet?
Opzet = willens en wetens handelen (eisen):
- Je weet wat je doet
- Je wil het ook doen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siennahooftman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.