Dit is een samenvatting van het vak Rechtsgeschiedenis in de eerste bachelor van Rechten. Alles staat heel duidelijk vermeld en dit is ook hetgeen wat je moet kennen voor het examen. Ikzelf heb een 16/20 gehaald.
KERNWOORDEN HC 1: ROMEINS RECHT IN DE OUDHEID
Koninkrijk
753 v.C.: Mythe van Romulus en Remus – Etrusken - Latijnen en Sabijnen
Clans = Gentes = Geslachten
Patriciërs (de rijken) en plebejers (de armen)
Comitia curiata
Fas en het ius
Senaat senatusconsulta
Priesters Quaestores parricidii
Ius civile mos maiorum = ongeschreven gewoonterecht
Lucius Tarquinius Superbus (Laatste koning Rome) 509 v.C.
Vroege Republiek
Lucius Tarquinius Collatinus en Lucius Junius Brutus worden eerste consuls
Comitia Centuriata en Comitia Tributa
Conflicts of orders politieke ontvoogding (emancipatie) van plebejers 494 v.C.
Concilium plebis / Plebejische raad plebiscieten
367 v.C. met de leges Liciniae Sextiae consulaat staat open voor plebejers
Praetor (twee mogelijkheden)
Lex Hortensia plebiscieten gelden nu ook voor patriciërs art 287 v.C.
Late Republiek: 264 v.C.
Praetor peregrinus – Aedielen - Quaestores aerarii – Censor (census)
Cursus honorum = “wedloop der ereambten”
Check and balances Annaliteit en Collegialiteit
Ridderstand
451 v.C. commissie van 10 mannen (Decemviri) de Twaalftafelenwet” = Lex XII Tabularum
Legis actiones-procedure in ure; remedie / actio; apud iudicem ubi remedium, ibi ius
Actio legis per manus iniectionem
Late republiek
Praetoriaanse acties actio utilis / actio in factum
Ius praetorium of ius honorarium
Ius edicendi
Proces per formulas
Ius gentium = volkenrecht
,4 grote ontwikkeling in RR gedurende late Republiek
Rechtswetenschap Autodidactische specialisten
RECHTSGESCHIEDENIS - HC 1:
, Het Romeinse recht in de oudheid: koninkrijk en
republiek
Dia 2
Er zijn twee soorten rechtsgeschiedenis: externe en interne wij focussen op de
externe we gaan vooral kijken naar wie maakt het recht, hoe wordt het recht
gemaakt, waarom wordt het recht gemaakt en hoe wordt het recht gehandhaafd (de
interne houdt zich vooral bezig met de ontwikkeling van het recht)
Licht gele slides zijn info die niet in het handboek staan!
Enkel hetgeen dat in het hoorcollege wordt behandeld is leerstof.
Romeinse periode kan je opdelen in het koninkrijk, dan de republiek en nadien het
keizerrijk.
In deze hc behandelen we het koninkrijk en de republiek.
We behandelen steeds het bestuur, rechtspraak, rechtsbronnen en de rechtsleer (=
rechtswetenschap)
Dia 3 (Anno urbis conditae)
Anno urbis conditae = het jaar dat de stad gesticht werd
753 v.C.: Mythe van Romulus en Remus was een tweeling op het schilderij zie je
links boven Mars, die had gemeenschap gehad met de Vestaalse maagd, maar dat mocht
niet want die moesten kuis/maagd blijven, dus ze werd gestraft en levend begraaft
daardoor worden R&R in rieten mandje op de Tiber gezet en worden uiteindelijk
opgevoed door een wolvin. De herder rechtsboven is Faustulus vindt de tweeling en gaat
die verder met zijn vrouw opvoeden. Wanneer ze volwassen zijn stichten ze de stad
Rome, ze maken ruzie over wie er koning mag zijn en daarom vermoord Romulus zijn
broer Remus en zo wordt Romulus de eerste koning van Rome
Dit is een mythe dus is weinig betrouwbaar!
Dia 4 (Omnium rerum Principia Parva Sunt)
Het handboek geeft een andere theorie dat de stad zou gesticht zijn geweest door de
Etrusken, maar die gaan we niet behouden, omdat archeologisch onderzoek een nieuwe
interpretatie tot stand heeft gebracht over het ontstaan van de stad Rome en
archeologisch onderzoek is betrouwbaarder
, Omnium Rerum principia Parva Sunt = de beginselen van alle beginselen zijn klein
(Cicero)
Deze staat niet in het HB Je ziet de rivier de Tiber, daarnaast heb je de zeven heuvels
waarvan de Palatijnse belangrijkste is, daar woonde vroeger een aantal stammen (zoals
de Latijnen en Sabijnen) en die woonde in afgescheiden dorpsgemeenschappen en
hielden zich bezig met landbouw
In het midden van de 8ste eeuw v.C. gaan die dorpsgemeenschappen samensmelten en
gaan samen werken het feit dat ze gaan samenwerken heeft tot gevolg een
agrarisch surplus ze gaan meer landbouwproducten produceren dan ze nodig
hebben, waardoor ze enerzijds die landbouwproducten kunnen gaan verhandelen en
anderzijds komt er veel meer tijd vrij om zich met andere zaken bezig te houden
(secundaire en tertiaire activiteiten)
Dus er was eerst een voorstedelijke / proto urbanen nederzetting en die wordt na dat
samensmelten een stedelijke nederzetting / urbana nederzetting en zo ontstaat dus de
stad Rome, op basis van wat de archeologie ons leert
Dia 5 (Het Romeinse koninkrijk)
Het was nog kleinschalig: we zitten in de 8ste eeuw, 1000-5000 mensen die daar wonen
Het gaat over Latijnen en Sabijnen 2 stammen die daar samenwoonden en dat zijn
de autochtone bevolking. Die zijn verdeeld over Clans = Gentes = Geslachten, en
die worden geleid door een clanleider. Julius Caesar behoorde tot de Gens Julia is het
geslacht van de Julie, met Julius als stamvader.
In het begin was er een gelijkheid alles binnenin zo’n clan werden beschouwd als
collectief bezit, er was weinig private eigendom.
Dat verandert in de 9de eeuw want er komt een meer standenmaatschappij, waarbij
die groep clanleiders zich steeds meer eigendommen gaan toe eigenen ten koste van de
rest van de leden van die clan zo ontstaat het onderscheid tussen de patriciërs (de
rijken) en de plebejers (de armen).
Vóór de samensmelting waren het de clanleiders die hun clan bestuurden
Ná de samensmelting wordt er een koning verkozen die de groep moet gaan leiden
Dia 6 (Het Romeinse koninkrijk: bestuur)
Zo is het Romeinse koninkrijk gestart. Nu gaan we kijken naar het bestuur:
Met aan het hoofd een koning hij heeft bijna alle macht in handen, die werd verkozen
door de comitia curiata (volksvergadering die keurt een kandidaat die door de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renincahelsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.