Begrippen:
● ‘Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten’ (3:1 BW)
● Zaken = tastbare objecten waar je over kan beschikken (3:2 BW)
● Dieren zijn geen zaken (3:2a BW)
● Vermogensrechten = recht dat kan worden overgedragen (3:6 BW)
Vermogensrechten
● Elementen:
○ Overdraagbaar, of
○ Stoffelijk voordeel verschaffend of verkregen in ruil voor stoffelijk voordeel
● Voorbeelden:
○ Geldvordering
○ Beperkt recht (bijv vruchtgebruik, erfpacht)
○ Recht van bewoning (3:226: niet overdraagbaar, wel stoffelijk voordeel)
○ Intellectuele eigendomsrechten (bijv auteursrecht)
○ Data en digitale objecten (bijv muziekbestanden)
Eigendom = ‘het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben’ (5:1 lid 1)
→ Niet eigenaar maar ‘rechthebbende’ op een goed
Onderscheid goederenrecht en verbintenissenrecht
Eigendom is een absoluut recht (zakelijk recht):
- Tegen ieder inroepbaar
- Eigenaar is vrij het goed te gebruiken en erover te beschikken (5:1 lid 2)
- Recht van revindicatie (5:2)
Verbintenissen zijn relatieve rechten (persoonlijke rechten)
HR Blaauboer / Berlips
- Derdenbeding
- Berlips verkocht naastliggende percelen (erfen) aan blaauboer en kloots met
belofte de tussenliggende weg op te hogen en te bestraten (=verbintenis)
- Weduwe maks koopt deze weg → is zij verplicht de verbintenis tot ophogen en
bestraten na te komen?
, Derdenbeding mag niet in overeenkomst worden opgenomen als dit een nadeel voor de
derde betreft. Maks hoeft dus niet na te komen
HR: ‘bedongen hebben’ staat niet gelijk aan ‘verbonden hebben’
Ofwel: een partij kan de rechtsopvolger onder de bijzondere titel niet binden zonder
diens toestemming
→ Onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke rechten (verbintenissen gelden in
beginsel alleen tussen de partijen, kan niet jegens derden worden ingeroepen. In
goederenrecht gaan we er vanuit dat het wel jegens iedereen kan worden ingeroepen)
→ kettingbeding in overeenkomst = in alle komende overeenkomsten nemen andere
dezelfde verplichtingen over als die in de overeenkomst staan (eeuwigdurende speelrecht
van Vitesse: nieuwe eigenaar nam beding niet over, dus eeuwigdurend speelrecht gold
niet meer)
Begrippen:
● Eigendom = hele taart, beperkte rechten zijn een stukje daarvan
● Beperkte rechten: art. 3:8 BW
○ Bijv. hypotheek, pand, vruchtgebruik
○ Gesloten systeem (wet bepaalt rechten)
○ Alleen op zaken → boek 5
■ Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal
○ Ook op andere goederen → boek 3
■ Vruchtgebruik, pand, hypotheek
Roerend en onroerend goed (3:3 BW)
→ HR Portacabin: roerend of onroerend? Functie was kantoorruimte
Onroerend: criterium?
- 3:3 lid 1: de grond en de gebouwen en werken die duurzaam (definitief /
permanent) met de grond zijn verenigd
HR:
- Naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven
- Technische mogelijkheid tot verplaatsen = niet van belang
- Letten op:
a) Bedoeling van bouwer / opdrachtgever (subjectief)
b) Voor zover deze naar buiten toe kenbaar is (objectief)
c) Verkeersopvattingen (wat is normaal?)
→ Portacabin is onroerend
(zie noot kortmann over verhouding art. 3:3 lid 1 en 5:20 lid 1 sub e)
, Registergoederen
● 3:10: voor overdracht of vestiging is inschrijving in openbare registers nodig
● Alle onroerende zaken zijn registergoederen (3:89 lid 1)
● Ook kleine categorie roerende zaken:
○ Te boek gestelde schepen
○ Te boek gestelde luchtvaartuigen
● Vermogensrechten die registergoederen zijn:
○ Bijv erfpachtrecht en hypotheekrecht
MC-vraag 1 = D
Kenmerken van goederenrechtelijke rechten:
Zaaksgevolg (droit de suite)
● Eigendom blijft op de zaak rusten, waar die zich ook maar bevindt
→ art 5:2: eigenaar kan zaak van iedereen terugvorderen
- Revindicatie
- Uitzonderingen (volgende week)
● Beperkt recht volgt de zaak
Volgende week: beschikkingsbevoegdheid
→ nemo plus-beginsel: niemand kan meer rechten overdragen dan hij zelf heeft
→ indien een beperkt recht is gevestigd op een goed, is de beschikkingsbevoegdheid van de
vervreemder beperkt
Prioriteitsbeginsel
- Indien een goed is belast met meerdere beperkte rechten geldt: het oudere beperkte
recht gaat voor
- Bijv: huis belast met (1) recht van vruchtgebruik en (2) recht van hypotheek
- Stel: lening wordt niet voldaan en hypotheekhouder gaat over tot uitwinning
- Welke gevolgen heeft de eerdere vestiging van het recht van vruchtgebruik?
- En wat zou de uitkomst zijn indien het recht van vruchtgebruik op een later
moment was gevestigd dan het recht van hypotheek?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siennahooftman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.84. You're not tied to anything after your purchase.