Samenvatting: Ethiek van de digitale media – Marcel Becker
Inleiding
Instrumentalisme (vanaf de 16e eeuw): de mens zet de techniek naar eigen willekeur in.
Technische artefacten zijn los van de mens staande middelen/instrumenten om de doelen
die de mens zich stelt te realiseren.
- Descartes: scheiding tussen rationele kern in de mens (cogito) en fysieke voorwerpen
van de natuurlijke wereld. Met rationele activiteit is mens in staat om de omgeving
‘objectief’ in kaart te brengen en vanuit daaruit te overheersen.(→ objecten op zich,
zonder menselijke inmenging). Met ontwikkeling van techniek zet de mens de
materiële omgeving naar zijn hand.
- Voorbeeld instrumentalisme: stoommachine → ‘stoomkracht’ verschafte instrumenten
om verlangens om afstanden af te legen en grond te bewerker sneller en krachtiger te
bevredigen. Daarmee beheerste de mens de wereld om hen heen.
- Kritiek op Instrumentalisme:
o Te simplistisch: denken van mens is onbewust beïnvloed door techniek, mens beslist
niet onafhankelijk over de inzet van technische middelen.
o Gebrekkige visie op dynamiek van technische ontwikkelingen: mens kan manier
waarop uitvindingen worden gebruikt en toegepast niet controleren (uitvindingen
hebben effecten die uitvinders niet kunnen voorzien).
- Instrumentalisme wordt tegenwoordig gebruikt door beleidsmakers die vertrouwen op
invoering van nieuwe technieken om problemen op te lossen.
Technologisch determinisme (loop van 19e eeuw): techniek heeft eigen macht en invloed
en bepaalt (determineert) het menselijk leven.
- Milde vorm: techniek beïnvloedt de mens, maar de mens heeft daar als ontwerper van
de techniek iets over te zeggen. Hij kan de ontwikkeling van bepaalde technieken
tegenhouden.
- Extreme vorm: technische ontwikkelingen hebben een eigen dynamiek waar de mens
geen macht over heeft → filosofie werd met name daardoor bepaald.
- Optimisme: techniek opende wegen die mens gretig zou inslaan. Nadelen waren op te
lossen door nieuwe technieken te ontwikkelen (voorbeeld: Karl Marx)
- Pessimisme: leefwereld van mensen werd gedomineerd door techniek. Techniek was
een manier van denken, gericht op overheersing, uniformiteit en berekening
(voorbeeld: Martin Heidegger).
- Kritiek op determinisme:
o Niet alle technische voorwerpen hebben iets gemeenschappelijks.
o Er is een technologisch en ethische invalshoek op technische ontwikkelingen: dat
een jongere vaardig een app kan downloaden betekent nog niet dat hij goed met de
informatie om kan gaan → technologisch determinisme kent verschil tussen
technologische en ethische invalshoek niet.
o Trekt uit feiten een normatieve conclusie: technische ontwikkelingen zijn
onvermijdelijk, we moeten ze accepteren, dus nadenken over goed/kwaad is
nutteloos → self-fulfilling prophecy: techniek wordt geaccepteerd en er wordt niet
ethisch naar gekeken, technische processen gaan hun eigen gang.
- Technologisch determinisme komt tegenwoordig terug bij voorspellingen over hoe de
wereld zich gaat ontwikkelen onder invloed van techniek.
1
,Rebound effect: uitwerkingen zijn precies tegengesteld aan de bedoelingen waarmee een
techniek ooit was ingezet.
Mens is een technisch wezen:
- Stiegler: techniek is directe veruitwendiging van de menselijke geest.
o Mens laat gedachten en ervaringen doorwerken in vormgeving van voorwerpen
om hen heen.
o Technische voorwerp is vorm van geheugen waarin verworven kundigheden en
ervaringen vastliggen.
- Extensietheorie Clark & Chalmers: mens is naar buiten gericht en interacteert direct
met technische voorwerpen.
o Processen die zich in de hersenen afspelen zijn sterk cultureel bepaald.
o Kennis strekt zich uit (extends) naar voorwerpen die we gebruiken.
o Voorbeeld: bij scrabblespeler die naar beste woordcombinatie zoekt is het
uitproberend bewegen van de letters op het bord deel van het cognitieve proces.
Techniek is menselijk:
- Technische artefacten nodigen uit tot of suggereren bepaalde handelingen en dringen
aan op het voorkomen van andere handelingen.
o Latour: ‘script’ → verkeersdrempel heeft als script ‘rijdt langzaam’, maar je kunt
er met hogesnelheid over heen rijden. Uitwerking van script verschilt per context.
Als er veel kinderen spelen heeft de verkeersdrempel extra effect.
o Mensen kijken naar moreel verantwoorde gebruik van een technologie
centraal staat: morele verantwoordelijkheid van mens in omgang met technisch
product.
o Moralization of technology (Achterhuis): besef dat productontwerp gene
moreel neutrale activiteit is
o Design ethics (Brey): vervolg op moralization of technology: welk script de
ontwerper aan het product meegeeft.
Fenomenologie: mens neemt niet onbevooroordeeld zaken waar, mens geef meteen
betekenis aan zaken (relatie = intentionaliteit).
Hermeneutiek: mens is interpreterend wezen.
→ In wetenschap sprake van ‘subject-objectscheiding’: het te analyseren object wordt
op afstand geplaatst. Fenomenologie & Hermeneutiek: spontane betrokkenheid op
leefwereld.
Nieuwe strominging in techniekfilosofie (eind 20e eeuw) (Ihde, Achterhuis & Verbeek):
- Combinatie van wetenschap en fenomenologie/hermeneutiek.
- Technische voorwerpen bepalen sterk hoe hedendaagse mens de dingen om hen heen
ervaart en interpreteert. Technische voorwerpen zijn door wetenschappelijk denken tot
stand gekomen, maar in dagelijks leven bepalen ze hoe mens buitenwereld beleef.
- Spontane ervaring van dingen om ons heen wordt sterk bepaald door techniek.
- Voorbeeld: versterking door techniek van lichamelijk vermogen (bril), techniek is
verlengstuk van lichaam (hamer).
- Technische ontwikkelingen leiden tot vragen over kwaliteit van leven. Centrale vraag is
niet meer: ‘schaden wij met onze handeling iemand anders?’, maar ‘hoe willen we
(samen) leven?’.
- Kwaliteit en schoonheid zijn twee belangrijke begrippen waarmee mensen uitdrukken
wat ze van betekenis achten.
- Begrip ‘betekenis’ maakt het mogelijk een concrete ervaring in de leefwereld te verbinden
met bredere ethische vragen.
2
, - Iedere handeling met technische voorwerpen zegt iets over de manier waarop we de
wereld en onszelf vormgeven.
- Mensen bedenken betekenissen in eerste instantie niet zelf, betekenissen hebben kracht
waartoe mensen zich voelen aangetrokken.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller djrenzo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.