Soevereiniteit = hoogste gezag uitoe"fenen over een bepaald grondgebied
Idee achter Rijksappel (Sovereign’s Orb): regering heeft bevoegdheden om bepaalde dingen te
doen op een grondgebied
→ Zelfbeschikkingsrecht = recht van de staat: volledige en exclusieve bevoegdheid om
gezag over haar grondgebied uit te oefenen
Staatssoevereiniteit: verankerd in de staat sinds vrede van Westfalen (1648)
• VN = wereld van staten sinds 1648
• Staat heeft rechten: regering heeft de volledige en exclusieve bevoegdheid om het gezag
over haar grondgebied
Imperialisme:
• Te verklaren door 3 ambities: Christianity, Civilization, Commerce
• Macht VK: “Brittania rules the waves”
o 300 jaar lang expansie
o Hoogtepunt na WO1
o Na WO1 kleiner
o → Rijksappel: appel van Elisabeth “groter” dan die van Charles, vraag: hoe klein
gaat de appel nog worden?
o 2 restanten:
1. Met Britse soevereiniteit: Britse Overzeese Gebieden
o Vallen nog onder Britse soevereiniteit
2. Zonder Britse soevereiniteit: Commonwealth (internationale organisatie)
o Niet onder Britse soevereiniteit
o Wel “Britse familie”
• Andere voorbeelden: Spanjaarden, Portugezen, Fransen, Nederlanders
Commonwealth:
• = internationale organisatie
• Bestaat uit 56 onafhankelijke staten (voormalige kolonies die onafhankelijk zijn
geworden)
o Van toepassing op meerdere staten
o Opgericht via London Declaration (1949) na lange voorgeschiedenis van
conferentie en afspraken
, • Samenwerking met focus op taal, cultuur, sport, zaken, …
o ‘Simpele’ thema’s → niet politiek, want ligt moeilijk (bv neokolonialisme, Britse
inmenging, … → willen wel Britse familie zijn, maar niet terug onder Britse
soevereiniteit komen)
• Als voorbeeld gediend voor Commonwealth of Independent States
o Toen Soviet Unie uiteenviel: soortgelijke beweging: samenhouden zonder onder
Russische soevereiniteit te vallen
• Toegenomen aandacht Brexit (‘Global Britain’)
o Britten: “we gaan uit EU stappen want we hebben toch nog de Britse familie”
(Global Britain)
o Maar: werd niet geapprecieerd
Definitie Internationale Organisatie (volgens ons handboek): 3 voorwaarden
1. Leden zijn staten
2. Staten nemen een beslissing (schrijven dit uit op papier → mandaat)
3. Samenwerking kan over verschillende thema’s gaan, maar moet plaatsvinden over
meerdere staten (minstens 3)
Internationale organisatie
• Meestal klein, jong en Europees
• Meer dan 260 IGO’s, MAAR:
o 38% → zombies (blijven bestaan maar geen vooruitgang)
o 10% → dood (geen zichtbare activiteit)
• Basispatroon: verwachtingsmanagement → kritische blik met oprichtingsverdrag
(mandaat) als toetssteen
Algemene inzichten:
• Pluspunten:
o Agenda’s bepalen: vaststellen van prioriteiten op wereldschaal
o Ideeën genereren en verspreiden om complexe problemen aan te pakken
o Data verzamelen om geïnformeerde beslissingen te nemen
o Doelen stellen, bevorderen en monitoren
o Aanpassingen en hervormingen doorvoeren: bestaande beleidsvormen of
structuren aanpassen om wereldwijde uitdagingen aan te pakken
o Nieuwe vormen van bestuur ontwikkelen
• Minpunten:
o Omgaan met interne conflicten van staten: effectief ingrijpen niet altijd
makkelijk (bv burgeroorlogen of binnenlandse politieke onrust → geen mandaat
om direct te mengen in de soevereine zaken van een staat)
o Afdwingen van internationale regels en besluiten
o Coördineren van grote verscheidenheid aan actoren: verschillende actoren
vaak bezig met zelfde thema, maar coördinatie is moeilijk
o Snel reageren op crisis
o Beheren van langetermijnprojecten ten behoeve van brede doelen:
langetermijnprojecten vaak moeilijk succesvol uit te voeren door bv financiering,
politieke instabiliteit en veranderde prioriteiten
,Wat is een staat?
• Definitie volgens juristen: voldoen aan enkele parameters: permanente bevolking,
afgebakend territorium, een regering, capaciteit om in relaties te treden
• Definitie volgens internationale politiek → minder zwart-wit: wat met Islamitische Staat,
Palestijnse Staat?
o Afgesproken in conventie van Westfalen, MAAR: ‘Westphalian box’ → sociale
constructie
• Voorbeelden:
o Midden Oosten → geschiedenis van kalifaten en tegenkalifaten
▪ Kalifaat > sultanaat > emiraat
▪ Ottomaanse Rijk: kalifaat
▪ Verenigde Arabische Emiraten: emiraat (dus eigenlijk een
organisatievorm)
o Islamitische Staat als kalifaat
▪ Staat = prestige/erkenning als onderdeel van een internationale
gemeenschap)
▪ Staat = reactie op staatsgrenzen die Westerse mogendheden bepaalden
na WO1
Basisconcept 3: global governance
Wat is global governance?
• = “The multi-level collection of governance-related activities, rules, mechanisms, formal
and informal, public and private, existing in the world today”
• Jaren 90: systemische verandering (einde Koude Oorlog, globalisering, technologie, …)
leidt tot reflectie → mogelijkheden, samenwerking, optimisme
• NIET global government! (geen wereldregering, wel complexe vorm van bestuur; staten
zijn onderdeel van een groot web)
Basisconcept 4: globalisering
Wat is globalisering?
• = verbinding tussen verschillende delen van de wereld
• Meer en diepere contacten (→ ontstaan na einde van de koude oorlog)
• Globaliseringsgolven (1450-1850; 1850-1945)
o Thick globalisation: omvang, intensiteit, snelheid, impact, …
o Onder druk: deglobalisation, slowbalisation, …
L ES 2: HISTORISCH KADER VERENIGDE NATIES (1)
Blauwdruk: verleden legt basis voor latere gebeurtenissen
• Dubbele betekenis:
o Enge zin: concrete organisaties
o Ruime zin: praktijken, procedures, processen
INTERNATIONALE ORGANISATIE VOOR 1919
IO als kind van de 19e eeuw → globaliseringsgolven (individuele staat onder druk) →
internationale samenwerking als oplossing
, Internationale samenwerking: 3 pijlers
1. Concert van Europa: vrede en veiligheid
• 1815 – 1878
• Inspiratie: Congres van Wenen (1814-1815)
o Vertegenwoordigers kwamen samen om vrede en veiligheid te bespreken
o Idee: we moeten machten in balans houden
o Oplossing: samenkomen op Concert van Europa om dingen die balans in
gedrang zouden kunnen brengen te bespreken
• In totaal +/- 30 informele bijeenkomsten
• Focus op politieke problemen → vrede door behoud van machtsevenwicht
• Realisaties: legitimering van nieuwe Europese staten zoals BE, …
• Blauwdruk: informele samenwerking (geen formele organisaties), collectieve
diplomatie, speciale status voor grootmachten, …
2. Internationale Publieke Unies: concrete, functionele problemen
• ITU 1865
• Context: industriële en technologische innovatie: uitbreiding van handel en
andere contacten → internationale samenwerking als antwoord op niet-politieke
problemen en uitdagingen
• Gaat over niet-politieke zaken, MAAR binnen die samenwerking wel veel
politisering
• Realisaties: eerste formele organisaties
o 1865: International Telegraph Union (ITU)
o 1874: Universal Postal Union (UPU)
o Laatkomer: gezondheid
• Blauwdruk: formele organisaties, internationale secretariaten, multilaterale
conventies
3. Haagse Vredesconferenties: vrede en veiligheid op juridisch vlak
• 1899, 1907, 1915
• Context: streven naar machtsevenwicht niet eenvoudig → staten doen dingen
die machtsevenwicht onder druk zet
o Bv Rusland heeft problemen met bewapeningstempo van Duitsland en
Groot-Brittannië
o Oplossing: juridische afspraken (→ Haagse vredesconferenties =
bijeenkomsten om juridische afspraken te maken die kunnen
waarmaken dat machtsevenwicht in stand gehouden wordt)
• Realisaties:
o Basis voor instellingen: Permanent Court of Arbitration
o Basis voor rechtsregels (vooral humanitair recht): The Hague Convention
• Waarom den Haag?
o Goede juristen in Nederland
o Had al eerdere conferentie georganiseerd binnen kader van
Interparlementaire Unie → was succesvol
o Interessante familiebanden (koningin Wilhelmina had goede connecties
met Rusland)
• Blauwdruk: formele organisaties, betrokkenheid van niet-Europese staten,
comités, verkozen voorzitters, registratie van stemmingen, …
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catomannens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.82. You're not tied to anything after your purchase.