Samenvatting voor het vak Oudheid, docent geschiedenis 1ste jaars
0 purchase
Course
Klassieke oudheid
Institution
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Book
Een kennismaking met de Oude Wereld
Samenvatting van het boek: een kennismaking met de oude wereld.
staat alle belangrijke info en begrippen in
heb met deze samenvatting een 8.9 gehaald
GAAT MAAR TOT H13!!!
De instorting van de Myceense beschaving had gevolgen. De
georganiseerde paleiseconomie stortte in en kwam nooit terug. Het
schrift, het Lineair B, raakte in vergetelheid. De paleizen die eeuwen
eerder werden gebouwd werden verwoest en niet meer opgebouwd. De
steden Knossos op Kreta en Tiryns op de Peloponnesos bleven nog wel
bewoond. Sommige inwoners verlieten Griekenland en vestigden zich aan
de westkust van Klein-Azië. Dit zijn Ionische volksverhuizingen. Deze
Ionische Grieken hebben sterk bijgedragen tot de herleving van de
Griekse cultuur. Griekenland zelf kreeg te maken met een teruggang in de
bevolking en een sterke afname van de materiële cultuur. De kusten van
de Egeïsche Zee bleven aan beide kanten bevolkt. Aan het begin van de
ijzertijd was er de invasie van Doriërs: Grieken die het Dorisch dialect
spreken. Ze woonden vooral op de Peloponnesos, op Kreta en in het
zuidwesten van Klein-Azië.
Wat wij weten over deze tijd komt uit de epen de Ilias en de Odyssee,
geschreven door Homerus. De Ilias beschrijft een episode uit de strijd
van een aantal koningen (onder leiding van Agememnon van Mycene)
tegen de stad Troje of Ilion in het noordwesten van Klein-Azië. De Odyssee
gaat over de terugkeer naar huis van Odysseus, de koning van het eiland
Ithaca, na de inname van Troje. De Trojaanse oorlog werd geacht in de
bloeiperiode van Mycene te hebben plaatsgevonden, maar Homerus zijn
beschrijving over de maatschappij heeft weinig overeenkomsten met het
Lineair B. De Homerische maatschappij heeft meer betrekking op de
wereld van Homerus'' eigen tijd en direct voorafgaande eeuwen. Hier was
de koning geen leider in een paleiseconomie met een stedelijk leven,
maar een grote herenboer die in oorlogstijd de primus inter pares is. Dit is
de eerste onder zijn gelijken. Zulk soort heren waren leiders van grote
agrarische huishoudens. Hier hadden ze militaire macht, konden ze
uitrusting permitteren en ter paard naar het slagveld gaan om er in een
man-tegen-man gevecht te strijden. De rest van het volk had een
geringere rol.
Het waardepatroon van de aristocratische elite had grote invloed op de
Griekse mentaliteit. De edelen moesten hun huishoudens verdedigen en
laten zien dat ze sterke, gezonde en mooie mannen waren. Hieruit
ontstond het competitie-element wat ook in de olympische spelen tot
uiting kwam. Door het gebrek aan Contemporaine schriftelijke gegevens
staat deze periode van 1100-900 bekend als de donkere eeuwen.
,9.1:
In de achtste eeuw begon de bloei van de Griekse beschaving. Dit was
niet een wederopbloei van de Myceense beschaving, maar het ontstaan
van een nieuwe Griekse cultuur met eigen karakter. Rondom Griekenland
lagen rijken met oude culturen. De archaïsche tijd valt samen met het
tijdperk van de Voor-Aziatische wereldrijken: Het Nieuw-Assyrische, Het
Nieuw-Babylonische en het Perzisch Rijk. In Egypte werd handelsfactorij
Naucratis gevestigd. In Klein-Azië was er Lydië en Frygië. De veroveringen
van de Pers Cyprus de Grote zorgde voor Perzische heerschappij.
Fenicische handelaren domineerden de handel op de Middellandse Zee.
De archaïsche periode was een periode van nieuwe ontwikkelingen en
veranderingen op demografisch, economisch, sociaal, militair en cultureel
terrein.
9.2:
In de achtste eeuw was er een breed herstel van nederzettingen en
materiële cultuur. Valt vooral te zien in monumentalisering van de
bebouwing. Er heeft waarschijnlijk een bevolkingsgroei plaatsgevonden,
maar ook geringe bevolkingsgroei in primitieve economieën. Dit betekent
dat er op 1 of andere manier monden moeten worden gevoed. Dit werd
bereikt door veranderingen in de agrarische periode. Nieuwe
landbouwgrond werd ontgonnen en een groter variatie aan gewassen
werd verbouwd. Vee houden werd minder belangrijker. Enkele Grieken
gingen in hun levensonderhoud voorzien door zich op zee te wagen en te
leven van handel en piraterij. Handel werd gezien als lagere orde.
Veel nederzettingen ontwikkelden zich tot zelfstandige, autonome,
stadstaten (Polis). Polis is een zelfstandige stadstaat met een politiek
organisatievorm en samenlevingseenheid. Bij polis gaat het altijd om stad
met ommeland. De Politai zijn de burgers van de polis. Polis herken je
aan een relatief klein grondgebied met een meestal stedelijk
administratief centrum. Daar was het heiligdom en de verzamelplaats
(Agora) waar bestuurders en volk bijeenkwamen te vergaderen voor het
nemen van beslissingen. Later werd het een marktplein. Meer kenmerken
van Polis zijn een bestuur met functionarissen die met specifieke taken
belast werden, zoals legerleiding, rechtspraak en godsdienstige taken.
Niet elke poleis had dezelfde staatsvorm. In de meeste poleis hadden
,adellijke grondbezitters de functies. Dit is aristocratie. De hoge geboorte
hangt samen met toegenomen grondbezit. Het streven van een polis was
vrijheid en autonomie. De Grieken zagen het leven in de polis als de
meest ideale, de meest menselijke bestaanswijze. De poleis in Klein-Azië
maakten van 547 tot 479 deel uit van het Perzisch rijk, daarna kwam
Atheens imperialisme. In 387 kwamen ze terug onder Perzisch gezag. Na
338 kwamen vrijwel alle poleis onder respectievelijk Macedonische en
Romeinse heerschappij.
In minder ontwikkelde gebieden zien we ethnè. Dit is een
samenwerkingsverband van een aantal kleinere gemeenschappen, die
vooral op militair terrein gezamenlijk optraden. Binnen de ethnos konden
steden ontstaan die zich ontwikkelde tot poleis. Griekenland was nooit
een politieke eenheid. Grieken voelden zich verbonden door
gemeenschappelijke taal, door de verering van dezelfde goden en door
gemeenschappelijke tradities. De Grieken hebben heel wat van de
Feniciërs overgenomen.
De achtste tot de zesde eeuw was de periode van Griekse migratie, de
Griekse kolonisatie. Er zijn bijna geen kusten van het Middellandse en
Zwarte Zeegebied waar Grieken geen nederzettingen hebben gesticht. De
belangrijkste steden die kolonisten uitzonden waren poleis in Klein-Azië.
Een Griekse kolonie was niet een wingewest van de stad die de kolonie
had gesticht, maar een nieuwe onafhankelijke polis. Deze polis had
morele en religieuze banden met de moederstad. Deze koloniën werden
gesticht in sterke, goed georganiseerde steden. Vanaf de zesde eeuw
groeiden sommige nederzettingen uit tot steden met eigen Griekse
identiteit. Meerdere van deze nieuwe poleis hebben de handel bevorderd.
In de vijfde eeuw zorgde handel ervoor dat koren (tekort in Griekenland)
geïmporteerd konden worden uit gebieden die het wel hadden. De
kolonisatie leidde tot sterke tegenstand van Perzen, Carthagers en
Etrusken, maar dit eindigde in 550 V.Chr. In Griekenland werd de
uitbreiding van het landbouwareaal gebruikt voor gewassen te
verbouwen. De producten konden geëxporteerd worden. De handel
bevorderde de nijverheid in de steden. Dit zorgde wel voor een stad-
platteland tegenstelling.
9.3
De voorgaande economische en demografische ontwikkelingen hadden
sociale veranderingen tot gevolg. Er ontstond een groep Nouveaux
Riches (nieuwe rijken). Dit waren mensen die zich hadden kunnen
verrijken, door handel of landbouw bijvoorbeeld. De boeren kregen het
, steeds moeilijker. Het land werd door erfdelingen steeds kleiner en de
bevolking groeide. Boeren konden niet overgaan op andere gewassen.
Vele boeren moesten lenen. Vaak raakten zij in schulden.
9.4
De oorlogvoering in de donkere eeuwen stond onder leiding van de
adellijke elite, die werden geholpen door lichtgewapende volgelingen.
Paarden en wagens waren van belang voor de edelen om het slagveld te
bereiken. In de verloop van de archaïsche periode gingen hun monopolie
geleidelijk verloren, omdat nieuwe rijken en middelgrote boeren ook
wapenrusting konden krijgen. De wapenuitrusting ontstond uit helm,
borstpantser, scheenbeschermers en een speer. Falanx is de
vermindering van de rol van paarden en zo een perfecte slagorde
ontstond. Soldaten werden Hoplieten genoemd. In de falanx moest de
slagorde gesloten blijven, zodat de hopliet de onbeschermde rechterkant
van zijn buurman kon beschermen (saamhorigheid en solidariteit). De
hoplieten behoorden tot de rijkste klassen van de maatschappij, vanaf
500 V.Chr. leverden de middenklassen ook hoplieten.
9.5
In de archaïsche periode werd de basis gelegd voor de Griekse schilder-,
bouw- en beeldhouwkunst, de literaire genres, de godsdienstige
voorstellingen en gebruiken, en de Griekse filosofie. Gevolgen van de
bevruchting uit het Nabije Oosten.
De Grieken hebben in de tiende tot negende eeuw het alfabet van de
Feniciërs overgenomen. Eerste Griekse letters stammen af uit het begin
van de achtste eeuw. Griekse vernieuwing hield in dat een aantal
lettertekens van het Fenicische alfabet alleen voor klinkers werden
gebruikt. Het Fenicische alfabet kende alleen medeklinkers. Grieken
voegden bepaalde tekens toe aan het alfabet. Het Griekse alfabet is licht
gewijzigd overgenomen door de Etrusken en de Romeinen. Ook wordt het
nog steeds in het Latijnse gebruikt.
Grieks literatuur was geen leesliteratuur, maar luisterliteratuur die werd
voorgelezen en gememoriseerd. Daarom zijn alle oude teksten in poëzie
vorm geschreven. De epen van Homerus werden beschouwd als een soort
bijbel. Dit was verplichte stof in het onderwijs. Homerus beschrijft de
wereld van de adel in de donkere eeuwen en de vroeg archaïsche tijd.
Homerus zijn kijk op de adellijke competitieve mentaliteit en zijn
voorstelling van goden als hogere antropomorfe wezens die ook volgens
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasondevries2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.