Samenvatting colleges, jeugdrecht in de praktijk en jeugdrecht in de praktijk
0 purchase
Course
Recht
Institution
NHL Hogeschool (NHL)
Book
Jeugdrecht begrepen
Dit is een samenvatting van jeugdrecht begrepen, hoofdstuk 6.4 en 11 tot 17 en jeugdrecht in de praktijk 1 tot en met 6. Ook worden colleges hierin samengevat, staan onderaan het document
Samenvatting Jeugdrecht begrepen hoofdstuk 6.4 en hoofdstuk 11 tot 17
Hoofdstuk 6.4 Wet verplichte GGZ (WVggz) en wet Zorg en dwang (Wzg)
Het uitgangspunt van de gezondheidszorg = zelfbeschikking (mensen die zelf beslissen of ze zorg
wensen en geen zorg wordt geboden die ze niet willen). De onvrijwillige zorg kan alleen via een
wet worden geregeld: De Wzg en de WVggz. Deze wetten zijn vervangend voor de wet BOPZ.
Wet verplichte GGZ (sinds 2020) → Gedwongen zorg, de cliënt veroorzaakt ernstig nadeel voor
zichzelf of anderen door psychische stoornis en vrijwillige zorg is niet voldoende.
Wie vindt dat verplichte zorg noodzakelijk is, kan dit melden bij het gemeentelijk ggz-meldpunt.
De gemeente is verantwoordelijk voor het onderzoeken van deze melding. Indien nodig op basis
van dit onderzoek, informeert de gemeente de officier van justitie.
Professionals die direct betrokken zijn bij het gezin kunnen contact opnemen met de officier van
justitie (OvJ). De OvJ informeert een geneesheer-directeur, die wijst een zorgverantwoordelijke
en een onafhankelijke psychiater aan om te onderzoeken of verplichte zorg noodzakelijk is. De OvJ
verzoekt vervolgens om een zorgmachtiging, waarin onder andere de volgende documenten
toegevoegd:
- Verklaring van de psychiater
- Zorgplan, zoveel mogelijk opgesteld samen met de cliënt en familie.
De door de rechter afgegeven zorgmachtiging vormt de basis voor gedwongen zorg. Die wordt
verleend wanneer de vrijwillige zorg niet mogelijk is en het gedrag van de cliënt door de
psychiatrische stoornis ernstig nadeel veroorzaakt voor henzelf of anderen. Gedwongen opname is
mogelijk bij deze wet. Het verschil met de BOPZ is dat de WVggz gedwongen zorg buiten de
instelling mogelijk maakt (zoals medicatie thuis) en meer randvoorwaarden biedt voor
betrokkenheid van familie bij de verplichte zorg.
Wet Zorg en Dwang (sinds 2020) → Gedwongen zorg voor de cliënt met een psychogeriatrische
aandoening of verstandelijke beperking, wanneer dit ernstig nadeel veroorzaakt voor zichzelf of
anderen en de cliënt geen hulp wenst.
Onvrijwillige zorg kan zowel binnen een instelling, als thuis. Het besluit van niet toepassen wordt
genomen in een multidisciplinair verband. Bij verlenging van zorgtermijn moeten meer
deskundigen betrokken zijn bij het overleg. Een Wzd-functionaris:
- Toets zorgplannen met onvrijwillige zorg binnen de instelling.
- Controleert of onvrijwillige zorg alleen wordt toegepast als er geen vrijwillige opties zijn (Wzd
eis)
- Beoordeelt of er voldoende gedaan wordt om onvrijwillige zorg af te bouwen.
De onderstaande leeftijden gelden voor zowel de Wzd en de WvGGZ:
Leeftijd Voorwaarde voor gedwongen zorg
Jeugdigen Gedwongen als één van de wettelijk vertegenwoordigers niet instemt met de
tot 12 zorg.
Jeugdigen Gedwongen als de wettelijk vertegenwoordigers of de jeugdige zelf er niet mee
12-16 eens zijn en gedwongen als de jongere wilsonbekwaam is en de wettelijk
vertegenwoordiger niet instemt.
Jeugdigen Gedwongen als de jeugdige zelf er niet mee eens is, of de vertegenwoordiger
16+ van een wilsonbekwame jongere het niet eens is.
Voorwaardelijke machtiging jong volwassenen:
De Wzd biedt de mogelijkheid van verplicht zorg voor jongvolwassenen (18-23 jaar) met een
verstandelijke beperking, zonder psychische stoornis, die al jeugdhulp hebben (gehad) en wiens
gedrag als gevolg van beperking tot ernstig nadeel veroorzaakt. Dit kan alleen worden voorkomen
,als de jongeren zich aan bepaalde voorwaarden houdt (zoals hulp accepteren). Bij twijfel of het
naleven hiervan kan het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) de rechtbank verzoeken tot
voorwaardelijke machtiging.
Als de jongere zich niet aan de voorwaarden houdt, kan de instelling die in de machtiging wordt
genoemd gedwongen opname uitvoeren, van maximaal een jaar, verlengbaar tot 23 e jaar.
Doel van de maatregel: jongeren die voor hun 18e jeugdhulp hadden en na hun 18e nog dwang
nodig hebben om hulp te accepteren. Door de machtiging is er een stok achter de deur. De Wzd
wordt alleen opgelegd door de rechter als de jongere niet met de voorwaardelijke machtiging
instemt.
Hoofdstuk 11: inleiding strafrecht
11.2 Plaats en karakter van het strafrecht
Het recht wordt opgedeeld in vier rechtsgebieden
- Burgerlijk recht: Regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers.
– Staatsrecht: Beschrijft de inrichting en organisatie van de overheid.
- Bestuursrecht: Bepaalt regels voor de ordende taak van de overheid.
- Strafrecht: Stelt gedragingen strafbaar die de orde en veiligheid van de samenleving bedreigen.
typerend voor strafrecht
In strafrecht worden gedragingen zoals moord/diefstal strafbaar gesteld.
straf op bepaalde gedragingen (diefstal, moord, etc.) lijkt vanzelfsprekend, maar ook op veel regels
staat geen straf. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar niet elke regel is strafbaar.
In het burgerlijk recht is een verkoper verplicht om een goed product te leveren. Als de verkoper
deze verplichting niet nakomt, is hij niet strafbaar in juridische zin. De koper heeft wel de
mogelijkheid om via de rechter een goed product te eisen, Het handhaven van deze wettelijke
verplichting ligt volledig bij de koper.
Als de wederpartij niets doet, blijft het ‘onrecht’ in stand. De overheid controleert in dit geval niet
actief of iedereen zich aan de wet houdt. In het strafrecht werkt dit anders: er is een speciale
overheidsdienst, namelijk de politie, die strafbare feiten en verdachten opspoort. Als de politie
hierin slaagt, beslist de OVJ of de zaak wordt voorgelegd aan de rechter. Wanneer de rechter
oordeelt dat de verdachte schuldig is, volgt vrijwel altijd een straf.
Opsporen en vervolgen: De overheid speelt een actieve rol bij het opsporen en vervolgen van
verdachten. Dit is verbonden met de regels uit het strafrecht. Deze regels stellen gedragingen
strafbaar die rechtsorde (rust en veiligheid) bedreigen. Wanneer deze regels worden overtreden,
raakt dit niet alleen de dader en het slachtoffer, maar de hele maatschappij. De rechtsorde komt
hierdoor in het geding, hierdoor is het nodig dat de overheid deze taak en is hiervoor een straf
opgelegd.
- Verboden gedragingen (bijv. diefstal, vernieling en verkrachting
- Straffen en maatregelen die aan veroordeelden kunnen worden opgelegd
- Algemene bepalingen die voor alle verboden gedragingen in strafrecht gelden.
Formeel strafrecht legt vast hoe strafbare feiten en verdachten opgespoord mogen worden en wat
er gebeurt nadat de politie de verdachte heeft gevonden. Het bevat:
- bevoegdheden van politie en justitie bij gepleegde strafbare feiten
- rechten van de verdachte en zijn raadsman
- Het proces van het strafproces
Wetboeken
Het Materieel strafrecht is voor te vinden in het wetboek van strafrecht. Ook andere wetten
bepalen strafbepaling (bijzondere wetten, omdat ze een bepaald onderwerp in bijzonder regelen):
,- Opiumwet (handel verdovende middelen),
- Wegenverkeerswet (rijden onder invloed)
- Wet wapens en munitie (wapenbezit zonder vergunning)
Formeel strafrecht staat voornamelijk in Wetboek van Strafvordering. Bijzondere wetten
bevatten ook regels van formeel strafrecht. Dit gaat vaker over de ruimere bevoegdheden die
politie en justitie hebben om strafbare feiten uit een bepaalde wet op te sporen. Opiumwet en Wet
wapens en munitie geeft meer armslag.
EVRM → (Europees Verdrag voor rechten van de mens)
IVRK → (Internationaal verdrag Inzake de Rechten van het Kind)
11.4 Legaliteitsbeginsel
Wanneer er een strafbaar feit wordt geconstateerd, hebben politie en justitie het recht een
verdachte mee te nemen naar het bureau voor verhoor. Bij ernstige strafbare feiten kan een
verdachte weken of maanden worden vastgehouden voor onderzoek. Als de rechter de verdachte
veroordeelt kan er een vrijheidsstraf, taakstraf of geldboete worden opgelegd.
Aangezien strafrecht ingrijpend is, is het belangrijk dat de overheid zorgvuldig handelt. Dit word
gegarandeerd door het legaliteitsbeginsel, die stelt dat geen feit strafbaar is zonder een
voorafgaande wettelijke strafbepaling. Dit bevat 3 belangrijke elementen
1. Wet: Een strafbepaling is alleen geldig als deze is opgenomen in een wet. Deze kunnen
afkomstig zijn van de regering, 1ste en 2e kamer (hoogste wetgevers), maar ook van ministers,
provinciale staten en gemeenteraad (lagere wetgevers)
2. Niet achteraf: Je kunt alleen gestraft worden voor iets dat op het moment van de daad
strafbaar was. Achteraf mag niet. Je kunt dus niet worden opgepakt en vastgezet worden met
terugwerkende krachten. De dader moet op het moment van daad (kunnen) weten dat hij met
zijn gedrag risico loopt op strafbaar feit.
3. Geen gewoonte: Gedrag kan alleen strafbaar gevonden worden in wet, een gewoonte en
analogie (betekenis van strafbepaling wordt opgerekt, zodat er ook gedrag onder valt dat er
officieel niet bij hoort, maar er wel op lijkt) is niet mogelijk.
Strafbepalingen moeten duidelijk en nauwkeurig zijn, zodat voor iedereen helder is welk gedrag wel
of niet strafbaar is. Strafvordering kent ook legaliteitsbeginsel. De politie en justitie zijn gebonden
aan wettelijke regels tijdens opsporing en vervolging van strafbare feiten.
Aangezien strafrecht ingrijpend is, zijn regels vastgelegd in wetten in formele zin, afkomstig van de
hoogste wetgever. Het strafprocesrecht vind je in strafvordering of de Opiumwet, maar niet uit
lagere wetten.
11.5 Jeugdstrafrecht
Jeugdstrafrecht heeft een speciale plek in strafrecht, met specifieke regels voor jeugdigen van 12
tot 18 (soms 23 bij verklaring van rechter). Deze regels hebben een opvoedkundig karakter.
Het strafprocesrecht heeft speciale regels voor jeugdigen om extra bescherming te bieden. Zo
krijgen ze automatisch een advocaat toegewezen, hebben ouders toegang tot de jeugdige als hij
vastgehouden wordt, en vinden rechtszaken vaak plaats achter gesloten deuren vanwege privacy.
Strafprocesrecht heeft ook speciale regels → zijn bedoeld om de jeugdige (verdachte) extra
bescherming te bieden. Krijgt automatisch advocaat toegewezen, ouders toegang tot hem als hij
vastgehouden wordt, meestal rechtszaak achter gesloten deuren vanwege privacy.
Hoofdstuk 12: Materieel strafrecht
Het Wetboek van Strafrecht is het belangrijkste wetboek voor materieel strafrecht en bestaat uit
drie delen (worden boeken genoemd):
Boek 1: bevat algemene bepalingen en geven voorschriften die op alle strafbepalingen van
toepassing zijn. Het geeft een overzicht van straffen en maatregelen die een rechter kan opleggen.
Het regelt ook bijzondere bepalingen in het jeugdstraffenstelsel Ook staan strafbare poging,
deelnemingsvormen en strafuitsluitingsgronden in boek 1.
, Boek 2 en 3 beschrijven strafbare gedragingen.
Boek 2 gaat over misdrijven (zwaardere strafbare feiten, zoals diefstal, mishandeling, vernieling
etc.) Boek 3 behandelt overtredingen (lichtere feiten, zoals op verboden terrein lopen)
Misdrijven zijn ook wel rechtsdelicten, omdat ze rechtsorde schenden. Overtredingen zijn ook wel
wetsdelicten, ze hebben voornamelijk een regelende functie.
De gevolgen van overtredingen en misdrijven zijn verschillend in de wet: je bent niet strafbaar als
je bent medeplichtig aan een overtreding, en de politie mag nauwelijks dwangmiddelen toepassen.
Overtredingen worden berecht door de kantonrechter, terwijl misdrijven voor de rechtbank
komen.
12.3 strafbepaling
Een strafbepaling bevat een nauwkeurige omschrijving van strafbaar gedrag, waarbij de
maximumstraf (sanctievorm) wordt vermeld. Deze omschrijving van het verboden gedrag wordt de
delictsomschrijving genoemd. Soms voegt de wetgever hier een naam aan, kwalificatie.
Delictsomschrijving is opgebouwd uit aantal onderdelen, bestanddelen artikel 310 SR:
• Enig goed
• Dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort
• Wegneemt,
• Met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling
Alleen een dader die met zijn gedrag aan alle bestanddelen van delictsomschrijving voldoet, kan
strafbaar zijn.
Bestanddelen wederrechtelijkheid en schuld
Naast de bestanddelen zijn er ook algemene voorwaarden voor strafbaarheid: wederrechtelijk en
schuld. Deze worden aangeduid als elementen. Zelfs als ze niet expliciet in bestanddelen worden
opgenomen, geld dat zonder deze twee elementen niet kan worden gestraft.
Wederrechtelijkheid: De daad moet in strijd zijn met het recht. Bijvoorbeeld, bij toestemming van
een patiënt kan de wederrechtelijkheid van een behandeling vervallen. Als iemand een product
verkoopt zonder te weten dat er gif in zit, treft hij geen schuld. De daadwerkelijke verkoper die
hierin handelt wel.
Sanctienorm diefstal: Maximaal 4 jaar gevangenisstraf of een geldboete van vierde categorie
(21.750 euro)
Voor jeugdigen gelden andere strafmaxima dan volwassen. De wetgever hanteert algemene
maxima voor alle delicten:
- 15 jaar → maximaal 1 jaar vrijheidsstraf
- 16 en 17 jarigen → maximaal 2 jaar vrijheidsstraf
12.4 strafbare poging
Iemand die probeert en strafbaar feit te plegen maar hierin niet slaagt, kan ook gestraft worden.
- Voornemen: Dit betekent dat de dader daadwerkelijk de bedoeling had om een strafbaar feit
te plegen.
- Uitvoeringshandeling: De dader is begonnen met het misdrijf. Voorbereidingen zoals het
kopen van gif of het huren van een opslagruimte tellen nog niet als strafbare poging. Er kan
worden gezegd dat het pas een poging is als dader op plaats van misdrijf begonnen is met
uitvoering ervan.
- Geen vrijwillige terugtred: Als de dader uit zichzelf stopt, zonder omstandigheden van
buitenaf, besluit een misdrijf te staken is er geen strafbare poging. Bij het zoals stoppen met
stelen uit medelijden, geldt dit ook als geen strafbare poging. Dit houdt in dat het alleen
strafbaar is als hij een politiewagen hoort, of door eigenaar wordt betrapt, strafbaar is.
- Geen strafbare poging voor overtreding: Een poging tot overtreding is niet strafbaar.
- Minderjarigen: Voor een minderjarige geldt hetzelfde maximumstraffen als voor een voltooide
misdrijf bij een strafbare poging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boumamarrit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.24. You're not tied to anything after your purchase.