100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van alle verplichte literatuur (en jurisprudentie!) voor Inleiding strafrecht voor niet-juristen $9.39
Add to cart

Summary

Samenvatting van alle verplichte literatuur (en jurisprudentie!) voor Inleiding strafrecht voor niet-juristen

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van alle verplichte literatuur voor het vak Inleiding strafrecht voor niet-juristen. Het bevat dus hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13 en 15 van het boek Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht (Kronenberg en De Wilde). Daarnaast bevat het de arti...

[Show more]

Preview 4 out of 101  pages

  • January 21, 2025
  • 101
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Inleiding strafrecht voor niet-juristen samenvatting literatuur

Literatuur week 1

Algemene introductie van het vak

Strafrecht kan worden verdeeld in 2 delen:
1. Materieel strafrecht: beschrijft welke gedragingen strafbaar zijn en bepaalt welke sancties
worden opgelegd
2. Formeel strafrecht: procesrechtelijk deel van het strafrecht

Hoe lees ik een arrest: een handleiding

Jurisprudentie: verzameling van rechterlijke uitspraken → vonnis: rechterlijke uitspraken van de
rechtbank (inclusief het kantongerecht) → arrest: uitspraken van het gerechtshof en de Hoge Raad →
in een vonnis of arrest staan de beslissingen die op de terechtzitting zijn gewezen → in sommige
gevallen staan de uitspraken van de rechter in een beschikking; beschikkingen zijn beslissingen die
niet ter terechtzitting zijn gewezen, maar die door de raadkamer of door de rechter-commissaris zijn
genomen

Hoge Raad: cassatierechter; de Hoge Raad beoordeelt de uitspraken van lagere rechters en kan deze
uitspraken eventueel vernietigen (cassation: vernietiging van een vonnis) → er zijn 2 gronden waarop
de Hoge Raad uitspraken van lagere rechters kan vernietigen: schending van het recht en verzuim van
vormen (art. 79 lid 1 Wet RO) → de Hoge Raad stelt geen feiten vast, want dit doen de rechters
(rechtbanken en gerechtshoven); de lagere rechters zijn feitenrechters → in de uitspraak van de
feitenrechter staan de feiten die zijn vastgesteld → in cassatie gaat de Hoge Raad uit van de feiten
zoals die blijken uit de uitspraak van de feitenrechter → bij de feitenrechter staat de verdachte
centraal en aan de hand van de formele en materiële vragen (art. 348 en art. 350 Sv) beoordeelt de
feitenrechter of de verdachte kan worden veroordeeld voor het ten laste gelegde feit → de Hoge
Raad beoordeelt of er terecht wordt geklaagd over de uitspraak van een lagere rechter; deze kan de
uitspraak in stand laten of vernietigen (casseren) → casseert de Hoge Raad de uitspraak van de lagere
rechter, dan wijst de Hoge Raad een lagere rechter aan die deze zaak opnieuw inhoudelijk moet
beslissen

Vrijwel alle uitspraken van de Hoge Raad worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl; door de
beheerders hiervan wordt de uitspraak van een inhoudsindicatie voorzien → verder wordt de
uitspraak niet geredigeerd → een selectie van de arresten van de Hoge Raad wordt gepubliceerd in
tijdschriften; de redacties van die tijdschriften doen wel redactionele aanpassingen (er worden
dingen toegevoegd of weggelaten)

Bouwstenen van een arrest van de Hoge Raad op www.rechtspraak.nl:
• Identificatiegegevens: elk arrest heeft een uniek identificatienummer, de European Case Law
Identifier (ECLI-nummer) → deze bestaat uit 5 elementen:
1. Term ECLI
2. Landcode (Nederland: NL)
3. Gerechtscode (Hoge Raad: HR)
4. Jaar van de uitspraak
5. Unieke volgnummer (tot 2013 kregen de uitspraken een landelijk
jurisprudentienummer, een LJN-nummer, wat bestond uit 2 letters en 4 cijfers → dit
wordt tegenwoordig niet meer gebruikt, maar het unieke volgnummer van
jurisprudentie voor 2013 kan een LJN-nummer zijn)

, → In het onderwijs en in jurisprudentiebundels krijgen sommige arresten een titel, maar
dit zijn geen officiële titels en ze kunnen verschillen → ook kan een arrest worden
aangeduid met een identificatienummer dat afgegeven is door een tijdschrift (vooral die
van het tijdschrift Nederlandse Jurisprudentie, NJ, wordt vaak gebruikt)
• Inhoudsindicatie: op www.rechtspraak.nl wordt van elke uitspraak een korte
inhoudsindicatie gegeven waarin staat waar het arrest ongeveer over gaat → deze
inhoudsindicatie wordt opgesteld door de beheerders van de website en behoort dus niet tot
de eigenlijke uitspraak → de inhoudsindicatie is geen adequate samenvatting van de
uitspraak, dus daarom is in de jurisprudentiebundel bij de meeste arresten geen
inhoudsindicatie opgenomen → ook in de NJ wordt een korte samenvatting gegeven van het
arrest en soms worden de belangrijkste overwegingen van de Hoge Raad opgesomd →
verder biedt de opsomming van de wetsartikelen die in het arrest centraal staan in de NJ en
in de jurisprudentiebundel een inhoudsindicatie
• Geding in cassatie: de daadwerkelijke uitspraak van de Hoge Raad begint met ‘arrest op het
beroep in cassatie tegen een arrest van … in de strafzaak tegen…’ → hierin staat welke
uitspraak met het cassatieberoep wordt bestreden en wie de verdachte is (inclusief de
geanonimiseerde geboortedatum en geboorteplaats) → onder het kopje ‘geding in cassatie’
wordt beschreven wie de advocaat is van de verdachte → ook het advies van de advocaten-
generaal wordt weergegeven
• Bewezenverklaring, gebruikte bewijsmiddelen en beslissingen op verweren: na de
introductie van het geding in cassatie wordt in de arresten van de Hoge Raad eerst de
uitspraak van de lagere rechter beschreven → onder het kopje ‘bewezenverklaring, etc.’ kan
de Hoge Raad informatie geven over de bewezenverklaring, over de door de feitenrechter
gebruikte bewijsmiddelen, over verweren van de verdediging en de standpunten van de
officier van justitie die tegenover de feitenrechter zijn gevoerd of ingenomen en over
beslissingen die de feitenrechter heeft genomen inclusief de motivering ervan → de Hoge
Raad beschrijft eerst wat er in de laatste feitelijke instantie (meestal in het gerechtshof)
bewezen is verklaard, omdat hij geen feitenrechter is; de feiten die bewezen zijn verklaard
door de lagere rechter neemt de Hoge Raad als vaststaand aan → soms wordt de informatie
over de uitspraak van de lagere rechter pas gegeven onder het kopje ‘beoordeling van de
cassatiemiddelen’ → in het verleden begonnen arresten van de Hoge Raad met een
samenvatting van de bestreden uitspraak, maar die samenvatting wordt niet meer gegeven
→ door de redactie van de NJ wordt er soms informatie toegevoegd aan het oorspronkelijke
arrest, kunnen delen van de uitspraak van de feitenrechter worden toegevoegd en kunnen de
ingediende cassatieschriftuur worden weergegeven → de cassatieschriftuur bevat de (door
de redactie van de NJ met Romeinse cijfers genummerde) middelen waarin wordt geklaagd
over het oordeel van de feitenrechter en wordt betoogd dat de Hoge Raad de uitspraak van
het gerechtshof of rechtbank moet vernietigen omdat het recht is geschonden of vormen zijn
verzuimd → in cassatiemiddelen wordt vrijwel altijd op beide cassatiegronden een beroep
gedaan → deze klachten kunnen worden ingediend door de verdediging of door het
Openbaar Ministerie (OM) → de cassatieschriftuur staat niet in het oorspronkelijke arrest van
de Hoge Raad, maar elk arrest bevat de woorden ‘de schriftuur is aan dit arrest gehecht en
maakt daarvan deel uit’
• Aan de beoordeling van de middelen voorafgaande beschouwing: soms geeft de Hoge Raad
een algemene beschouwing voordat de middelen in de onderliggende zaak worden
behandeld; dit is met name het geval als er juridische onduidelijkheid is over de uitleg van
bepaalde begrippen of leerstukken → om duidelijkheid te scheppen geeft de Hoge Raad dan
eerst het algemene juridische kader dat hij gaat hanteren bij het beoordelen van klachten die
te maken hebben met dat begrip of leerstuk → overzichtsarresten: hierin zijn de aan de
middelen voorafgaande beschouwing vaak terug te vinden → in de voorafgaande

, beschouwing staat een algemene uitleg van het recht dat ook zou kunnen staan in een
juridisch handboek: het bevat rechtsregels
• Beoordeling van de cassatiemiddelen: de Hoge Raad bespreekt elk cassatiemiddel apart →
de bespreking kent een vaste opbouw, waarbij elke rechtsoverweging (r.o.) van de Hoge Raad
wordt genummerd → de bespreking van de cassatiemiddelen begint met een korte
samenvatting van de klacht → daarna worden de feiten die door de feitenrechter zijn
vastgesteld genoemd (voor zover dit nog niet is gebeurd) → ook kan het wettelijke kader
worden weergegeven → aan het eind van de beoordeling van het cassatiemiddel geeft de
Hoge Raad de algemene rechtsregels die hij gaat toepassen op de zaak; deze worden
toegepast op de eerder geschetste feiten → dit leidt tot de conclusie dat het middel gegrond
is of dat het middel faalt → de Hoge Raad bespreekt zelden alle cassatiemiddelen: als één
van de middelen gegrond is, zal de Hoge Raad geen aandacht besteden aan de overige
middelen → ook kan de Hoge Raad de bespreking achterwege laten als hij oordeelt dat de
aangevoerde klacht niet tot cassatie kan leiden en niet noopt tot beantwoording van de
rechtsvragen (art. 81 Wet RO) → bespreking kan ook achterwege blijven als de Hoge Raad
het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaart, omdat de aangevoerde klachten geen
behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO) → voorheen bekeek de Hoge Raad
soms ambtshalve of er nog iets mis was met de uitspraak van de lagere rechter, want de Hoge
Raad is niet gebonden aan de aangevoerde cassatiemiddelen (art. 440 lid 1 Sv), maar
tegenwoordig is dit zeldzaam
• Oordeel van de Hoge Raad: nadat de Hoge Raad alle relevante middelen heeft besproken,
komt hij tot een eindoordeel over de uitspraak van de lagere rechter → zijn er geen middelen
ingediend die tot cassatie kunnen leiden en zijn er geen gronden gevonden voor ambtshalve
vernietiging, dan komt de Hoge Raad gelijk tot de beslissing (onder het kopje ‘beslissing’) dat
het cassatieberoep moet worden verworpen → is er wel een reden om de uitspraak van de
lagere rechter te vernietigen, komt de Hoge Raad eerst tot de conclusie (onder het kopje
‘slotsom’) dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven → vervolgens spreekt de Hoge
Raad de beslissing uit (onder het kopje ‘beslissing’) dat de uitspraak moet worden vernietigd
→ wordt de bestreden uitspraak (gedeeltelijk) vernietigd, dan kan de Hoge Raad de zaak
terugverwijzen naar de lagere rechter die zich al eerder over de zaak heeft gebogen, de zaak
verwijzen naar een lagere rechter in een ander arrondissement of zelf de zaak afdoen (als er
voor de zaak geen hernieuwde beoordeling van de feiten nodig is, kan de Hoge Raad bijv. zelf
de juiste straf opleggen) → verwijzen of terugwijzen doet de Hoge Raad met de woorden ‘de
Hoge Raad wijst de zaak terug naar (of verwijst naar) het Gerechtshof X, opdat de zaak op het
bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan’

Conclusie advocaten-generaal: in elke zaak krijgt de Hoge Raad advies van een advocaten-generaal
(A-G), wat een conclusie wordt genoemd → een advocaat-generaal bij de Hoge Raad is een
onafhankelijk adviseur die adviezen moet geven aan de Hoge Raad → in zijn conclusie verwijst de
advocaat-generaal naar relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur → vaak volgt de Hoge Raad
de adviezen van de advocaten-generaal, maar soms niet → de conclusie van de advocaat-generaal
behoort niet tot de uitspraak van de Hoge Raad en heeft een eigen ECLI-nummer

Voor de beoordeling van de cassatiemiddelen moet de Hoge Raad de beslissingen van de
feitenrechter en de inhoud van de ingediende cassatiemiddelen interpreteren → de Hoge Raad
schrijft vaak dat de feitenrechter ‘klaarblijkelijk of ‘kennelijk’ wat bedoeld: met ‘klaarblijkelijk’ wil de
Hoge Raad zeggen dat de geïnterpreteerde woorden niet voor een andere uitleg vatbaar zijn dan de
gegeven uitleg en ‘kennelijk’ geeft aan dat de interpretatie van de Hoge Raad met enige
welwillendheid tot stand is gekomen → wanneer de Hoge Raad gebruikmaakt van de woorden ‘niet
onbegrijpelijk’, ‘niet onjuist’ of ‘getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting’ wordt bedoeld dat hij
zich bij de beoordeling van een uitleg terughoudend opstelt; de Hoge Raad zegt daarmee dat hij de
strekking van de woorden van het Hof toelaatbaar acht, maar dat hij ook ruimte laat voor een ander

, oordeel → bij de interpretatie van cassatiemiddelen kan de Hoge Raad de woorden gebruiken ‘het
middel berust (kennelijk, klaarblijkelijk) op de opvatting (of stelling) dat…’; soms volgt daarop
informatie waarin de cassatieadvocaat zijn middel niet of nauwelijks meer herkent

Het beslissingsmodel: introductie en materiële vragen

Om te kunnen beoordelen of een verdachte kan worden veroordeeld wegens een strafbaar feit,
doorloopt de strafrechter een vragenschema met een strikte, logische volgorde: rechterlijke
beslissingsmodel → dit model bestaat uit 4 formele vragen (art. 348 Sv) en 4 materiële vragen (art.
350 Sv); eerst loopt de rechter de formele vragen bij langs en daarna de materiële vragen

Materiële vragen:
1. Kan hetgeen is ten laste gelegd worden bewezen? → deze vraagt stelt de strafrechter na het
onderzoek op de zitting → bij een bevestigende beantwoording neemt de rechter een
daarmee overeenstemmende beslissing op in het vonnis (bewezenverklaring), waarna de
rechter verder gaat met de 2e materiële vraag → bij een ontkennende beantwoording (als het
ten laste gelegde feit niet bewezen kan worden), komt de rechter tot de einduitspraak
vrijspraak waarmee de zaak eindigt
2. Kan het bewezenverklaarde feit worden gekwalificeerd? → deze vraag kan gesteld worden
als de rechter tot een bewezenverklaring is gekomen → hier wordt getoetst of hetgeen
bewezen is verklaard een strafbaar feit oplevert → van belang hierbij is dat de bestanddelen
van de delictsomschrijving zijn terug te vinden in de bewezenverklaring → als de kwalificatie
geen problemen oplevert, zal de rechter in het vonnis aangeven dat het bewezenverklaarde
strafbaar is → de rechter gaat daarna verder met de 3e materiële vraag → als niet
gekwalificeerd kan worden, dan komt de rechter tot de einduitspraak ontslag van alle
rechtsvervolging (OVAR) wegens niet strafbaarheid van het feit en dan eindigt de zaak →
hierbij is er sprake van de strafprocessuele doorwerking van het legaliteitsbeginsel: een feit is
alleen strafbaar uit kracht van een daaraan voorafgegane strafbepaling
3. Is de dader strafbaar? → deze vraag kan worden gesteld als de rechter het
bewezenverklaarde heeft kunnen kwalificeren → doorgaans (maar niet altijd) worden bij
deze vraag de eventueel aanwezige strafuitsluitingsgronden behandeld: de
rechtvaardigingsgronden die de vooronderstelde wederrechtelijkheid (element) kunnen
ontkennen en/of de schulduitsluitingsgronden die aangrijpen bij de veronderstelde
verwijtbaarheid (element) → als de verdachte strafbaar is, zijn er geen
strafuitsluitingsgronden aannemelijk geworden; de rechter zal dan komen tot een
veroordeling en bepalen welke straf of maatregel moet worden opgelegd → als de verdachte
niet strafbaar wordt geacht, volgt de einduitspraak ontslag van alle rechtsvervolging wegens
niet strafbaarheid van de dader en dan eindigt de zaak

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LauraSociologie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.39
  • (0)
Add to cart
Added