100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Psychologie (P_BINLPSY) - Psychological Science $6.42
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Psychologie (P_BINLPSY) - Psychological Science

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Een duidelijke, overzichtelijke, zo kort mogelijke samenvatting van het vak Inleiding in de Psychologie! Ik heb hiermee een 7.5 behaald.

Preview 3 out of 21  pages

  • January 22, 2025
  • 21
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Inleiding Psychologie
Hoorcollege 1 – Genen en evolutie
Psychologie: de studie van mentale activiteit en gedrag

Genen: elke cel bestaat uit 23 chromosomenparen, elk bevat strengen
DNA. Deze geven instructies voor het maken van eiwitten.
Genexpressie: of een gen aan of uit is, dus of er transcriptie plaats vindt
om een eiwit te maken.  Elke cel is anders omdat ze verschillende
eiwitten aanmaken.

Dominant gen: altijd tot expressie
Recessief gen: alleen tot expressie als er een combinatie is

Genotype: specifieke set genen van een organisme
Fenotype: de openlijke eigenschappen en gedragingen van een
organisme  Bepaald door genotype x omgeving

Homozygoot: allelen op de locus zijn hetzelfde  Eeneiige tweeling
Heterozygoot: allelen op de locus zijn verschillend  Tweeiige tweeling

Erfelijkheid: overdracht van eigenschappen via genen
Erfelijkheidsgraad: mate waarin variatie in een eigenschap binnen een
populatie te wijten is aan de genetica.

Evolutietheorie: natuurlijke selectie waarbij dieren die zich beter kunnen
aanpassen aan de omgeving een grotere kans hebben om te overleven en
zich voor te planten, dan dieren die zich minder goed aanpassen. Drie
voorwaarden:

1. Er is variatie tussen individuen in fenotype
2. Individuen met een bepaalde eigenschap overleven en planten zich
sneller voort
3. De eigenschap die met die voordeel gepaard gaat, wordt van ouders
op kind overgedragen

Bewijs is te vinden in: fossielen, gelijkenis tussen de genomen van
verschillende organismen, pseudogenen, verdeling van soorten over de
wereld

Wie we zijn, wordt bepaald door de manier waarop onze genen tot uiting
komen in verschillende omgevingen.

,
, Hoorcollege 2 – het brein en het zenuwstelsel
Zenuwstelsels:

 Centrale zenuwstelsel CZS: hersenen en ruggenmerg
 Perifere zenuwstelsel PZS: andere zenuwcellen en rest van lichaam:
- Somatische zenuwstelsel: verantwoordelijk voor vrijwillig gedrag
- Autonome zenuwstelsel: verantwoordelijk voor onvrijwillig gedrag
-> Sympatisch: actief als lichaam actief is
-> Parasympatisch: actief als lichaam in rust is

Endocriene systeem: maakt gebruik van hormonen.

Neuron: ontvangt, integreert en transporteert informatie in het
zenuwstelsel  Bestaat uit:

1. Dendrieten: detecteren chemische signalen van neuronen
2. Cellichaam (soma): informatie wordt verzameld en geïntegreerd
3. Axon: transporteert impulsen 
4. Terminale knoppen: sturen chemische signalen naar volgende
neuron

Chemische communicatie tussen neuronen vindt plaats in de synaps: de
kloof tussen verzendende neuron en ontvangende neuron

Actiepotentiaal: neurale ontsteking  Exciterende (stimulerende)
signalen: negatieve lading in de cel verminderen, waarschijnlijker vuren.
Inhiberende (remmende) signalen: negatieve lading in cel verhogen,
minder waarschijnlijk vuren.  Alles-of-niet-wet: of een actiepotentiaal, of
niet.
Actiepotentiaal beweegt langs de axon naar de terminale knoppen: axon
bedekt met een vette myelineschede, die de overdracht versnelt.
Hiertussen knooppunten van Ranvier.

Er vindt een actiepotentiaal plaats: vanaf de drempelwaarde van -55 mV:
natriumionen stromen neuron in. Kalium ionen stromen neuron uit. Neuron
is binnen positiever dan buiten. Natriumkanalen sluiten. Repolarisatie
neuron. Kaliumkanalen sluiten. Oorspronkelijke negatieve rustpotentaal
terug.

Rustpotentiaal: meer negatief geladen ionen aan de binnenkant van de
cel, dan aan de buitenkant van de cel, -70 mV.

Presynaptische neuron: zendt signaal uit. Postsynaptische neuron:
ontvangt signaal. In elke terminale knop zitten neurotransmitters: dragen
impulsen over tussen zenuwcellen. Elke receptor op een dendriet wordt
beïnvloed door één type neurotransmitter, waardoor er wel of niet gevuurd
wordt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaschristiani. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.42
  • (0)
Add to cart
Added