100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Statistiek 1 (P_BSTATIS_1) - Statistical Methods for the Social Sciences $6.68
Add to cart

Summary

Samenvatting Statistiek 1 (P_BSTATIS_1) - Statistical Methods for the Social Sciences

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Een zo kort mogelijke, overzichtelijke, duidelijke samenvatting voor het vak Statistiek 1! Ik heb hiermee een 8.8 behaald.

Preview 3 out of 25  pages

  • January 22, 2025
  • 25
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Statistiek 1 – Tentamen 16 december 18:45h

Hoorcollege 1
Statistische geletterdheid: kunnen begrijpen, interpreteren en het
correct gebruikmaken van statistische informatie.  Kritisch beoordelen
van betrouwbaarheid en rechtvaardiging van conclusies.

Kansrekening: bestuderen van kansen of waarschijnlijkheid.
Deductie: algemeen -> specifiek
Statistiek: verzamelen, interpreteren en organiseren van numerieke
feiten die ook wel gegevens of data genoemd worden.
 Inductie: specifiek -> algemeen

Beschrijvende statistiek: samenvatting geven van de steekproef- of
populatiegegevens door middel van getallen, grafieken en tabellen.
Inferentiële statistiek: voorspellingen maken met steekproefdata over
populatieparameters. Populatieparameters: waardes met betrekking tot
de gehele populatie, meestal onbekend.

Methodologie is de systematische wijze van hoe je empirisch onderzoek
zou moeten uitvoeren. Statistiek staat voor het instrumentarium om
empirisch onderzoek uit te kunnen voeren. Ze zijn dus verschillend, maar
wel verwanten.

Populatie: totale set van deelnemers relevant voor de onderzoeksvraag.
Steekproef: een deel van de populatie waarover data verzameld is.
Goede data zijn betrouwbaar en valide.

Problemen binnen een steekproef:

 Willekeurige steekproef variatie: door natuurlijke variatie (toeval)
tussen steekproeven
 Meetfouten: onnauwkeurigheden in het observeren of meten
 Selectieve respons: bepaalde groepen meer of minder geneigd om
mee te doen
 Steekproeffouten: toevallige verschillen die in de populatie niet
bestaan
 Steekproefvertekening: niet representatief voor de populatie, want
niet gelijke kans om geselecteerd te worden

Variabele: gemeten karakteristiek die kan verschillen tussen subjecten.
Een variabele kan verschillende meetniveaus hebben:

 Kwalitatief/categorisch:

, o Nominaal: ongeordende categorieën  Geslacht, oogkleur
o Ordinaal: geordende categorieën  Rang in een wedstrijd,
opleidingsniveau
 Kwantitatief/numeriek:
o Interval: gelijke afstand tussen opeenvolgende variabelen 
Graden Celsius
o Ratio: gelijke afstand en absoluut nulpunt  Graden Kelvin

De variabelen kunnen in twee verschillende soorten waardebereik vallen:

 Discreet: eindig ondeelbare meeteenheid  Aantal huisdieren
 Continu: oneindig deelbare meeteenheid  Lichaamsgewicht


Hoorcollege 2
Er zijn verschillende manieren om een goede aselecte steekproef te
trekken. Welke manier gebruikt wordt, hangt af van de onderzoeksvraag,
doelpopulatie en haalbaarheid van de te vormen steekproef. Verschillende
steekproefmethoden:

Eenvoudige aselecte steekproef (simple random sampling):
Elke combinatie heeft evenveel kans om de steekproef te vormen.
Haalbaar als participanten vanuit de gehele doelpopulatie benaderbaar
zijn. Vereist een groot aantal willekeurige getallen om steekproef te
bepalen.
1. Stel steekproefkader vast
2. Trek aselect steekproef van deelnemers (n)

Systematisch aselecte steekproef (systematic random sampling):
Niet elke combinatie heeft evenveel kans om de steekproef te vormen.
Eenvoudig om uit te voeren en vaak een goede representativiteit.
1. Stel steekproefkader vast
2. Bepaal skipnumber: grootte populatie / grootte steekproef
3. Trek aselect de eerste deelnemer en bepaal vervolgens met skipnumber
de volgende deelnemers

Gestratificeerde steekproef (stratified random sampling):
Op voorhand expliciete groepen die met elkaar vergeleken worden. Binnen
iedere groep wordt een steekproef getrokken. Proportioneel: verhoudingen
van de steekproef hetzelfde als de verhoudingen in de doelpopulatie.
Disproportioneel: verhoudingen anders zijn. Handig bij vergelijken
groepsverschillen in omvang.
1. Stel steekproefkader vast
2. Verdeel populatie in strata  Jongens en meiden
3. Trek aselect uit ieder stratum  2 jongens en 2 meiden

, Clustersteekproef (cluster sampling):
Niet elke combinatie heeft evenveel kans om de steekproef te vormen.
Een steekproef van bestaande clusters. Handig als het niet haalbaar is om
deelnemers uit alle clusters te benaderen.
1. Stel steekproefkader vast
2. Verdeel populatie in clusters  Scholen
3. Trek aselect aantal clusters  2 scholen
4. Kies alle deelnemers in getrokken clusters

Getrapte steekproef (multi-stage sampling):
Uiteindelijke steekproef wordt in stappen opgesteld. Combinatie van
eenvoudig, cluster- en/of gestratificeerde steekproeftechnieken.
1. Stel steekproefkader vast
2. Verdeel populatie in clusters  Scholen
3. Trek aselect aantal clusters  150 scholen
4. Trek aselect binnen gekozen clusters  30 leerlingen per school

Data kan beschreven worden in drie verschillende dimensies:

 Centrummaten: typische observatie  Gemiddelde, mediaan,
modus
 Spreidingsmaten: spreiding observaties  Bereik, variantie,
standaarddeviatie
 Positiematen: relatieve positie observaties  Kwartielen,
percentielen, z-scores

Univariate beschrijvende statistiek: één enkele variabele
geanalyseerd en beschreven. Categorische variabelen (nominaal en
ordinaal) kunnen beschreven worden door een staafdiagram,
taartdiagram, frequentieverdeling, met spreidingsmaten, modus.

Kwantitatieve variabelen (interval en ratio)
kunnen beschreven worden door een
frequentieverdeling, stam-en-blad-diagram,
histogram, mediaan, modus, gemiddelde,
bereik, standaarddeviatie,
interkwartielafstand (middelste 50% van de
waarnemingen), percentielscore, kwartiel, z-
score.  Boxplot: de box is de
interkwartielafstand, dus de middelste 50%
van de waarnemingen. Door de box loopt een
lijn, de mediaan. De lijnen boven en onder de
box zijn de whiskers, de data buiten de
interkwartielafstand. Uitschieters zijn losse,
verdere punten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaschristiani. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64419 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.68
  • (0)
Add to cart
Added