Strafrechtelijke aansprakelijkheid - Tilburg University - bestand tentamen en schrijfopdracht
0 purchase
Course
Strafrechtelijke aansprakelijkheid (670083B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Materieel strafrecht
Dit bestand bevat stappenplannen, de leerstof en jurisprudentie van het vak strafrechtelijke aansprakelijkheid. Ook het betoog (de schrijfopdracht) is bijgevoegd. Tentamen behaald met een 8, schrijfopdracht met een 8,1.
Bestanddelen
Vereisten die zijn opgenomen in de delictsomschrijving waar een specifieke menselijke
gedraging moet voldoen wil men spreken van een strafbaar feit. Deze vereisten dienen
bewezen te worden. Alle bestanddelen staan in de ten lastenlegging.
Elementen
Basisvoorwaarden voor het strafbare feit. Bij elk delict moet hieraan zijn voldaan. Elementen
dienen niet bewezen te worden, maar worden verondersteld. Deze staan dan ook niet in de
ten lastenlegging.
Wederrechtelijkheid
Wederrechtelijkheid betekent in strijd met het recht. Wederrechtelijkheid kan zowel een
bestanddeel zijn als een element.
Verwijtbaarheid
De verwijtbaarheid toont aan of een strafbaar feit/gedraging aan iemand te verwijten valt.
Ook verwijtbaarheid kan een bestanddeel en een element zijn.
Let op: indien sprake van culpa dan zit verwijtbaarheid verstopt in de
delictsomschrijving. ‘Aan wiens schuld te wijten is’.
Beslissingsmodel van art. 348 jo 350 Sv
De formele voorvragen (art. 348 Sv)
Aan de hand van de voorvragen bepaalt de rechter of alle randvoorwaarden kloppen. Indien
deze kloppen gaat de rechter de zaak pas inhoudelijk bekijken en komen de materiële
hoofdvragen aan de orde. De materiële voorvragen betreffen instapeisen voor het proces. De
volgorde van de vragen zijn niet dwingend maar in de praktijk wordt de volgorde altijd
aangehouden.
1. Is de dagvaarding geldig?
Nee: sanctie: nietigheid van de dagvaarding, art. 349 lid 1 Sv
Ja: naar vraag 2
2. Is de rechter bevoegd?
Nee: sanctie: onbevoegdheid van de rechter, art. 349 lid 1 Sv
Ja: naar vraag 3
3. Is de Officier van Justitie ontvankelijk? (Heeft de OvJ het recht om te vervolgen?)
Nee: sanctie: niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie, art. 349 lid 1 Sv
Ja: naar vraag 4
4. Zijn er redenen voor schorsing van de vervolging?
Nee: dan naar de materiële hoofdvragen
Ja: dan schorsing van de vervolging, art. 349 lid 1 Sv
De materiële hoofdvragen (art. 350 Sv)
De materiële hoofdvragen gaan over de feiten en de daarbij horende straf. Hierbij bepaalt de
rechter of de verdachte schuldig is en welke straf passend is. De volgorde van de
hoofdvragen is dwingend, en worden dus altijd in vaste volgorde behandeld.
1. Kan het tenlastegelegde feit worden bewezen?
Ja: dan leidt dat tot een bewezenverklaring. Alle bestanddelen zijn bewezen
Nee: vrijspraak, art. 352 lid 1 Sv
Bij deze vraag kan de wederrechtelijkheid worden weggehaald wegens een
rechtvaardigingsgrond en de verwijtbaarheid wegens een schulduitsluitingsgrond
,Strafrechtelijke aansprakelijkheid, bestand tentamen
2. Levert de bewezenverklaring een strafbaar feit op? (Valt dit binnen een wettelijke
delictsomschrijving?)
Ja: Gekwalificeerd feit
Nee: ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR), art. 352 lid 2 Sv
3. Is de verdachte strafbaar?
Ja: naar vraag 4
Nee: ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR), art. 352 lid 2 Sv
De gedraging is niet wederrechtelijk door een rechtvaardigingsgrond
Bij deze vraag wordt er gekeken naar de verwijtbaarheid en wederrechtelijkheid.
De verdachte kan het feit niet worden verweten door een schulduitsluitingsgrond
Dan ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR), art. 352 lid 2 Sv
4. Welke straf of maatregel moet worden opgelegd?
Hierbij bepaalt de rechter of, en zo ja welke sanctie er moet worden opgelegd.
Als culpa niet bewezen kan worden strandt het dus bij de eerste vraag.
Kwalificatie van delicten
Materieel en formeel
Materieel geformuleerd delict ziet op het gevolg van het delict. Indien het gevolg intreedt ben
je strafbaar. De nadruk ligt hier meer op het gevolg.
- Voorbeeld: de dood
Formeel geformuleerd delict staat de handeling centraal. De handeling die staat in de
delictsomschrijving is strafbaar.
- Voorbeeld: gevaarlijk rijgedrag
Krenkingsdelict en gevaarzettingsdelict
Bij een krenkingsdelict wordt er een concreet inbreuk gemaakt op een rechtsgoed
(geschonden) (het gronddelict)
Gevaarzettingsdelict ziet op gevaarlijke situaties die worden veroorzaakt en hierdoor komt
het rechtsgoed in gevaar. Deze handelingen zijn strafbaar.
Commissie en omissiedelict
Commissiedelict: een bepaalde handeling/doen is strafbaar gesteld. Strafbare feiten die
worden begaan door een handeling. Je mag niet…. Als je dit dan wel doet dan is het
strafbaar
Omissiedelict: je bent strafbaar als je iets nalaat. Delicten die worden gedaan door een
nalaten.
Logis generalis en specialis
Logis generalis: algemene wet. De algemene bestanddelen.
Logis specialis: bijzondere wet. Hierbij zijn extra bestanddelen betrokken
Commune en bijzondere delicten
Commune delicten: normale delicten uit het Wetboek van Strafrecht
Bijzondere delicten: delicten uit bijzondere strafwetten zoals de Wet op de Economische
delicten.
, Strafrechtelijke aansprakelijkheid, bestand tentamen
Ideaaltypische en niet-ideaaltypische delicten
Niet-ideaaltypisch delict: wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid zijn in de delictsomschrijving
opgenomen. Het dient dus bewezen te worden. De bewijslast ligt hier hoger.
Wederrechtelijkheid komt aan de orde bij de eerste vraag.
Ideaaltypisch delict: wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid zijn niet opgenomen in de
delictsomschrijving en dus een element. Dient niet bewezen te worden maar wordt
verondersteld. Wederrechtelijk komt pas aan de orde bij de derde vraag.
Dit is van belang omdat indien wederrechtelijk niet bewezen kan worden, er vrijspraak
zal volgen bij niet-ideaaltypische delicten.
Als er ‘opzettelijk’ in de delictsomschrijving staat dan is het een ideaaltypisch delict.
Culpa en opzettelijkheid kan immers niet beide in de delictsomschrijving staan.
Gekwalificeerde en geprivilegieerde
Gekwalificeerde delicten: strafverhogende delicten. Er is in deze sprake van een
strafverzwarende omstandigheid. Let hierbij op dat wanneer de strafverzwarende
omstandigheid NIET intreedt, het gronddelict overeind blijft. Hierbij kan onderscheid worden
gemaakt in:
Gronden van objectieve aard
Het feit staat voorop. Onder bepaalde omstandigheden kan een feit zwaarder bestraft
worden dan in een ander geval.
Gronden van subjectieve aard
Hierbij staat de persoon van de dader voorop. De hoedanigheid van de persoon kan
zorgen voor een verzwarende straf. Ook het oogmerk waarmee de dader het delict
heeft gepleegd speelt hierin een rol.
Geprivilegieerde delicten: strafverlagende delicten. Hierbij is er sprake van een bijzondere
omstandigheid, waardoor de straf wordt verlaagd.
Doleuze en culpoze delicten
Doleuze delicten: vereisten enige vorm van opzet
Culpoze delicten: vereisen een vorm van schuld
Aflopende en voortdurende delicten
Aflopend delict: delicten die zich afspelen binnen een bepaald tijdsbestek
Voortdurende delicten: delicten die zich een langere tijd voortduren
Klachtdelicten
Klachtdelicten: delicten die enkel kunnen worden bestraft indien er een klachtgerechtigde
aangifte is gedaan. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen:
Absolute klachtdelicten
Delicten die niet kunnen worden vervolgd zonder een klacht
Relatieve klachtdelicten
Delicten die alleen kunnen worden vervolgd indien er een klacht is en wanneer de
dader in bepaalde hoedanigheid staat tot het slachtoffer.
Week 2 Legaliteit en rechtsmacht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisa180814. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.