Vanaf hoofdstuk 2 (hoofdstuk 1 is alleen inleiding).
March 10, 2014
56
2012/2013
Summary
Subjects
persoonlijkheidsleer
visies
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Bedrijfskunde MER
Visies
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
carolahuibers
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 2 – Sigmund Freud en de psychoanalyse
Biografie
Sigismund Schlomo Freud (1856-1939) is de geschiedenis ingegaan als de bedenker van de
psychoanalyse en is tot op heden één van de meest invloedrijke denkers van de twintigste
eeuw.
Hij werd geboren op 6 mei 1856 in Príbor (Tsjechië). Zijn ouders waren beide joods, deze
religieuze factor heeft op de achtergrond een belangrijke rol gespeeld in zijn carrière,
ondanks dat Freud zelf atheïst is geworden.
In Wenen gaat hij naar school en besluit hij om te kiezen voor de wetenschap, omdat hij zich
interesseert in de nieuwe en controversiële theorie van Darwin.
Na zijn studie komt hij erachter dat hij te arm is voor wetenschappelijk onderzoek en is gaan
werken in een ziekenhuis waar hij zich ging specialiseren in neurologie en zenuwziekten.
Joseph Breuer liet hem hierbij kennis maken met hypnose.
Eenmaal teruggekeerd in Wenen, na een studie bij de beroemde zenuwarts Jean Martin
Charcot in Parijs, trouwt hij met Martha Bernays en wordt een zelfstandig zenuwarts. Hij leert
hierbij dat de patiënten beter behandeld konden worden door ze te laten liggen op een sofa
en vrijuit te laten praten (vrije associatie) in plaats van hypnose toe te passen.
Hij begon artikelen en boeken te schrijven, waaronder ‘De droomduiding’, dit was voor het
publiek de eerste kennismaking met de onbewuste geest.
Daarna ging hij werken, als assistent-hoogleraar en later als hoogleraar, aan de universiteit
van Wenen.
Zijn boeken werden in 1933 en 1938 openlijk verbrand in Berlijn en Wenen door de nazi’s. In
1938 moet hij Wenen verlaten en vlucht hij naar Londen, aan het einde van zijn leven kan hij
niet meer praten en heeft hij voortdurend pijn, dit kwam door keelkanker. In 1939 gaf Freuds
arts op zijn eigen verzoek een aantal morfine-injecties die zijn leven beëindigen.
2.1 Inleiding
In de inleiding wordt verteld dat iedereen last heeft van freudiaanse versprekingen. Volgens
Freud spreekt men van een ‘Fehlleistung’ (letterlijk ‘verkeerde handeling’) wanneer iemand
niet toevallig, maar wel per ongeluk een ander woord gebruikt dan hij bedoelde. Een in
principe willekeurige handeling, zoals het uitspreken van een zin, het lezen van het woord,
word onwillekeurig verstoord door iets wat, zo lijkt het, buiten de wil van de persoon omgaat.
2.2 Freudiaanse versprekingen
Versprekingen, of varianten daarop zoals het vergeten van een afspraak, komen vaak voor
en hebben in het dagelijks leven een dermate geringe invloed op het menselijk functioneren,
dat de wetenschap deze als alledaags beschouwt.
Volgens Freud zit er echter achter de werking van de verspreking een aanwijzing schuld die
een geheel nieuwe theorie over de menselijke geest zou kunnen ontsluiten, ook kunnen
volgens hem schijnbaar onbetekenende zaken een onvermoed grote betekenis hebben voor
de wetenschap. Wij mogen ons door de subtiliteit van de verspreking niet laten verleiden tot
de gedachte dat zij als psychisch fenomeen niets te betekenen heeft.
Wat was volgens Freud dan de oorzaak volgens die versprekingen?
- Ten eerste constateert hij dat versprekingen zich zowel bij zieke als gezonde mensen
voordoen. Dat betekent dat het herhaaldelijk vergeten van een afspraak of het
verkeerd spellen van een woord waarschijnlijk niet veroorzaakt wordt door een
organische stoornis of ziekte.
- Ten tweede blijkt dat versprekingen zich vooral voordoen wanneer de persoon er op
gespitst is juist zo ‘goed’ of ‘normaal’ mogelijk over te komen, bijvoorbeeld als iemand
een belangrijke toespraak moet houden.
- Ten derde valt de inhoud van de versprekingen op dat zij een betekenis
communiceren die vaak precies tegengesteld is aan de bedoelde, bijvoorbeeld
‘gefeliciteerd’ zeggen in plaats van ‘gecondoleerd’ is een veelgemaakte pijnlijke fout.
, 2.2.1 De waarde van een psychisch feit
De gemakkelijkste verklaring voor de versprekingen, stelt Freud, de verspreking te
beschouwen als een simpele vergissing, een psychologische toevalligheid. Versprekingen
lijken te veel intentie, te veel consistentie te hebben om ze slechts als toevalligheid te
kunnen afdoen. Uit het gegeven dat de verspreking een bedoeling lijkt te hebben, leidt Freud
af dat er een oorzaak moet zijn.
De verspreking heeft een betekenis, dat in de inhoud ervan een bedoeling wordt uitgedrukt
en hoewel die bedoeling niet instemt met de bewuste intentie van de persoon die de
verspreking maakt, is zijn niet toevallig. Een verspreking is niet een ‘abnormaliteit’, maar een
‘normale’ daad die simpelweg de plaats heeft ingenomen van een ander. In dit verband
noemt Freud versprekingen en aanverwante verschijnselen ook wel overgedetemineerd:
het gedrag heeft meer dan één betekenis of drukt krachten en conflicten uit die uit
verschillende lagen van de persoonlijkheid afkomstig zijn.
Er bestaan blijkbaar krachten in de psyche, geest, die buiten onze wil om gedrag produceren
zonder dat daar een lichamelijke verklaring voor is. Voor Freud betekent de term ‘psychisch
feit’ tevens de erkenning dat er niet zoiets bestaat als vrijheid in de geest.
Versprekingen zijn handelingen die het resultaat zijn van een conflict tussen tegengestelde
psychische intenties. Deze intenties zijn niet altijd direct beïnvloedbaar door de wil, noch
kenbaar aan het bewustzijn.
2.2.2 Psychisch determinisme
Het materialisme is een monistische ontologie die veronderstelt dat alle dingen in de wereld
uiteindelijk terug te voeren zijn op materie. Zaken als ‘geest’ of ‘bewustzijn’ worden vanuit
materialistisch oogpunt uitsluitend begrepen in termen van hun fysieke kenmerken. Iets als
een lichaam-geest probleem bestaat in de materialistische visies dus ook niet, omdat
mentale activiteit uiteindelijk altijd terug te voeren is op haar fysiologische of chemische
oorsprong.
De begeleidende filosofie van die wetenschap is het naturalisme: de enige werkelijkheid die
ertoe doet is de natuur. Het naturalisme zet zich hiermee af tegen bovennatuurlijke
verklaringen van gedrag. Volgens het naturalisme kunnen de wetenschappelijke methoden
en wetten, die voortvloeien uit materialistisch onderzoek, toegepast worden op alle mogelijke
fenomenen in de wereld, dus ook op de mens en zijn gedrag.
De negentiende eeuw is de eeuw van de natuurwetenschappen en de revolutionaire
toepassingen die mogelijk werden gemaakt dankzij de industriële revolutie. Destijds waren er
al kritische geluiden te horen over de wetenschap, zo waarschuwde filosoof Friedrich
Nietzsche waarschuwt bijvoorbeeld ‘nihilisme’, aangezien hij vreest dat het leven zelf ten
onder dreigt te gaan in het triomfantelijk geweld van wetenschap en techniek. Een andere
filosoof Wilhelm Dilthey vreest dat de naturalistische inslag van de wetenschap geen recht
kan doen aan de mens in zijn geheel. De mens en zijn wereld zijn complex en de
wetenschappen moeten dit niet willen versimpelen.
In verschillende geschriften betoogt ook Freud op welke wijze en om welke reden hij in zijn
theorie over de menselijke geest wenst af te wijken van de in zijn tijd gangbare ideeën over
causaliteit. In het voorbeeld die op blz. 59 staat, bedoelt Freud dat niet alleen een strikt
materialistische verklaring een vrij absurde dimensie aan menselijk handelen geeft, maar ook
dat een dergelijk verklaringsmodel ons niet verder zal helpen bij de oplossing van het
probleem dat voor ons ligt. Wanneer we een psychische fenomeen, zoals een verspreking,
verklaren door middel van fysiologische factoren, zoals afgeleid zijn, dan krijgen we niet
meer dan een ‘hol begrip’ van het verschijnsel en zijn we bovendien niet meer met
psychologie bezig, aldus Freud. Een fysiologische verklaring geeft ook geen antwoord op de
vraag wat het is door zoiets als een fysiologische aandoening veroorzaakt wordt en vooral
niet waarom het er zo uitziet als het doet. Psychologie moet zich, aldus Freud, echter niet
alleen bezighouden met het beschrijven en classificeren van verschijnselen, maar ook het
begrijpen ervan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carolahuibers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.78. You're not tied to anything after your purchase.