Cursus Sociaal Recht
Hoofdstuk 1: Het begrip recht
Recht:
➔ = geheel normatieve regels opgelegd door maatschappij waarvan naleving
afdwingbaar is via staatsapparaat en tot doel heeft ordening van maatschappelijk
leven te verzekeren
➔ Privaatrecht: verhoudingen tussen burgers onderling
➔ Publiekrecht: verhoudingen tussen burgers en staat
Hoofdstuk 2: Het sociaal recht
Sociaal recht:
➔ = specifieke rechtstak en bestaat uit arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht
➔ Ontstaan bij sociale kwestie van 19e eeuw
2.1 Arbeidsrecht
➔ = betrekking op verhoudingen tussen werkgevers en werknemers op individueel en
collectief vlak, doel economische ontwikkelingen op sociaal aanvaardbare manier
begeleiden
Belangrijkste rechtsbronnen:
➔ Individueel arbeidsrecht:
◆ Overeenkomstenrecht:
● Arbeidsovereenkomstenwet (3 juli 1978):
○ Deel 1: Algemeen
○ Deel 2: AO voor arbeiders (hoofdzakelijk manueel werk)
○ Deel 3: AO voor bedienden (hoofdzakelijk intellectueel werk)
○ Deel 4: AO voor handelsvertegenwoordigers (bedienden met
statuur)
○ Deel 5: AO voor dienstboden (private poetsvrouw)
○ Deel 6: AO voor huisarbeiders
○ Deel 7: AO voor studenten (extra bescherming omdat
studenten onervaren, naïef zijn)
● Wet betreffende tijdelijke arbeid, uitzendarbeid (24 juli 1987)
○ Werken via interimkantoor mag enkel in bepaalde gevallen
◆ Arbeidsreglementering:
● Wet op Arbeidsreglement (8 april 1965)
○ Arbeidsreglement verplicht in elk bedrijf
○ Door ondernemingsraad (vanaf 100 werknemers)
1
,Olivia Galle
○ Indien geen ondernemingsraad door werkgever in overleg met
werknemers
○ Bepalingen gelden voor alle werknemers
● Wet betreffende bescherming van loon (12 april 1965)
○ Een van eerste sociale wetten
○ Verbod systeem dat werknemers in natura betaalde
○ Loon moet in geld tenzij strikte uitzonderingen
● Arbeidswet (16 maart 1971)
○ Verbod kinderarbeid (tijdens voltijdse leerplicht tot 16j)
○ Zondagsrust
○ Arbeidsduur (max 9u/dag, max gem 38u/week berekend over
jaar)
○ Verbod nachtarbeid (tussen 20u-6u) → uitzonderingen
○ Moederschapsbescherming (recht op 15 weken
moederschapsrust)
◆ Arbeidsbescherming:
● Wet betreffende welzijn van werknemers (4 augustus 1996)
○ Veiligheid en gezondheid werkplek
○ Omzetting EU richtlijn
○ Uitgevoerd door welzijnscodex ter uitvoering van wet
➔ Collectief arbeidsrecht (betrekking op werknemers en 1 of meerdere werkgevers):
◆ CAO: collectieve arbeidsovereenkomst op verschillende niveaus
● Onderneming:
○ Syndicale afvaardiging: vertegenwoordiging personeel,
aangeduid of verkozen onder gesyndiceerde werknemers
(vakbondsleden), onderhandeld bedrijfsCAO’s
○ Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW):
verplicht vanaf gem 50 werknemers in technische
bedrijfseenheid, bevoegd voor welzijn werknemers
○ Ondernemingsraad: verplicht vanaf gem 100 werknemers in
TBE, stelt arbeidsreglement op
● Bedrijfstak:
○ Paritaire Comités: leggen loon en arbeidsvoorwaarden vast
voor sector, CAO’s gesloten die vaak algemeen verbindend
verklaard worden (AVV)
● Nationaal:
○ Nationale Arbeidsraad Brussel: soort sociaal parlement met
sociale partners waar genummerde CAO’s gevormd worden
◆ Indien sociale partners niet tot compromis komen →
regering
◆ CAO over gewaarborgd gemiddeld minimum
maandinkomen: in BE indien fulltime werken 1.611,41
EUR
Hiërarchie rechtsbronnen:
1. Dwingende bepalingen wet in voordeel werknemer
2. Algemeen verbindend verklaarde CAO’s in volgorde:
2
,Olivia Galle
a. Gesloten in Nationale Arbeidsraad
b. Gesloten in paritair comité
c. Gesloten in paritair subcomité
3. Niet algemeen verbindend verklaarde CAO’s wanneer werkgever ondertekend of lid
is van organisatie die ondertekend in volgorde:
a. Gesloten in Nationale Arbeidsraad
b. Gesloten in paritair comité
c. Gesloten in paritair subcomité
d. Gesloten buiten paritair orgaan
4. Geschreven individuele AO (IAO)
5. Niet algemeen verbindend verklaarde CAO’s als werkgever niet ondertekende
6. Arbeidsreglement
7. Aanvullende bepalingen wet
8. Mondelinge IAO
9. Gebruik (vb: premie → verworven rechten)
2.2 Sociaal zekerheidsrecht
➔ = betrekking op voorzieningen ie overheid organiseerde ten voordele van
werknemers, ambtenaren, zelfstandigen en anderen die door sociale (en
professionele) risico’s worden getroffen
➔ Verhouding tussen diverse overheidsinstellingen en burgers die er gebruik van
maken (publiekrecht)
◆ Overheidsdiensten = sociale parastatalen (onafhankelijke overheidsdiensten)
Sociale (en professionele) risico’s die meest bestaanszekerheid bedreigen:
➔ Kans om slachtoffer te worden van (arbeids-)ongeval, (beroeps-)ziekte, invaliditeit
➔ Kans om getroffen te worden door onvrijwillige werkloosheid
➔ Kan om ten gevolge van ouderdom niet meer in staat te zijn arbeid uit te oefenen
➔ Kans om persoon te verliezen die instaat voor levensonderhoud
➔ Kans om ten gevolge van kinderlast of gezondheidskosten groot deel inkomen te
verliezen
Nieuwe sociale risico’s (waar nog geen reactie op is van overheid):
➔ Bezit van beperkte vaardigheden (vaak leidend tot werkloosheid)
➔ Eénouderschap
➔ Combineren van zorgtaken met betaald werk
➔ Mantelzorg
3
, Olivia Galle
Hoofdstuk 3: Basisprincipes sociale zekerheid
3.1 Definitie
➔ Geheel van sociale voorzieningen die tot doel hebben voldoende inkomen te
garanderen bij sociaal/professioneel risico
➔ Preventie:
◆ Gezondheidsbeleid
◆ Werkgelegenheidsbeleid
➔ Herstellen:
◆ Mensen zo snel mogelijk terug aan werk krijgen (na werkloosheid of ziekte)
Opties om sociale zekerheid te organiseren:
➔ Bismarck: waarborgen van door arbeidsinkomen verworven levensstandaard aan
bepaalde beroepscategoriën
◆ Bismark: kanselier van Pruisen in 19e eeuw (verdienste: eenmaking
Duitsland)
◆ Invoeren verplichte sociale verzekeringen
● Door late industrialisatie in 19e eeuw
○ Arbeidsproletariaat ontstond
● Arbeider rechten en sociale verzekering geven
◆ Persoon werkt → betaalt sociale bijdrage (van brutoloon) → geplitst in
werknemers- en werkgeversbijdrage → recht op sociale uitkering bij sociaal
risico
◆ Gericht op behoud van door arbeid verworven levensstandaard →
inkomensverschillen in stand houden
➔ Beveridge: verschaffen forfaitair minimuminkomen aan elke burger
◆ Beveridge: hoge ambtenaar 20ste eeuw, bekend door Social Insurances en
Allied Services (hoe maatschappij inrichten na oorlog)
◆ Minimuminkomen bij sociaal risico voor elke burger
● Iedereen hetzelfde
● Hoeft niet gewerkt te hebben
● Lager dan armoedegrens, aanvullend naar soort OCMW
◆ National Health Service waar burger gratis gezondheidszorg kon krijgen
◆ Best in Scandinavische landen, ook in NL
● NL: elke burger krijgt bij pensioenleeftijd AOW (algemeen ouderdom
wetpensioen)
● BE: rustpensioen op basis van arbeid en sociale bijdrage
Vormen van sociale uitkeringen:
➔ Vervangingsinkomens → vervangt inkomen uit arbeid:
◆ Eerste pijler:
● Voorwaarde: voldoende voorafgaande arbeid en bijdragebetaling
● Arbeidsongeschiktheidsuitkering
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller olivia1galle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.