1.1 Intriductie
Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders.
Isolatoren laten geen stroom door.
De grootte van de stroom meet je met een stroommeter (ampèremeter).
Een ampèremeter moet in serie met het apparaat.
De spanning over een apparaat meet je met een spanningsmeter (voltmeter).
Een voltmeter moet je parallel schakelen aan het apparaat.
1.2 Energie en vermogen
Het elektrisch vermogen van een apparaat (in W) is de hoeveelheid elektrische energie die het
apparaat per seconde omzet (in J/s).
Eenheid van elektrische energie is Joule (J) en kilowattuur (kWh). Een deel van de energie gaat
verloren, hoe groot het deel is dat wel nuttig wordt gebruikt, geef je aan met het rendement.
η > het rendement
E nuttig > de nuttige uitgaande energie (in J of kWh)
E in > de ingaande energie (in J of kWh).
1.3 Spanning en stroomsterkte
De stroomsterkte door een apparaat is de hoeveelheid lading, in coulomb ( C), die per seconde
door dat apparaat gaat. Vermogen van een apparaat is evenredig aan de stroomsterkte en de
spanning.
Netspanning = 230 V
1.4 Weerstand en geleidbaarheid
De geleidbaarheid bepaalt hoeveel stroom er loopt bij een bepaalde spanning. Als de
geleidbaarheid groot is, is de weerstand klein en omgekeerd.
● Hoe langer de draad is, hoe meer weerstand de elektronen ondervinden als ze door de
draad bewegen. De weerstand van de draad is evenredig met z’n lente l.
De eenheid van weerstand is ohm (Ω).
● De weerstand van de draad hangt ook af van de dwarsdoorsneden (r ) van de draad.
Een dikkere draad laat gemakkelijk elektronen door, en heeft dus een kleinere
weerstand. De weerstand is omgekeerd evenredig met zijn oppervlakte A van de
dwarsdoorsnede van de draad.
● De weerstand van een draad hangt ook af van het materiaal. Hoe goed of slecht een
materiaal geleidt, geven we aan met de soortelijke weerstand.
● De weerstand van de draad hangt ook af van de temperatuur.
De stroomsterkte door een ohmse weerstand is evenredig met de spanning.
1.5 Schakelingen in huis
Een schakeling waarbij alle apparaten rechtstreeks op de spanningen bron zijn aangesloten is
een parallelschakeling, de stroom uit de spanningsbron wordt gesplitst.
De totale stroomsterkte is gelijk aan alle stroomsterktes in de aangesloten apparaten bij elkaar
opgeteld. Dit noem je stroomdeling.
Serieschakeling > Apparaten achter elkaar geschakeld, bv feestverlichting.
, Bij een serieschakeling spreek je van spanningsdeling. Omdat elk lampje weerstand biedt, is de
spanning groter dan bij een lampje.
Als op een groep te veel apparaten worden aangesloten kan de stroomsterkte te groot worden.
Dit heet overbelasting.
Nog een grotere stroomsterktes zijn mogelijk bij kortsluiting, die kan ontstaan als twee
elektriciteitsdraden elkaar raken doordat de isolatie van de daden kapot is.
De beveiliging in een huis installatie tegen overbelasting en kortsluiting noem je een zekering.
Een zekering biedt geen bescherming tegen stroom door je lichaam. Daarvoor is een
aardelekschakelaar, die meet voortdurend de stroom die het huis ingaat en de stroom die het
huis weer uitgaat. Zodra het verschil groter is dan 30 mA, schakelt de aardlekschakelaar de
stroom uit.
Stroomsterkte en geleidbaarheid van een parallelschakeling
Utot = U1 = U2 = ….
Utot > De spanning van de spanningsbron in volt (V)
U1 > De spanning over weerstand R1 (V)
U2 > De spanning over weerstand R2 (v).
Itot = I1 + I2 + ….
Itot > De totale stroomsterkte die de bron levert in ampère (A)
I1 > De stroomsterkte door weerstand R1 (A)
I2 > De stroomsterkte door weerstand R2 (A).
Gtot = G1 + G2 + ….
Gtot > De totale geleidbaarheid van de weerstanden in siemens (S)
G1 > De geleidbaarheid van weerstand R1 (S)
G2 > De geleidbaarheid van weerstand R2 (S).
Voor de totale parallelschakeling:
Itot = Gtot * Utot
Spanning en weerstand in een serieschakeling
Itot = I1 = I2 = ….
Itot > De totale stroomsterkte door de bron in ampère (A)
I1 > De stroomsterkte door weerstand R1 (A)
I2 > De stroomsterkte door weerstand R2 (A).
Utot = U1 + U2 + ….
Utot > De spanning van de spanningsbron in volt (V)
U1 > De spanning over weerstand R1 (V)
U2 > De spanning over weerstand R2 (v).
Rtot = R1 + R2 + ….
Rtot > De totale weerstand van de weerstanden in ohm (Ω).
R1 > De weerstand van R1 (Ω).
R2 > De weerstand van R2 (Ω).
Voor de totale serieschakeling:
Utot = Itot * Rtot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julielang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.