Dit is een samenvatting van inleiding tot de financiële markten 1. Het vak wordt gegeven door Marc de Ceuster in het eerste jaar TEW aan de universiteit van Antwerpen. De samenvatting behandelt het volledige boek en de lessen. Deze samenvatting heeft mij een 14/20 opgeleverd. Veel succes!
DEEL I: Financiële architectuur
Hoofdstuk 1: Financiële architectuur ontstaan niet spontaan
1.1 Intro
o Openingszin: Money changes everything. How finance made civilization possible.
Financiewezen is katalysator van de menselijke beschaving
Financiële wereld begrijpen? Basiskennis organisatie financieel systeem nodig
Risico kun je niet loskoppelen en zo kom je in de wereld van finance terecht
Wat geldt voor de economie in zijn geheel, is van toepassing op dagelijks leven
o Dominante naties in…
20ste eeuw: Verenigde Staten
18de en 19de eeuw: Engeland (IR)
17de eeuw: Nederlanden
Gigantische economische groei en ontwikkeling financieel systeem
- Hangt altijd samen
- Niet alle volkeren hebben dat
Bv. Aboriginals leven nog altijd in de dreamtime, staan op andere
manier in het leven, kennen de waarde van geld niet
- Toeval?
o Financieel system: the connected universe of financial instruments, financial institutions and
financial markets operating in a given place at a given time, that is, the financial
superstructure of the economy.
Synoniem: financiële architectuur of financiële infrastructuur
Samenspel tussen markten, instellingen en instrumenten
- Architectuur komt tot stand door tussenkomst mens
Zijn allemaal gegroeid, ontstaat niet spontaan
- Voldoet aan noden mens
- Ontstaat vaak door privé-initiatief
- Vaak toch (r)evoluties nodig voor ontstaan
Aboriginals: blijven stil staan
- Leefden geïsoleerd
- Voelden geen noodzaak landbouw te ontwikkelen
- Geen nieuwe technologieën -> dramatisch op lange termijn
1.2 Schuld en ruil liggen (waarschijnlijk) aan de wieg van onze beschaving
o Groeiproces begon in de prehistorie
Weet men niet veel over buiten schilderingen en gereedschappen
Mens toen = jager-verzamelaar
Nomadisch bestaan
- Leefden in grotten en kampementen (beschutting tegen natuurelementen)
Geen besef van eigendomsbegrip, materiële cultuur en sociale stratificatie
1
, o Primitieve sharing economy
Bij jager-verzamelaars
Eerste welvaartsmaatschappij (=affluent society)
- Geen overlevingseconomie (= subsistence economy)
- Want kon al aan behoeften van de mens voldoen
‘Delen’ was moeilijk
o Primitieve volkeren hadden meer een gift economy
Plicht iets te geven, aanvaarden en iets terug te geven
- Geven was niet vrijblijvend
- Teruggeven gebeurde niet simultaan
- In functie van de noden van de groepsleden
- In kleine gemeenschap gaven ze delen van de jacht af
Ontstaan idee schuld (=debt)
- UOM: you owe me
- IOU: I owe you
Er werd verwacht dat je in de toekomst meer terug gaf
- Soort rente
- Sanctie bij niet teruggeven -> sociale aard
o Ruilen want je kon voedsel niet in originele staat terug geven
Gebeurden met vreemden
Voordelige deal sluiten
‘Trade and walk away’-transactie
Ruileconomie
1.3 Landbouw leidt tot eigendom, handel, vermogen, belastingen, geld
en… lenen
o Foerageren wordt pastoralisme
Rondtrekken met kudde dieren
Start domesticatie dieren en gewassen
o Vruchtbare sikkel zorgde voor sedentatie
Rond huidige Israël
Wonen op vaste plaats
o Uitvinding wiel, irrigatie en de ploeg
Zorgt voor verspreiding landbouw
China: rijst en gierst
Zuidoost-Azië en Nieuw-Guinea: suikerriet
Mexico en Zuid-Amerika: maïs, bonen, peper, pompoenen en aardappelen
o Start domesticatie en evolutie kleinschalige en voor eigen gebruik bedoelde tuinbouw naar
grootschalige, gesystematiseerde op handel gerichte landbouw is belangrijk
Neolithische revolutie
o Agricultuur kan meer mensen onderhouden (50 tot 100) dan jagen
o Stenen werktuigen worden metalen werktuigen (technologische ontwikkeling)
o Einde van het delen = begin van het persoonlijk eigendom
Verschillen tussen groepen, standen -> meer en minder eigendom
Begin vermogen en vermogensopbouw
2
,3
, o Dieren zorgden voor een vermogensconcept
Hoe meer dieren, hoe rijker
Waren eigendom van iemand
Succesvolle landbouwers moesten zelf niet meer fysiek werken
- Ontstaan ambachten en ambachtslieden maakten wapens en sieraden
Begin intrest -> 2 schapen kregen kind, levert meer op
- Lam was het begrip voor intrest
o Kenmerken beschavingen:
Urbanisatie: concentratie van mensen in een gebied dat de daar levende populatie
ecologisch gezien niet kan onderhouden
- In veel steden zie je dezelfde patronen en ontwikkelingen
- Uitroepen territoriale soevereiniteit
- Geen onderling contact
- Vb. ontstaan steden Ziggurat
- Gift economy kon niet meer
Sociale stratificatie
- Elite, hogere burgers en lagere burgers
Door belastingen financierde elite haar levenswijze
Vaak inclusief slavernij
Belastingen betalen voor bescherming van de stad
- Soort boekhouding
- In een piramide moest de onderste laag de piramide financieren
Werd bijgehouden wie al bijgedragen had
Langeafstandshandel
- Goederen die we niet nodig waren voor dagelijks gebruik werden
geïmporteerd en verworven door elite
- Handel uitbesteden aan andere volkeren
Vaak beroep op zeevaarders
Tellen, boekhouding, schrift en contracten
- Ondersteuning administratieve gebeuren
- Bewijs = kleitabletten
- Gebruikt voor bv. voorraadopslag en rationering
Tokens: kleivormen die telden als eenheden die in een bulleye werden gestopt en
dat was geld
- Schelpenringen of cacao bv.
- Voordeel: ruilverhoudingen daalt + oplossen niet samenvallende behoeften
Ontstaan lenen
- Ruimer denken dan hedendaags concept
- Lenen uit noodzaak om te overleven of voldoen aan verplichtingen
- Gaat over lenen van zaden, granen of zilver
Vaak zonder intrest
- Leningen evolueren naar uitgeschreven op kleitabletten
Bij aflossing werd kleitablet vernietigd
Schuldvorderingen konden al worden overgedragen (niet vaak)
- Leningen werden verschaft uit persoonlijk vermogen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TEWaanUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.