Theorie 1: Perspectieven op Geschiedenis (LGX289B05)
Summary
Samenvatting theorie 1: perspectieven op geschiedenis
0 purchase
Course
Theorie 1: Perspectieven op Geschiedenis (LGX289B05)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Nederlandse aantekeningen van het vak theorie 1: perspectieven op geschiedenis (2024/2025). Het gaat voornamelijk om hoorcollegeaantekeningen, maar de opgegeven literatuur is over het algemeen ook meegenomen in het document.
Theorie 1: Perspectieven op Geschiedenis (LGX289B05)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
noortjelangman
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1 – Inleiding
Er zijn twee processen in het kader van het ontwikkelen van theorieën:
1. Het lenen en vertalen van theorieën en methoden van gerelateerde academische
wetenschappen (voornamelijk mens en sociale wetenschappen, ook filosofie)
2. Het ontwikkelen van originele theorieën en methoden op basis van stukken en empirisch
onderzoek van historici.
Het centrale doel is het ontwikkelen van een gevoeligheid voor de voor- en nadelen van beide
processen en de gevolgen voor resultaten van historici. Een variëteit aan perspectieven leidt tot
verschillende posities, verschillende nadrukken en verschillende debatten. Hoe moeten we
geschiedenis bestuderen? Objectief en onbevooroordeeld? Historici lijken feiten te presenteren,
maar er is geen objectieve waarheid. Perspectieven hebben invloed op de objectieve waarheid.
Inleiding in het perspectief van het geheugen
Er zijn verschillende manieren waarop je het geheugen van mensen kunt beïnvloeden/construeren:
Via (officiële) afbeeldingen, zoals postzegels en flyers
Via rituelen, zoals publieke feestdagen en parades
Films, kranten, beelden
NB: dezelfde beelden etc. kunnen na afloop van een gebeurtenis in de context van een
museum een heel andere invloed op de herinnering hebben
Het geheugen blijft gecompliceerd, want er is nooit één gezamenlijk geheugen. Deze verschillende
gezamenlijke herinneringen kunnen met elkaar in strijd zijn, er zijn vaak verschillende narratieven.
Inleiding in het geografische perspectief
In dit perspectief gebruiken we drie geografische concepten: de wereld, de aarde en de planeet.
Transnationaal sociaal veld =
1. Grensoverschrijdende mobiliteit: geschiedenis is gegrond in verschillende landen, mensen en
ontwikkelingen zijn niet gebonden aan slechts één land of gebied
2. Mondiale publieke sfeer: sinds de 19e eeuw is er steeds meer sprake van een mondiale
publieke sfeer inzake bv. ideeën over revolutie en acties t.a.v. revolutie, denk ook aan
internationale instituties betreffende communisme, of juist vrede
Inleiding in het perspectief van de sociale wetenschappen
De kern is gedrag van mensen en groepen binnen de maatschappij
Individuele beslissingen zijn minder relevant
Positivisme (empirisch, data, systematisch, controleerbaar) vs. interpretivisme (afhankelijk
van interpretatie van een bepaalde historicus) sociale wetenschappen zijn gericht op het
systematisch analyseren van patronen in politieke, economische en sociale fenomenen
Belangrijke vragen voor het perspectief van de sociale wetenschappen zijn:
1. Wat kunnen we leren van de geschiedenis van sociaal gedrag?
2. Wat kunnen inzichten in sociaal gedrag ons leren over de geschiedenis?
Inleiding in het hermeneutische perspectief
Hermeneutiek draait om interpretatie, hetgeen gerelateerd is aan feiten, objectiviteit en
subjectiviteit, en relativisme. Er zijn twee lagen ten aanzien van hermeneutiek:
Algemeen begrip: de ‘handeling’ van het interpreteren (methode)
Filosofisch begrip: de ‘reflectie’ op het interpreteren, wat gebeurt er bij interpretatie?
,Het probleem met geschiedenis is dat de historicus zelf
onderdeel is van de geschiedenis. Historici construeren verhalen
op basis van bronnen, maar het constructieproces wordt
beïnvloed door de interpretatie van de historicus. De vraag is of
dit dus überhaupt objectief kan.
Feiten zijn beschrijvingen van de stand van zaken in het
verleden. Feiten bestaan dus uit ‘taal’ en zijn afhankelijk van
conceptuele kaders en gebonden aan de context. Feitelijke
claims zijn dus interpretaties van de stand van zaken in het
verleden.
Interpretaties veranderen door de tijd heen, omdat door de tijd heen de historische context
verandert, je point of view verandert, de gestelde vragen veranderen en de relevante bronnen
veranderen. Historici vinden dus geen koude, harde feiten en presenteren ze niet als de
waarheid, ze interpreteren en construeren een verhaal.
Omdat iedereen ‘zijn eigen waarheid’ heeft, kan je je afvragen of er geen sprake is van
relativisme. Is er wel een waarheid en is objectiviteit wel mogelijk? De relevante vraag voor
hermeneutiek is dan ook of de echte uitdaging van geschiedenis objectiviteit is, dan wel omgaan
met de consequenties van het (ethisch) relativisme.
,Perspectief van de herinneringen/geheugen
Hoorcollege 2 – Herinneringen en geschiedenis
Herinneringen = het verleden zoals dit wordt herinnerd
Geschiedenis = het verleden zoals dit wordt bestudeerd
deze twee hebben met elkaar te maken, ze kunnen beide invloed op elkaar hebben
Hoe werken herinneringen?
Er zijn drie typen herinneringen:
1. Episodisch: herinneringen ten aanzien van gebeurtenissen voor historici meest relevant
2. Semantisch: herinneringen en het interpreteren van kennis
3. Als gewoonte: je hoeft er niet meer over na te denken, procedureel (bv. fietsen)
Er zijn vervolgens verschillende wijzen waarop herinneringen werken:
Middels vertellingen (mondeling of schriftelijk, kan ook (deels) fictie zijn)
Het betekenis geven aan het heden en het voorspellen van de toekomst
Herinneren als ‘beoefening’: het herinneren (mentale handeling), maar ook de herinnering
(de praktijk van het herinneren creëert een herinnering, zoals herdenkingen)
Geheugen is niet statisch/gefixeerd, maar is een manier om verleden te vertalen naar heden.
Het heden verandert constant, dus de manier van vertalen van het verleden ook
(presentisme).
Zijn herinneringen individueel of collectief?
Het concept van de collectieve herinneringen is bedacht door Halbwachs, hij is de grondlegger.
Individuele herinneringen construeren je eigen identiteit, maar volgens Halbwachs zijn deze
individuele herinneringen ingebed in de context van sociale groepen. We onthouden niet alleen
dingen op basis van onze eigen ervaringen en herinneringen, maar ook door interactie met anderen.
Individuele herinneringen en collectieve herinneringen
o Een herinnering kan ook collectief worden: het gaat dan om een herinnering van de
groep die zich bewust is van een gedeeld verleden.
o Individuen kunnen hun herinneringen slechts plaatsen in de context van de gedeelde
herinneringen en de sociale, collectieve gebruiken. De sociale kaders bepalen hoe en wat
we onthouden, zoals tradities, taal en gedeelde symbolen.
o NB: maatschappijen zijn divers, dus je kunt onderdeel zijn van verschillende groepen en
dus van verschillende collectieve herinneringen.
Collectieve herinnering en de vorming van collectieve identiteit
o Een collectieve herinnering kan een collectieve identiteit laten ontstaan. De collectieve
herinnering is in die zin constitutief voor de collectieve identiteit / het collectief.
Herinneringen ondersteunen dus niet alleen de individuele identiteit, maar ook de
gedeelde groepsidentiteit.
Het doorgeven van herinneringen
o Volgens Halbwachs worden herinneringen vooral via directe sociale interacties
doorgegeven, het zijn communicatieve herinneringen. Het gaat om het idee dat
herinneringen in leven blijven door interacties binnen groepen.
o Warburg richt zich echter meer om de symbolische herinnering via kunst en cultuur, hij
introduceerde het idee dat herinneringen worden gedragen door visuele en artistieke
representaties. Mensen geven betekenis aan zaken door visuele herinneringen. Zo kan je
bv. via kaarten of postzegels over een lange tijd heen zien welke beelden belangrijk zijn.
De visuele herinneringen ontstaan eigenlijk door culturele objecten.
, Er zijn verschillende concepten van collectieve herinneringen, vanaf de jaren ’20 gaat het dan vooral
om collectieve herinneringen zoals hierboven omschreven (Halbwachs) en visuele herinneringen
(Warburg). In de jaren ’80 was er herleefde interesse in herinneringen. Het stel Assmann
combineerde mondelinge en visuele herinneringen. Herinneringen kan je volgens hen verdelen in 2:
1. Communicatieve herinneringen = ontstaan door alledaagse interacties en bestaan niet langer
dan vier generaties (80 tot 100 jaar), gaat vaak om persoonlijke ervaringen
2. Culturele herinneringen = staan op afstand van het alledaagse (verheft zich ervan) en gaan
over belangrijke gebeurtenissen die vaststaan door teksten, rites en monumenten. Dit zorgt
voor een stabiele basis voor een groepsidentiteit. Is een vorm van het reconstrueren van het
verleden in het heden. De gebeurtenis is dus onderdeel van je herinnering, zonder dat je op
wat voor manier dan ook in de buurt moet zijn van de gebeurtenis (i.p.v. 80-100 jaar).
Iedereen is constant onderdeel van de recreatie van de collectieve herinnering (bv.
jodendom, maar ook koningsdag en het stemmen bij de verkiezingen).
Volgens Hirsch is er sprake van ‘post-herinnering’ (1992). Herinneringen van eerdere generaties o.b.v.
trauma’s wordt doorgegeven aan latere generaties. Dit zit tussen individuele herinneringen en
collectieve herinneringen in, omdat het trauma in eerste instantie op het individuele niveau wordt
beleefd (het naziverleden bv.). Deze trauma’s vormen herinneringen van een latere generatie.
Herinneringen en het vergeten (Ricoeur)
Vergeten is de andere kant van herinneren.
Vergeten kan komen in geforceerde vorm of met opzet (bv. via amnestie, politieke
beslissingen, het vernietigen van symbolen van het verleden). Dit kan dus een sociaal doel
dienen.
Het recht om te vergeten = het scheiden van dader en daad, en dus het onthouden van het
kwade maar niet het onthouden van de dader. Dit zorgt voor verzoening en vergeving.
Hoe staan herinneringen in verband met geschiedenis? integraal
Het bestuderen van nationale mythen:
o geschiedkundige gebeurtenissen kunnen op een bepaalde manier beleefd worden en
daarmee invloed hebben op de collectieve identiteit. De nationale mythen worden via
gebruiken herinnerd (zoals herdenkingsdagen), zie hieronder.
Het onderzoeken van de gebruiken van gezamenlijke herdenking en het gezamenlijk vergeten:
o bv. museums, monumenten. Interessant hoe de eerste wereldoorlog herdacht wordt in
de verschillende landen. Een voorbeeld van het gezamenlijk vergeten van een historische
gebeurtenis is de genocide die Duitsland pleegde in Afrika.
Het onderzoeken van de ‘inmenging’ van politiek in herinneringen:
o politiek kan ervoor zorgen dat een gebeurtenis positief of juist negatief wordt herdacht,
een nationale feestdag wordt etc. Er is wat dat betreft een verband tussen identiteit en
herinneren, maar hebben ook invloed op de vraag wie de rechtmatige eigenaar is van
bepaalde delen van landen (historische claims).
Het gebruiken van herinneringen om de geschiedenis te bestuderen: bv. mondelinge geschiedenis
of documenten in een archief. combineren is het beste
o Archieven zijn niet altijd even objectief, omdat je beeld gelimiteerd wordt door hetgeen
aanwezig is in de collectie, omdat het bestuur bepaalde stukken onwelgevallig vindt.
Daarnaast kunnen intrinsieke ideeën beïnvloeden wat belangrijk is en wat niet. Ook
wordt je hierbij gelimiteerd tot schriftelijke stukken, en niet iedereen kan schrijven en
niet alles kan opgeschreven worden.
o Mondelinge geschiedenis is daarom een belangrijke aanvulling. Oral history heeft een
emancipatoir karakter, het gaat om het vertellen van verhalen en het horen van stemmen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjelangman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.