100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College Aantekeningen Verbintenissenrecht 2024 - Semester 2 $8.10
Add to cart

Class notes

College Aantekeningen Verbintenissenrecht 2024 - Semester 2

 0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

College aantekeningen voor verbintenissenrecht gegeven door V. Sagaert. Bevat alle notities van alle lessen.

Preview 8 out of 50  pages

  • January 25, 2025
  • 50
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Vincent sagaert
  • All classes
avatar-seller
Jaar 1 - Semester 2
Bachelor Rechten KUL
Verbintenissenrecht 2024 - C02B5A

INHOUDSOPGAVE

TITEL I. WETTELIJK KADER ........................................................................................... 2
TITEL II. WAT IS EEN VERBINTENIS? ............................................................................. 2
TITEL III. VERBINTENISSEN UIT RECHTSHANDELING .................................................. 4
TITEL IV. VERBINTENISSEN UIT DE WET..................................................................... 29
TITEL V. GEMEENSCHAPPELIJKE KENMERKEN VAN CONTRACTUELE EN NIET- ........ 37
CONTRACTUELE VERBINTENISSEN ............................................................................. 37
TITEL VI. BEWIJSRECHT .............................................................................................. 47
VRAGEN COLLEGE ........................................................................................................ 48




Pagina 1 van 50

, TITEL I. Wettelijk kader


Napoleon burgerlijk wetboek 1804 in reactie tegen de Franse Revolutie 1789. Tot 4 jaar geleden nog
steeds het wetboek van 1804 gebruikt.


Nieuw burgerlijk wetboek
Boek 1: algemeen deel 01-01-2023
Boek 2: titel 3 relatievermogensrecht 01-07-2022
Boek 3: goederenrecht 01-09-2021
Boek 4: erfrecht, schenkingen, en testament 01-07-2022
Boek 5: verbintenissen 01-01-2023
Boek 6: buitencontractuele aansprakelijkheid (PowerPoint slides) 01-02-2024 goedgekeurd in
parlement
Boek 7: bijzondere contracten
Boek 8: nieuwe bewijsrecht 01-11-2020
Boek 9: titel 1 zekerheden vorige week voorgelegd in parlement
Boek 10: verjaring


Programma
4 delen:
1. Wat is een verbintenis?
2. Verbintenissen uit rechtshandeling en welke gevolgen die rechtshandelingen heeft voor
derden?
3. Verbintenissen uit de wet (quasi-contractueel quasi-delict)
4. Complicaties/kenmerken gemeenschappelijk aan alle verbintenissen


Overige
1. Vragen college


TITEL II. Wat is een verbintenis?


Artikel 5.1 BW: een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een
schuldenaar indien nodig de uitvoering van een prestatie mag eisen.


Een aantal elementen:
1. Een verbintenis is een rechtsband tussen twee rechtssubjecten (schuldeiser en schuldenaar)
2. Op grond waarvan de ene een aanspraak kan laten gelden tegenover de andere




Pagina 2 van 50

,Een persoonlijk recht doet een subject-subject verhouding ontstaan. Een zakelijkrecht een
verhouding ontstaan tussen een rechtssubject en een rechtssubject (Henri de Page). Andere auteurs
hebben een ander onderscheid. Uiteindelijk heeft de wetgever, dat sinds 3 jaar formeel opgelost door
de zakelijke rechten op te lijsten (numerus clausus).


Soortenverbintenissen:
• Middelenverbintenis (inspanningsverbintenis) versus resultaatverbintenis: resultaat
verbintenis verbindt de schuldenaar een bepaald resultaat te bereiken. Een middelen
verbintenis verbindt schuldenaar niet een bepaald resultaat te bereiken maar wel inspanning
te leveren zoals van een zorgvuldig redelijk persoon wordt verwacht.
• Hoe weet je of het een middelingenverbintenis of resultaatverbintenis is? Wat is de
gemeenschappelijke bedoeling van de partijen? Als dat er niet bij zit dan een kwestie van
interpretatie van de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen. Sommige
beroepsgroepen mogen zich niet verbinden tot resultaten, zoals een arts die zich kan
verbinden om u te genezen. Bij een advocaat hangt ervan af – resultaat of
inspanningsverbintenis.
• Waarvoor is het van belang? Voor de bewijslast. Bij een inspanningsverbintenis ligt de
bewijslast bij de schuldeiser. Bij een resultaatverbintenis ligt de bewijslast bij de
schuldenaar.
• Garantieverbintenis/waarborgverbintenis: een verbintenis waarbij men zich ertoe toe
verbindt om een bepaald resultaat te bereiken zelfs bij overmacht. Bv een bankgarantie.


Soorten verbintenissen:
• Verbintenissen om iets te doen, iets niet te doen, iets te geven.
• Verbintenis om iets te doen: een aannemingscontract, een arbeidscontract.
• Verbintenis om iets niet te doen: een niet-concurrentieverbintenis, een
vertrouwelijkheidsclausule (NDA).
• Verbintenis om iets te geven: een verbintenis om een zakelijkrecht over te dragen. Een
verbintenis om iets te geven, dooft uit van zodra het ontstaat. Dat is een gevolg van ons
consensualisme.


Een verbintenis om iets te geven, creëert dat en resultaatsverbintenis of een inspanningsverbintenis?
– dat is een resultaatverbintenis


Een verbintenis om iets niet te doen? – het creëert een resultaat verbintenis


Een verbintenis om iets te doen? – hangt ervan af van de gemeenschappelijke bedoeling van de
partijen.

Pagina 3 van 50

,Een rechtsband tussen twee subjecten die een geld waardeerbare aanspraak doen ontstaan die voor
zover nodig in rechten kan opgeëist worden. Uiteraard als die verbintenis vrijwillig nagekomen wordt
door de schuldenaar, dan is het niet nodig om ze in rechten op te eisen. Als de verbintenis vrijwillig
nagekomen wordt, correct uitgevoerd wordt door de schuldenaar, dan is het niet nodig om zijn
rechten op te eisen. Bovendien zijn er sommige verbintenissen waarin men tot uitvoering als
schuldeiser tot dwang uitvoering kan overgaan zonder dat men via de rechter moet passeren
(verbintenis die in de Notariële akte staan.


Het principe is dat aan een verbintenis, aan een persoonlijk recht, een actiemogelijkheid gekoppeld
wordt. Aan een jus hangt een actio.


Onderscheid tussen een rechts- juridische verbintenis van een morele verbintenis. Een morele
verbintenis bijvoorbeeld is sociale afspraak om met vrienden af te spreken voor een film.
Uitzondering: jura waar geen actio gekoppeld is – natuurlijke verbintenissen. Een natuurlijk
verbintenis is een verbintenis die bestaat en debiteur moet nakomen. Als die het nakomt dan heeft hij
een bestaande verbintenis nagekomen. Alleen aan de recht hangt geen actiemogelijkheid als de
debiteur de verbintenis niet nakomt. Kan de debiteur niet dwingen. Bijvoorbeeld van een natuurlijke
verbintenis is een verjaringsschuld. Dit zijn de uitzonderingen op de juridische afdwingbare
verbintenissen. Daarnaast zijn er ook grijze zones waarbij onduidelijk is.


TITEL III. Verbintenissen uit rechtshandeling


Wat is een rechtshandeling? Een handeling waarmee partijen rechtsgevolgen beogen. Twee
onderscheidingen. Eenzijdige rechtshandelingen: gebaseerd op een wilsuiting. Een meerzijdige
rechtshandelingen gebaseerd op meerde willen/wilsuitingen. We beperken ons voorlopig op
meerzijdige rechtshandelingen: contracten. Gebaseerd op de wilsovereenstemming tussen de
partijen: de consensus.


Kwalificaties in contracten
• Onderscheid tussen benoemde en onbenoemde en gemengde contracten.
▪ Benoemde contracten: de wetgever heeft bepaalde contracten benoemd en aan
bijzondere regels onderworpen. Deze regels die staan in het oud BW en momt in boek
VII. Artikel 1582, 1708, 1915 etc. Titel III Oud BW. Dat zijn bijzondere regimes – waar
geld bijzondere regel altijd voorrang hebt op de algemene regel. Lex specialis derogat
lex generalis. Voor benoemde contracten de bijzondere regels toepassen als er
niks staat in de speciale regels dan moet je de aanvullende regels van
verbintenissenrecht (gemeen verbintenissenrecht) toepassen uit Boek V BW.




Pagina 4 van 50

, ▪ Onbenoemde contracten: waar geen bijzonder regime voor bestaat. Bv: een
sponseringscontract, franchising, factoring.
▪ Gemengde contracten: combinatieleer? Consumptieleer? Bv leasing. Artikel 5.67 BW
wetgever zegt combinatie leer – pas op elk onderdeel de regels van dat benoemd
contract toe tenzij er een benoemd contract dat overheersend is – in dat geval op
volledig contract de regels van overheersend contract toepassen.
• Consensuele-, plechtige-, en zakelijke contracten: gaat over de wijze een contract ontstaat.
Essentiele elementen zijn wat vanuit de aard van contract noodzakelijk zijn zoals bij koop een
goed en een prijs. Daarnaast kunnen partijen subjectieve doorslaggevende elementen
toevoegen – de substantiële kenmerken/bestandsdelen. Bv. Bij onroerend goed kan worden
gebruikt voor een woning.
▪ Consensualisme: door totstandkoming van contract, door loutere
wilsovereenstemming van de partijen, solu consensu, dat niet alleen alle
verbintenissen uit dat contract ontstaan maar ook alle zakelijkrechtelijke gevolgen uit
dat contract ontstaan. Bv bij een koop gaat ook de eigendom over. Partijen kunnen
afwijken van het consensualisme. Partijen kunnen de onmiddellijke
eigendomsoverdracht tegenhouden in het contract. Contractueel overeenkomen dat
bepaalde gevolgen uitgesteld worden en niet intreden solu consensu. Bv., kan
overeenkomen dat eigendomsoverdracht van goed uitgesteld wordt tot betaling. Het
consensualisme is van aanvullend/suppletiefrecht – je kunt er contractueel van
afwijken. Als je er niet contractueel van afwijkt treden de gevolgen gelijk in ook voor
een onroerend goed van 1 MIL EUR. Boven 3,500 euro heb je bewijs van geschrift
nodig – maar dat is voor bewijs – dat betekend niet dat zonder de koop niet bestaat.
Twee uitzonderingen van consensuele contracten: plechtige en zakelijke contracten.
▪ Plechtige contracten: ontstaat niet door loutere wilsovereenstemming. Bijvoorbeeld
een schenking (een meerzijdige rechtshandeling – schenker en begiftigde). Artikel
4.158 BW: Iedere akte van schenking wordt op straffe van nietigheid voor een notaris
verleden. Komt tot stand bij notariële akte, anders geen schenking. Schenking van
roerende goederen contra legem (tegen de wet in) die geen notariële akte vereist. Na
mate de waarde groter wordt toch van belang om naar notaris te gaan. Ander
voorbeeld, contract tussen vereniging van mede-eigenaars en syndicus moet
verplicht in geschrifte aantal meldingen bevatten.
▪ Zakelijke contracten: tweede uitzondering van consensuele contracten. ZAKELIJKE
CONTRACTEN HEBBEN NIKS TE MAKEN MET ZAKELIJKE RECHTEN. Zakelijke
contracten zijn niet ontstaan door solu consensu maar ontstaan door afgifte van een
goed. Artikel 1919 Oud BW. Bijvoorbeeld een bewaargeving, bruikleen (gebruik
zonder te betalen), een handgift, lening op interest.
• Eenzijdige contract versus wederkerig contract


Pagina 5 van 50

, ▪ Eenzijdig contract: gebaseerd op de wil van 2 of meer personen – is een meerzijdige
rechtshandeling maar waarbij 1 partij een verbintenis heeft. Bv. Een schenking,
bewaargeving, bruikleen, een lening op interest.
▪ Wederkerig contract: een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee of meer
partijen een verbintenis hebben.
▪ Waarom onderscheidt van belang? (i) voor de vraag wie de risico draagt bij
overmacht; (ii) voor de mogelijkheid tot ontbinding; (iii) bewijsregeling - art 8.20 en
8.21 BW.
• Contracten omniet en contracten onder bezwarende titel
▪ Contract omniet: waarbij 1 partij vanuit een schenkingsoogmerk het tegenover een
andere partij het contract sluit. Bv. Babysitten zonder vergoeding.
▪ Contract onder bezwarende titel: handelen beide contractspartijen vanuit de wil om
een tegenprestatie te krijgen. Bv. Koop, bezoldigde lastgeving, huur, aanneming, een
lening op interest.
▪ Onderscheid van belang bv bij de pauliaansevordering en ook op vlak van
bezitsbescherming.
• Kans contracten en vergeldende contracten
▪ Kans contract: contracten waarbij tenminste voor 1 partij onzeker is OF en ZOJA
welke prestaties ze zouden moeten leveren. Bijvoorbeeld: spelen en
weddenschappen, een verzekeringscontract, verkoop op lijfrente. Kans contracten
zijn niet vatbaar voor nietigverklaring door benadeling.
▪ Vergeldende contracten: bij het begin duidelijke welke prestaties en omvang van de
prestaties van de verbintenis van de partijen zal zijn.
• Raamcontracten en contracten uts singuli
▪ Raamcontract/kadercontract: contract dat bundeling/kader vormt binnen het welke
individuele contracten zullen worden afgesloten. Bijvoorbeeld: een
verkoopconcessie.
▪ Contracten intuitu personae: contracten gesloten omwille van de individuele
kwaliteiten van een specifieke medecontractant. Bijvoorbeeld: A en B sluiten een
contract dat A een schilderij van B maakt. Sluit contract omwille van de specifieke
kwaliteit van A om te schilderen. B wilt niet een andere schilder, A moet dat zelf doen.
Normaal gezien is een verbintenis niet intuitu personae - het is een uitzondering.
Intuitu personae is niet zelfde als een persoonlijkrecht. (1) Een contact intuiu
persoane houdt op te bestaan wanneer de contract persoon ter hoofde overlijdt, dus
als A overlijdt bestaat het contract niet meer. Dit geldt niet bij andere contracten – dan
gaat het over op de erfgenamen. (2) Daarnaast, een contact intuitu personae is kunnen
de rechten en plichten niet overgedragen worden. (3) een contract intuitu persoane
gaat men ervan uit dat het eindigt bij het faillissement omwille van persoon waarbij


Pagina 6 van 50

, de persoon contract mee is gegaan – boek V zegt dat, dat niet zo is. Maar in praktijk
wel gebeurt dat vaak wel maar is niet noodzakelijk het geval.
• Hoofdcontracten en accessoire contracten
▪ Accessoire contract: bijkomstige contract waarbij het bestaan door teniet gaan de
overdracht enz. afhankelijk of mede-afhankelijk is van een ander contract. Dat is het
toepassing van bijzaak volgt hoofdzaak. Bijvoorbeeld een borg dat vasthangt aan een
schuldvordering. Artikel 3.9 BW
• Huurcontracten en onbepaalde duur


Algemene begrippen van het contractenrecht
1. Verkokering
2. Bindende kracht
3. Te goeder trouw


Verkokering van het contractenrecht
• Het privaat recht verkokert, steeds meer smalle buizen – apart regelingen in het privaat recht
– steeds meer bijzonder wetgeving in het privaat recht en daardoor gaat het overzicht verloren
en de consistenties.
• Twee kokers: B2C en B2B wetgeving
• Boek VI van economisch recht: artikel 82 en verder – lijst met uitzondering wetgeving. Gaat
over regelingen zaken onrechtmatige bedingen tussen ondernemingen en consumenten.
Zwarte bedingen: bedingen die niet toegelaten zijn, ongeoorloofd zijn in B2C maar vaak wel
geoorloofd zijn in gemeen verbintenis recht.
• In B2B wetgeving zijn er ook een lijst van zwarte bedingen en ook grijze bedingen: bedingen
die soms wel en soms niet mogen – Boek VI artikel 91/1.
• Bijzondere wetgeving heeft voorrang op de algemene wetgeving


Bindende kracht van overeenkomsten
• Natuurlijke pijler van contract recht: iemand die een contract sluit ook dat contract moet
respecteren. Belofte maakt schuld.
• Bindende kracht van een contract ontstaat in principe onmiddellijk door de loutere
wilsovereenstemming. Artikel 5.69 BW – bindende karakter van het contract. Drie
nuanceringen daarbij (i) artikel 5.74 BW; (ii) de herroepingsmogelijkheid – de mogelijkheid tot
herroeping van het contract, wettelijk herroepingsrecht in B2C verhouding, artikel 47 van
boek VI van WER. De consument beschikt over herroeppingsrecht van 14 dagen; (iii)
opzeggingsmogelijkheid – contracten zonder beperking in de tijd bv een huurcontract zonder
beperking in de tijd. Als een contract over bepaalde duur wordt afgesloten dan is het ten aller
tijde opzegbaar van elke partij mits inachtneming van redelijk opzeggingstermijn. Dat is zo

Pagina 7 van 50

, omdat er een algemeen verbod bestaat van eeuwigdurende verbintenis (is van openbare
orde). Sluit je contract voor bepaalde duur ben je verbonden voor de resterende duurtijd van
uw contract. Bepaalde duur mag niet langer zijn dan 99 jaar – artikel 5.76 BW; (iv)
contractsvrijheid (materiele consensualisme) – wilsautonomie: zowel vrijheid om contract te
sluiten als vrijheid om inhoud van contract te bepalen wordt onderworpen aan beperkingen.
Bv beperkingen op de inhoud: mag niet afwijken van regels van dwingend recht (regels die
een zwakke contractspartijen beschermen 1.3 BW) of openbare orde (artikel 1.3 BW (voor
laatste lid) bv. verbod op eeuwigdurende verbintenissen, artikel 1792 oud BW 10-jarige
aansprakelijkheid van architect of aannemer, beroepsgeheim, woekerverbod, grondrechten).
Het gevolg van dwingend recht en openbare orde is de nietigheid.


Rol van te goeder trouw
• Twee betekenissen: objectieve en subjectieve goeder trouw
• Subjectieve te goeder trouw: als iemand iets niet wist en niet behoorde te weten.
• Objectieve te goeder trouw: legt een gedrag regel/norm op die niet in de wet en niet in een
contract staat. Dat op verschillende niveaus. Objectieve goeder trouw heeft drie functies in
ons recht. (i) de aanvullende functie; (ii) de beperkende functie; (iii) de interpretatieve functie.
▪ De aanvullende functie: partijen verplichtingen kunnen hebben te goeder trouw ook
al staan ze niet uitdrukkelijk in het contract. Verplichtingen die aanvullende
voortvloeien uit de normale uitvoering van een contract. Bv artikel 5.238 BW.
Schadebeperking eerste belangrijke concretisering van de aanvullende werking van
te goeder trouw. Tweede concretisering is informatieplicht.
▪ De beperkende /matige werking van te goeder trouw: zelfs bij de uitoefening van recht
dat men heeft, dat men dat nog op zorgzamer moet doen dat men dat moet doen op
een wijze wat normaal een voorzichtig en redelijk persoon zou kunnen hebben
gedaan met uitoefening van dat recht. Artikel 5.73 BW - beperkende werking van te
goeder trouw. Artikel 1.10 BW – verbod van rechtsmisbruik. Rechtsverwerking gaat
over het aannemen van houding de in strijd is met het uitoefen van een recht. Criteria
wanneer gaat over de matigende werking van te goeder trouw:
➢ Wanneer men handelt met uitsluitende bedoeling om schade toe te brengen.
➢ Wanneer men keuze heeft van twee alternatieve wijze van rechtsuitoefening
en men kiest voor die wijze die meest schadelijk is voor de andere partij
➢ Wanneer men een disproportioneel groot nadeel veroorzaakt aan de andere
partij tegenover het voordeel dat men zelf heeft.
▪ De interpretatieve functie van te goeder trouw. In onze BW-interpretatie regels die
een basis interpretatieregel gevat, namelijk de regel van artikel 5.64 BW. Men moet
de gemeenschappelijke bedoeling nagaan van de partijen wanneer men een contract
interpreteert. Een contract interpreteren moet slechts wanneer een contract


Pagina 8 van 50

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller plagentplumster. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69605 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.10
  • (0)
Add to cart
Added