WEEK 1: EXPLAINING HEALTH BEHAVIOUR
WHAT IS HEALTH?
WHO-definitie (1948) van gezondheid:
Health is a state of complete physical, mental, and social well-being and not merely (niet alleen) the
absence of disease or infirmity (zwakte)
- Er is kritiek op de definitie, want wat is completely ?
- Het is ook een black/white definitie, want je kan 2 mensen hebben met dezelfde symptomen
waarbij de ene zichzelf als gezond ziet en de ander niet.
BIOMEDICAL MODEL
Is een dualistisch model, waarbij ziektes verklaard worden door fysieke factoren.
Ziek worden heeft te maken met het immuunsysteem dat jou niet kan beschermen tegen besmettelijke
stoffen (contagious agents) wanneer je daaraan wordt blootgesteld. Dus gezondheid bij dit model betekent
the absence of disease.
Kritiek:
o Dit model laat geen ruimte over voor andere factoren betreft gezondheid en ziekte, zoals health
behaviour (fysieke activiteit, slaap, etc.), stress/emoties & sociale relaties (support, conflicten). De
biopsychosociale model houdt hier wel rekening mee.
o Dit model kan niet medische onverklaarbare symptomen uitleggen
o Het verklaart niet waarom mensen met dezelfde ziekte er verschillend op reageren
BIOPSYCHOSOCIALE MODEL
De biologie psychologie en sociale context, maar ook de interactie tussen deze vormen samen de
gezondheid. Andere dingen die het model zegt:
o De interactie tussen body and mind bepaalt gezondheid en ziekte
o De 3 systemen beïnvloeden elkaar constant.
DOES OUR BEHAVIOR INFLUENCE OUR HEALTH?
Heel lang wisten we niet dat ons gedrag onze gezondheid beïnvloedde. We zijn hierachter gekomen door
een cohortstudie, waarin mensen gevolgd worden over een langere periode en vragen moesten invullen
over hun lifestyle behaviors. Paar van die studies:
o De framingham heart study (1948): risicofactoren zoals hoge bloeddruk, hoge cholesterol, geen
activiteit werden gevonden voor hart en vaat ziekten.
o British doctor study (1951), waarin dokters zelf over langere periode werden onderzocht. Hierbij
werd aangetoond dat roken schadelijk is voor de gezondheid.
o De Alameda 7 (1978) (seven health factors for longevity (levensduur)). Er zijn 7 health behaviours
die zorgen voor een langere levensduur:
1. Excercising
2. Drinking less than 5 drinks in one sitting→ nu weten we dat elke drink teveel is
3. Sleeping 7-8 h a night
4. Not smoking
5. Maintaing desirable weight for height
6. Avoid snacks
7. Eating breakfast
o Behavioral pathogenen: Dit zijn gezondheidsrisico’s, zoals roken, unsafe seks, etc.
o Behavioral immunogenen: Dit zijn health protectieve behaviors, zoals sporten, zonbescherming,
fietshelm, medicatie, etc.
,WHY SHOULD WE ENCOURAGE A HEALTHY LIFESTYLE?
1. Health behavior is gerelateerd aan morbiditeit en mortaliteit
▪ Morbiditeit: hoe vaak een ziekte voorkomt. Je hebt binnen morbiditeit incidentie vs.
prevalentie. Incidentie is het aantal nieuwe gevallen van een ziekte in een bepaalde interval.
Prevalentie is het totale aantal bestaande gevallen van een ziekte op een bepaald moment
▪ Mortaliteit: aantal sterfgevallen in een populatie.
2. De prevalentie van risicogedrag is hoog, zoals rookgedrag, alcoholconsumptie. 1 op de 5 mensen
in NL rookt nog.
3. Socio-economisch verschillen in gezondheid en gezondheidsgedrag. In Nederland leven mensen
uit de hoogste inkomensgroep (de top 20%) gemiddeld 8 jaar langer dan mensen uit de laagste
inkomensgroep (de onderste 20%). Het verschil in het aantal gezonde levensjaren is echter nog
groter: dit bedraagt maar liefst 23 jaar. Reden hiervoor is o.a. het verschil in gezondheidsgedrag
tussen mensen met een lage vs. hoge SES, zoals minder beweging, minder gezonde voedsel, meer
roken, etc.
4. Health behavior is niet altijd een informed choice (wel overwogen keuze). Bijv. dat product
plaatsing invloed heeft op wat je koopt en je wellicht mede daardoor iets ongezonds koopt.
Er zijn dus goede redenen waarom we health behavior moeten stimuleren, MAAR adverse effects may
occur als we dat doen, zoals:
o Intervention generated inequalities: gezondheidsinterventies kunnen vaak ongelijkheid zoals het
verschil in SES verergeren. Bijv. als bepaalde groepen, zoals mensen met lager inkomen, geen
toegang hebben tot middelen die nodig zijn voor gezonde gedragingen zoals de sportschool of
gezonde voeding. Dit verergert de kloof.
o Hardening: wanneer bepaalde interventies als te opdringerig of dwingend worden ervaren, zoals
bepaalde corona maatregelen, kan dit ervoor zorgen dat mensen minder vertrouwen hebben in de
overheid/gezondheidsorganisaties. Dit maakt het nog minder waarschijnlijk dat mensen gaan
veranderen.
o Stigmatizing: sommige gezondheidsinterventies kunnen stigmatiserend zijn en dat willen we niet.
WHAT ARE DETERMINANTS OF HEALTH?
Determinanten: factoren die van invloed zijn op de gezondheid van
een individu.
Gedragsdeterminanten: the underlying factors why someone does or
does not engage in (health) behaviour. Effective interventions work by
addressing a set of determinants. First determinanta change, then the
behaviors change.
HOW CAN WE EXPLAIN/UNDERSTAND HEALTH
BEHAVIOR?
Hier zijn verschillende theorieën voor, namelijk:
1. Getting motivated
▪ Health belief model
▪ Social cognitive theory
▪ Theory of planned behavior/reasoned action approach
2. Preparing for action & starting to change
▪ Self-determination theory
▪ Health action process approach
3. Staying on track
1. GETTING MOTIVATED
,HEALTH BELIEF MODEL (BECKER, 1974)
Eerste model binnen health psychologie. Het
voorspelt gezondheidsgedrag (action). De action
is gebaseerd op de perception of threat die
iemand heeft, de behavioral evaluation, de health
motivation en de cues to action.
Demografische variabelen en psychologische
karakteristieken hebben invloed op perception of
threat, health motivation en behavioral
evaluation. Oudere mensen kunnen bijv. een
hogere perceived susceptibility hebben.
Perception of threat bestaat uit:
o Perceived susceptibility: hoe groot iemand denkt dat de kans is dat hij/zij een bepaalde ziekte
krijgt.
o Perceived severity: Hoe ernstig iemand denkt dat de gevolgen van de ziekte kunnen zijn.
Behavioral evaluation bestaat uit:
o Perceived benefits: hoe effectief iemand denkt dat een bepaalde actie is om de ziekte te
voorkomen. Bijv. als ik me laat vaccineren, verklein ik de kans om covid te krijgen
o Perceived barriers: wat iemand denkt dat hem/haar kan tegenhouden om het gedrag uit te voeren.
Bijv. Ik ben bang voor naalden, dus ik stel de vaccinatie uit of ik moet heel ver reizen om de
vaccinatie te krijgen
Cues to action: interne en externe prikkels die iemand aanzetten tot het nemen van gezondheidsactie, zoals
persconferenties tijdens corona om een vaccinatie te halen (extern) of je bent veel aan het hoesten en denkt
dat het mogelijk goed is de vaccinatie te halen (intern).
Health motivation (is later toegevoegd): general sense of health, hoe belangrijk is gezondheid voor je in
het algemeen
SOCIAL COGNITIVE THEORY
(BANDURA 1977,1989)
Onder cognitieve processen valt:
o Self efficacy expectation: het
vertrouwen van een persoon in eigen
vermogen om een bepaald gedrag uit te
kunnen voeren.
o Outcome expectation: de verwachting
die je hebt over de uitkomst van het
gedrag. Bijv. als ik sport, verlies ik
overtollige vet.
Die cognitieve processen interacteren met
behavioral processen wat invloed heeft op
behavioral initation and maitenance.
Wat de theorie nog meer zegt:
o Self efficacy is a core construct voor allerlei outcomes,
zoals welke keuzes je maakt, hoeveel effort je doet in je
gedrag, thinking and decision making & emotionele
reactie.
o Er zijn 4 verschillende sources voor SE.
1. Own experience.
, 2. Vicarious experience. De ervaringen van anderen om je heen.
3. Verbal persuasion. Je zelf overtuigen dat je iets kan of anderen die tegen je zeggen dat je iets
kan wat je SE verhoogt
4. Emotional arousal. Je emotionele toestand beïnvloedt hoe bekwaam je je voelt; positieve
emoties vergroten zelfeffectiviteit, negatieve emoties verlagen deze.
REASONED ACTION APPROACH
3 x veranderd: Theory of Reasoned Action (Fishbein & Azjen, 1975) → Theory of Planned
Behavior (Azjen, 1988) → Nu: Reasoned Action Approach (Fishbein & Azjen, 2010
Theory of planned behavior:
Stelt dat intentie de belangrijkste voorspeller
is van gedrag. Intentie wordt beïnvloed door:
o Attitude: wat verwacht je dat het
gedrag je zal opleveren en wat vind je
daarvan → similair to outcome
expecations van SCT. Bijv. als ik rook
voel ik mij cool.
o subjectieve normen: de perceptie van
wat anderen belangrijke van je
verwachten + hoeveel je wilt voldoen
aan die verwacht.
▪ Descriptieve norm:
beschrijft wat anderen
mensen daadwerkelijk doen
▪ Injuctieve norm: wat anderen mensen vinden dat je zou moeten doen
Subjectieve normen zijn gebaseerd op hoe jij denkt dat anderen jouw gedrag zien, terwijl injunctieve
normen gaan over wat anderen daadwerkelijk goedkeuren of afkeuren.
o Perceived behavioral control: De mate waarin iemand denkt
controle te hebben over het gedrag en of het haalbaar is. → lijkt
op self efficacy van de SCT.
Reasoned action approach:
Hierbij is het volgende toegevoegd→ actual controle, wat meer objectief
is.
Er is nu een verschil tussen perceived behavioral control & action
controle.
2. PREPARING FOR ACTION & STARTING TO CHANGE
SELF DETERMINATION THEORY (DECI & RYAN, 1985;2000)
Beschrijft niet de kwantiteit van motivatie (dus hoe gemotiveerd je bent), maar de kwaliteit van motivatie
(dus what kind of motivation drives your
behaviour/source/content of motivation).
Soorten motivaties zijn op de delen op een spectrum
genaamd internalisation and intergration.
3 types of motivation:
o Amotivation: volledig gebrek aan motivatie
om bepaald gedrag uit te voeren. Je weet niet
waarom je het gedrag zou uitvoeren.
o Intrinsieke motivatie
▪ Autonome motivatie: een vorm van
motivatie die voortkomt omdat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yara20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.