1. Handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en
plichten.
2. Voorkomen van gerechtelijke procedures.
3. Voorkomen van eigenrichting (zelf recht halen zonder wettelijke
bevoegdheid).
2. Bronnen van het Burgerlijk Procesrecht
1. De Wet:
o Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv): Regels voor
procederen bij rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad.
o Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO): Organisatie van
de rechterlijke macht.
2. Jurisprudentie: Uitspraken van rechters die nadere invulling geven aan
de wet.
3. Verdragen: Bijvoorbeeld art. 6 EVRM (recht op een eerlijk proces).
3. Algemene Uitgangspunten en Beginselen
1. Recht op rechtspraak en rechtsbijstand:
o Iedereen heeft recht op toegang tot de rechter (art. 17 en 18
Grondwet, art. 112 Grondwet).
o Recht op juridische bijstand, inclusief gesubsidieerde bijstand voor
lage inkomens.
2. Onafhankelijke en onpartijdige rechter (art. 36 Rv):
o Wraken: Als een partij twijfelt aan de onpartijdigheid van een rechter
(art. 40 Rv).
o Verschoning: Rechter geeft zelf aan niet onpartijdig te kunnen zijn.
3. Hoor en wederhoor (art. 19 Rv):
o Partijen moeten de kans krijgen hun standpunten naar voren te
brengen.
o Rechter mag alleen oordelen op basis van informatie waar partijen
zich over hebben uitgelaten.
, 4. Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn (art. 20 Rv):
o Voorkomen van onredelijke vertraging door duidelijke termijnen.
5. Openbaarheid van zittingen en uitspraken (art. 27 en 29 Rv):
o Uitzondering voor zittingen: Bescherming van goede zeden,
minderjarigen, of privéleven.
o Uitspraken altijd openbaar.
6. Motiveringsbeginsel (art. 30 Rv):
o De rechter moet zijn beslissing onderbouwen met argumenten.
7. Geen rechtsweigering en volledige beslissing (art. 23 en 26 Rv):
o De rechter moet altijd een volledige beslissing nemen over het
geschil.
8. Partijautonomie (art. 24 Rv):
o De rechter beslist alleen over wat partijen naar voren brengen.
9. Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden:
o De rechter moet juridische grondslagen aanvullen als partijen deze
onjuist gebruiken.
4. Spelers en Instanties
1. Procespartijen:
o Natuurlijke personen: Mensen van vlees en bloed (art. 3:32 BW).
o Rechtspersonen: Organisaties die via een vertegenwoordiger
procederen.
2. Rechtsbijstandverleners:
o Advocaten: Alleen advocaten mogen procederen bij de Hoge Raad
(cassatieadvocaat).
o Bij kantonzaken mag een gemachtigde zonder advocaat optreden.
o Bij een kort geding is bijstand alleen mogelijk via een advocaat.
3. Gerechtsdeurwaarders: Taken volgens de Gerechtsdeurwaarderswet:
o Uitbrengen van exploten (betekenen van stukken).
o Leggen van conservatoir beslag.
o Ten uitvoer leggen van rechterlijke uitspraken.
4. Griffie: Administratieve afdeling van een gerecht, verantwoordelijk voor
zittingsagenda, dossiers en correspondentie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yassdjr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.23. You're not tied to anything after your purchase.