Hoofdstuk 4( tot paragraaf 5.5) [ Rechtsbeginselen van de EU]
Het autonome karakter van het Europees recht
Onder Europees recht wordt verstaan: de verdragen, de aan de verdragen gehechte protocollen, het recht dat
op grond daarvan tot stand is gebracht en de rechtspraak over de verdragsbepalingen en het secundaire
recht.
Volkenrecht is in eerste instantie een aangelegenheid van de lidstaten onderling maar heeft deels ook
betrekking op het Europees recht.
In het kader van de Verenigde Naties, Wereldhandelsorganisatie en Raad van Europa wordt door soevereine
lidstaten onderhandeld over recht dat hen vervolgens bindt onder de voorwaarden die zij overeen zijn
gekomen. Waar het volkenrecht wordt gezien als aangelegenheid van de lidstaten onderling, zodat het aan
die lidstaten is om te beslissen over de gevolgen van dit recht voor de rechtspositie van hun onderdanen,
staat het de lidstaten van de Europese Unie niet langer vrij om hierover te beslissen. Dit volgt uit het
autonome karakter van het Europees recht. Niet altijd bestaat een veto voor elke lidstaat, zoals in het
volkenrecht. Waar het Europees recht op bepaalde terreinen geen bevoegdheden heeft, zijn lidstaten onder
bepaalde voorwaarden vrij om (onderling) volkenrechtelijke verdragen te sluiten ( het Verdrag voor
Stabilisatie, coördinatie en goverance in de Economische en Monetaire Unie en het Verdrag tot instelling van
het Europese stabiliteitsmechanisme).
Overwegingen resulterend uit het arrest Van Gend en Loos [rechtstreekse werking]:
• Het Hof plaatst het Unierecht binnen het volkenrecht maar onderscheidt het meteen van al het andere
recht, doordat de lidstaten hun soevereiniteit hebben begrenst ten gunste van de Unie.
• Het effect van het Unierecht in de nationale rechtsorde is een aangelegenheid van het Unierecht zelf
(ofwel de autonomie van het Unierecht).
Overweging resulterend uit het arrest Costa/ENEL [voorrang]:
Nationaal recht kan geen afbreuk doen aan het Unierecht - het Unierecht heeft voorrang boven nationaal
recht van de lidstaten.
Het effect van het Unierecht in de nationale rechtsorde is een aangelegenheid van het Unierecht. De
autonomie van het Unierecht bestaat uit de volgende eigenschappen:
• Rechtstreekse werking
• Voorrang
De beginselen van attributie, subsidiariteit en evenredigheid zijn toegevoegd aan de verdragen ter
clausuleren van de bevoegdheidsoverdracht van bevoegdheden van de lidstaten aan de supranationale
organisatie. Subsidiariteit en evenredigheid zijn toegevoegd op verzoek van de Britse premier Thatcher om de
macht van de Unie in te perken.
Het attributiebeginsel is het beginsel van de specifieke bevoegdheid dat zijn juridische grondslag heeft
gekregen in de vorm van artikel 4(1) juncto 5(1) en (2) VEU. De Unie kan alleen optreden als daarvoor een
bevoegdheid/rechtsgrondslag terug te vinden is in de Verdragen(voornamelijke het Werkingsverdrag, artikel
5 VEU).
Behalve de expliciete bevoegdheidsattributie die met zoveel woorden op grond van het verdrag plaatsvindt,
kent het Unierecht ook nog de doctrine van de zogeheten implied powers. Deze doctrine is met name van
belang op het terrein van de externe betrekkingen van de Europese Unie. In het kort komt deze doctrine erop
neer dat de Unie bevoegd is extern op te treden op terreinen waar geen explicite externe bevoegdheid is
opgenomen in het Werkingsverdrag, maar een dergelijke bevoegdheid als het ware besloten ligt in een
interne bevoegdheid. Deze bevoegdheid wordt geïmpliceerd door het bestaan van een interne bevoegdheid.
Het vereiste dat alle optreden van de Unie moet berusten op een rechtsgrondslag is van belang om twee
redenen:
1. Ten eerste kan aan de hand van de rechtsgrondslag worden gecontroleerd of de Europese haar boekje
niet te buiten gaat door dingen te regelen op terreinen waar de Unie niet bevoegd is(inhoudelijke
waarborgen).
2. Ten tweede voorziet het Werkingsverdrag in verschillende besluitvormingsprocedures en dus
verschillende maten van betrokkenheid van de instellingen voor optreden van de Unie op verschillende
terreinen(procedurele waarborgen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nadiam91. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.