Aantekeningen van alle lessen van Filosofie van Mens en Maatschappij. Ik heb door uitsluitend dit document te leren een 7,8 voor de toetsen gemiddeld gehaald. Ik weet zeker dat je dit cijfer of nog hoger kan halen door dit document een aantal keer goed te lezen! Voor vragen kan je mij gerust een be...
Midterm
Les 1 27-8
Vier soorten vragen waarbij filosofie kan helpen:
Bedrijfseconomische vragen: Problemen:
o Mensen kijken alleen naar financieel eigen belang
o Weinig regulering en toezicht
Fundamenteel economische vragen
o Economie is gebaseerd op hebzucht
Wetenschapsfilosofische vragen
o Wat willen economen bereiken met al hun modellen?
o Is het objectief en waardenvrij? Normatief (Hoe het zou moeten zijn) of descriptief?
Normatieve vragen: Niet normatief of descriptief, maar goed, slecht, rechtvaardig of fout
Filosofie: Helpt bij het aanpakken van bedrijfsgerelateerde, maatschappelijke en wetenschappelijke
thema’s
Les 2 3-9
Homo economicus: De economische mens is volledige rationeel, handelt in zijn eigenbelang en op
basis van volledige informatie. Hij is erop gericht zijn nut te maximaliseren en streeft in vrijheid en
met zelfbeschikking zijn eigen doel na. Volledige informatie is alleen mogelijk als de wereld
begrijpelijk is. Mensen worden dus geacht:
1) Alle alternatieven te overwegen
2) Te weten wat ze willen
3) Alleen aan zichzelf denken
4) Datgene te doen dat op basis van kosten-baten analyse zo efficiënt mogelijk oplevert wat ze
willen
Dit is maar een model, maar in werkelijkheid zijn mensen soms niet zozeer egoïstisch, maar
altruïstisch. Mensen prefereren vaak niet zozeer hun eigen situatie te optimaliseren. Ze geven
om anderen en hun algemeen belang
Begrijpelijke wereld: Door middel van ratio is de wereld begrijpelijk. Dit rust op twee aannames:
1) De wereld is in principe begrijpelijk
2) en de beste manier om de wereld te begrijpen is door het vinden van oorzaak en gevolg
relaties
Plato: Verheerlijkt de rede, maar verwerpt het materiële (werk bijvoorbeeld. Hij laat dat over aan
ondergeschikten)
,De grot van Plato: Plato gelooft dat de rede ons mens maakt. Plato gelooft dat de wereld waarin we
leven secundair is, een schaduw van de werkelijkheid. Net als mensen die vastgeketend zijn in een
grot, is de schaduw van de objecten door een vuur slechts een gedeelte van de werkelijkheid.
Mensen die uit de grot kunnen komen, hebben het aardse genot kunnen weerstaan om het Goede,
Ware en Schone te bereiken met behulp van de rede. Hij is uit het grot gekomen dankzij filosofie,
maar zodra hij weer terug naar het grot gaat, is hij half verblindt door de zon en de andere
grotbewoners vinden het onzin en ze zouden zelfs de man doden die hem naar de uitgang van het
grot geleidt. Voorbeeld: een tafel kan zowel in een afbeelding, in een verhaal als in de werkelijk
herkent worden, terwijl het lang niet altijd voldoet aan de definitie van een tafel: 4 poten etc. De
werkelijke Tafel kan alleen gezien worden met het verstand en door rede. Niet de waarneming
(schaduw) maar de abstracte, rationele theorie (het object) ontsluit de werkelijkheid. De rede is dus
individueel, want ontsnappen doe je alleen.
Descartes: Descartes geloofde dat de ziel ons mens maakt. Hij heeft het twijfelexperiment gedaan.
Hij had als doel om te achterhalen of er wel ontwijfelbare kennis bestaat. Hij vergelijkt het met een
gebouw die op de fundamenten rust. Als de fundamenten het begeven, stort alles in. Hij vergelijkt de
fundamenten met onze zintuigen, die niet te vertrouwen zijn. Hij twijfelt aan alle kennis, behalve aan
zijn eigen bestaan: Ik denk, dus ik ben (cogito, ergo sum). Ook hij beschouwt de rede uitsluitend als
individueel. Het individu in isolatie. Dit klopt niet helemaal, want waarom is er dan ijdelheid,
statusangst etc? Zonder anderen zou er geen rede bestaan, want dan zou je niet kunnen praten.
Conclusie Plato en Decartes: De werkelijkheid is niet de wereld van de zintuigen. De zintuigelijke,
materiële wereld staat de zoektocht naar de waarheid in de weg. Het wezen van de mens is rede
(ook in de economie)
Les 3 10-9
Uitgangspunt filosofie: Wat vanzelfsprekend lijkt, zoals eigen intuïties, modellen en
veronderstellingen, durven kritisch te bevragen en te beargumenteren
Economics: Wetenschappelijke discipline
Economy: Maatschappelijke sfeer
Economie: Er zijn verschillende manieren om disciplines te onderscheiden:
1) Domeinen: Wat wordt er bestudeerd? Economie als wetenschap van de economische sfeer.
The science concerned with description and analysis of the production, distribution, and
consumption of goods and services
2) Vragen: Welke vraag of perspectief staat centraal? Economie als studie van keuzes in
schaarste. The science which studies human behaviour as a relationship between ends and
scarce means which have alternative uses
3) Middelen: Welke concepten, theorieën, modellen worden gebruikt? Economie als
wetenschap die op basis van (vaak mathematische) modellen die de mens bestudeert (bv.
, consumptie- en productiebeslissingen) en de sociale gevolgen daarvan (bv. prijsvorming op
basis van vraag en aanbod)
4) Verschillende disciplines bestuderen (interacties tussen) mensen en maatschappij. Verdeling
van intellectuele arbeid met specialisatie tot gevolg
Economische modellen: Kan worden vergeleken met een karikatuur: de essentiële onderdelen
worden uitvergroot en de minder belangrijke weggelaten
Economisch denkbeeld: Er zijn twee stromen:
1) Klassieke economen: Gebruiken modellen die om het nut maximaliseren gaat in de enge zin
a. Engste definitie: Homo economicus die eigenbelang in enge zin (materiële welvaart)
maximeert (John Stuart Mill)
b. Enge definitie: Die eigenbelang in de bredere zin (ook sociale status) maximeert
2) Neoklassieke economen: Hebben een bredere variant van Homo Economicus
a. Breed: Homo Economicus maximeert het subjectief te verwachten nut
b. Breedst: Homo Economicus die de vervulling van preferenties (wat die ook mogen
zijn) maximeert
Economische rationaliteit: Overtuigingen en preferenties leiden tot handelingen:
1) Handelingen, bestaat uit:
a. Intentionaliteit: H.E. handelt bewust en beredeneerd. Hij heeft redenen die zijn
handelingen op de juiste manier veroorzaakt (dus niet struikelen of verslavingen)
b. Instrumentaliteit: H.E. kiest het beste middel om zijn doelen te bereiken (dus niet
gewoontes en normen)
c. Maximering: H.E. probeert zijn hoogst gerangschikte preferentie te vervullen
2) Overtuigingen
a. Consistentie: Overtuigen zijn (minimaal en economisch) rationeel als ze niet
wederzijds contradictorisch zijn, bijvoorbeeld roken is ongezond en ik rook
regelmatig
b. Perfecte rationaliteit: Volledige informatie wordt feilloos verwerkt
3) Preferenties
a. Consistentie: a>b kan niet gelijk zijn aan b>a
b. Transitiviteit: Als a>b en b>c, dan is a>c
c. Volledigheid: Onverschillig of a>b of b>a
d. Continuïteit: Opties moeten afgewogen worden tegen elkaar
e. Exogeniteit: Preferenties zijn exogeen. H.E. weet wat hij wil en dat is zijn vertrekpunt.
f. (Egoïsme): H.E. wil enkel zijn eigenbelang dienen en zijn nut maximaliseren
Waarom is een accuraat, genuanceerd mensbeeld nodig? (Ipv H.E.)
Wetenschappelijk: omwille van de waarheid. Je gelooft in illusies zolang je een onjuist
mensbeeld hanteert
Sociaal en bedrijfseconomisch: Een juist mensbeeld laat je toe in te schatten hoe mensen
reageren. Beter als manager.
Institutioneel: Mensbeeld heeft een impact op welke instituties en welk beleid wenselijk is
Soorten werknemers:
Theorie X: Niet gemotiveerde werknemers. Intrinsiek niet gemotiveerd. Top-down
(controlerend management)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UvTstudent98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.