100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Public Administration and Environmental Law: samenvatting $6.13
Add to cart

Class notes

Public Administration and Environmental Law: samenvatting

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Public Administration and Environmental Law. Alle colleges en theorie wordt beschreven en is compleet. Beslaat informatie o.a. over: recht, trias politica, civil society, huis van Thorbecke, verkokering, (de)centralisatie, bureaupolitiek, bureaupolitisme, Omgevingswet, inst...

[Show more]

Preview 4 out of 50  pages

  • January 31, 2025
  • 50
  • 2024/2025
  • Class notes
  • Wieke pot
  • All classes
avatar-seller
Voorbereiding college 1,
Nederlands staatsbestel, kennisclip 1
Nederland: constitutionele monarchie met parlementair stelsel.

Regering: koning en ministers.

Kabinet: ministers en staatssecretaris.

- Vertrouwensregel in ons staatsbestel tussen ministers en staatssecretarissen tussen hen en
het parlement (Tweede Kamer). Wanneer dit geschonden wordt kan een motie van
wantrouwen worden ingediend.

Trias politica (scheiding der machten):

Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
Regelgeving Bestuur Rechtspraak
SG (Staten Generaal: Eerste Regering (ministers + Rechtbanken
Kamer en Tweede Kamer) staatshoofd)
PS (Provinciale Staten) GS (Gedeputeerde Staten) Gerechtshof
GR (Gemeenteraad) B&W (Burgemeester en
wethouders) Hoge Raad (hoogste nationale
rechtscollege (cassatie))
Voor waterschappen geldt de trias politica ook, maar daar kunnen mensen zowel lid zijn van de
wetgevende als uitvoerende macht:

Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
Regelgeving Bestuur Rechtspraak
Algemeen bestuur Dagelijks bestuur -
Trias politica binnen de EU:

Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
Regelgeving Bestuur Rechtspraak
Europees Parlement Europese Commissie Hof van Justitie

Raad van de EU (vakministers)
De Raad van de EU (wordt gevormd door vakministers) verschilt met de Raad van Europa (wordt
gevormd door regeringsleiders).

Kenmerken rechterlijke macht:

- Onpartijdigheid (rechterlijke macht beslist zonder aanzicht des persoons).
- Beslissende macht (beslissen of een strafbaar feit is gepleegd).
- Weegt belangen en argumenten van verschillende partijen af tegen elkaar.

Trias politica werkt in Nederland niet helemaal voor 100%: regering maakt ook wetten (is dus ook
wetgevende macht), onafhankelijkheid van rechtspraak is verkleind doordat zij wetten niet mogen
toetsen aan de grondwet.

,Jurisprudentie: geheel van uitspraken van rechters.

Rechtsbronnen:

- Wetten.
- Verdragen.
- Gewoonterecht (wat vinden wij normaal, soms vastgelegd in wetboek).
- Jurisprudentie.

Nederland is naast een constitutionele monarchie met parlementair stelsel, ook een
gedecentraliseerde eenheidsstaat. Kenmerken daarvan:

- Autonomie van ‘lagere’ overheden: er zijn taken gedecentraliseerd naar bijv. provincies en
gemeentes (jeugdzorg, ruimtelijke ordening).
- Medebewind van ‘lagere’ overheden: ze doen mee met wat het rijk vaststelt aan wetten en
regels.
- Subsidiariteitsbeginsel (geldt ook voor EU): er worden dingen zoveel mogelijk in de laagste
bestuursorgaan georganiseerd, dus “decentraal, tenzij” (omgevingswet).

Territoriale decentralisatie: taken worden gedecentraliseerd naar een bepaald gebied toe.

Functionele decentralisatie: het belang van bepaalde taken wordt gescheiden (bijv.
veiligheidsregio).

Vaak is er een mengvorm tussen territoriale en functionele decentralisatie (goed voorbeeld is
Waterschap).

Deconcentratie:

- Bevoegdheden worden toebedeeld aan rijksdiensten i.p.v. ‘lagere’ overheden (bijv.
Belastingdienst, Rijkswaterstaat).
- Diensten blijven verantwoording verschuldigd aan rijksorgaan.
- Focus op uitvoering.

Conflictregels en normenhiërarchie, kennisclip 2
Drie regels (ook in onderlinge hiërarchie):

- Een hogere wet gaat voor een lagere.
o Wat een wet hoger of lager maakt is het bestuursorgaan die de wet maakt (een
Europese wet gaat voor een Nederlandse).
- Een bijzondere wet gaat voor een algemene.
- Een latere, nieuwe, wet gaat voor een eerdere, oudere.

Normenhiërarchie in Nederland:

, - AMvB is specifieker dan wetten in formele zin.

Normenhiërarchie binnen de EU: een richtlijn staat boven een verordening in de normenhiërarchie,
een richtlijn is ook doorgaans algemener van strekking en dient vervolgens nog geïmplementeerd te
worden door lidstaten in nationale wetgeving. Een verordening is doorgaans specifieker en direct
geldend voor burgers en bedrijven binnen lidstaten.

, College 1
Gedeputeerde staten is de uitvoerende macht van de provincie.

Rechtbanken (beroep) → gerechtshoven (hoger beroep) → hoge raad.

Recht: geheel van regels dat de samenleving ordent.

Gecodificeerde regels: regels die schriftelijk zijn vastgelegd.

Rechtsbronnen (met eerste drie die zijn geordend):

- Internationale verdragen.
- Europees recht: richtlijnen, verordeningen.
- Nationaal en decentraal recht.
- Jurisprudentie.
- Gewoonterecht.

Tegenstellingen in recht:

- Objectief-subjectief recht.
o Objectief recht: het recht dat is vastgelegd.
o Subjectief recht: het recht dat toepasbaar is op iets/iemand.
- Positief-natuur recht.
o Positief recht: het recht dat op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats geldt.
o Natuur recht: het van oorsprong ontstane recht (het geldt al van nature).
- Publiek-privaat recht.
o Publiek recht: recht waarbij de overheid betrokken is.
o Privaat recht: recht waarbij de overheid niet betrokken is (dus burgers en bedrijven).
- Dwingend-aanvullend recht.
o Dwingend recht: recht waar je niet van af mag wijken.
o Aanvullend recht: dit geldt ook al maak je geen afspraken met elkaar.
- Formeel-materieel recht.
o Formeel recht: procedures van het recht (wanneer mag je naar de rechter, etc.).
o Materieel recht: de inhoud van het recht.
- Spontane ordening-dwangordening.
o Spontane ordening: onze samenleving, onze sociologie (bijv. beleefdheidsnormen).
o Dwangordening: recht door de overheid uitgevaardigd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thijmenvinkenvleugel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69484 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling

Recently viewed by you


$6.13
  • (0)
Add to cart
Added