College 4 van Vloeiendheid 2. Mijn documenten zijn een uitgebreide uitwerking van de colleges afbeeldingen.
In dit college gaat het over de stottertherapie bij schoolgaande kinderen met intermediate stotteren. Het begint met een korte terugblik naar vloeiendheid 1 in jaar 1. Stutter modification ...
stutter modification therapy en fluency shaping therapy
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Logopedie
Vloeiendheid 2
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
annefreerkjedevries
Reviews received
Content preview
HC2. Therapie bij schoolgaande
kinderen.
Stutter modification therapy en Fluency shaping therapy.
Wanneer je werkt met kinderen op het verbaal motorisch domein zijn er twee
mogelijkheden:
- SMT (Stutter Modification therapy)
SMT gaat ervan uit dat stotteren het resultaat is van niet adequaat reageren op het
niet vloeiende spreken en op de gevoelde stotterspanning. Het realiseren van deze
gedragingen veranderen dus de spreek- en stottergedragingen direct.
Wanneer de cliënt durft te variëren met zijn stotteren en al oefenend tot een
makkelijkere manier van stotteren komt, met minder spanning, is het doel bereikt.
Van Riper is de belangrijkste grondlegger van deze therapie:
o cancellation,
o pull out
o preperatory set = 3 fasen om het stotteren te veranderen.
Van Riper vraagt aan zijn cliënten om hun s te laten komen en ze heel goed
waar te nemen en te observeren. Hiermee wordt de interne locus of control vergroot
en het kind leert minder gevoelig te reageren op zijn stotters (desensitisatie) Hij leert
de spanning te realiseren en minder te vechten tijdens een stotter. Geleidelijk via de
stapjes wordt de stotter verandert naar een makkelijkere manier van stotteren.
Alleen de stotters worden veranderd.
- FST (Fluency shaping Therapy)
Dit gaat uit van operante leerprincipes. Stotteren is aangeleerd gedrag en dat kan
ook weer afgeleerd worden. Gecontroleerde vloeiende spraak wordt vaak op een
nauwkeurig geprogrammeerde manier aangeleerd. Via approximatie wordt de lat
steeds hoger gelegd, de lengte en complexiteit van de uiting wordt steeds meer
uitgebreid.
De hele spraak wordt veranderd.
Vaak worden de therapieën gezamenlijk gebruikt.
Verschillen:
FS is gericht op het aanleren van gecontroleerde vloeiendheid = hele spraak.
SM is gericht op het aanleren van verschillende vaardigheden om het stotteren
vloeiender/makkelijker te laten verlopen = alleen de stotters.
, Directe therapie voor oudere kinderen.
Bij stotteren in de basisschoolleeftijd gaat de therapie steeds meer richting directe therapie.
Indirecte therapie gaat geleidelijk aan richting directe therapie. Maar de
principes/interventies van indirecte therapie blijven wel belangrijk.
Bij beginnend stotteren wordt de ontstaanshyptothese nog meengenomen en werden de
uitlokkende en in-standhoudende factoren geëlimineerd. Maar bij intermediate stotteren is
dit niet meer voldoende. Bij intermediate stotteren richten de interventies zich meer en
meer op de verschillende componenten van het stotteren.
Het is belangrijk om te weten hoe het kind het stotteren ervaart.
- Grondige analyse van de hoorbare en zichtbare stottersymptomen in verschillende
situaties (SSI).
- Je gaat ook na welke oplossingen de kinderen zelf al hebben bedacht
vermijdingsgedragingen.
- Overleg op school; hoe doet het kind op school.
- Kinderen die oordelen over hun stotteren en hun gedrag aanpassen aan het stotteren
= kinderen met gevorderd stottergedrag.
wanneer kinderen zich ook sociaal gaan isoleren wordt het probleem steeds groter.
Directe therapie is een benadering die direct op het kind zelf is gericht.
Het kind krijgt meer inzicht en verantwoordelijkheid van het eigen gedrag. Je moet het kind
op begrijpelijke wijze uitleggen wat stotteren is (psycho-educatie). Wat zijn de gevolgen van
stotteren en wat is wel/niet handig tijdens het oplossen van stotteren.
- Aan de hand van het Erasmus-procesmodel wordt uitgelegd aan het kind hoe
stotteren werkt.
- Discrimineren van gedachten en emoties.
Je gaat negatieve gedachtes rondom het spreken onderscheiden:
Wat denk ik eigenlijk allemaal?
Maar ook rondom de emoties wat voel ik allemaal wanneer ik stotter?
- Vrijwillig stotteren.
Dit blijft gewoon super belangrijk voor het desensitiseren: negatieve gedachtes en
emoties rondom het stotteren.
- Transfer
Het kind moet ook durven stotteren buiten de praktijk. Het stotteren moet
bespreekbaar zijn in de buitenwereld.
Bezemer: eerst werken aan mogen en durven stotteren en daarna pas spreektechnieken.
Guitar: eerst verbaal motorisch en dan pas aan de emoties en cognities.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annefreerkjedevries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.