Samenvatting omvattend alle informatie uit periode 4 van het vak exclusief zelfstudietaken. Door deze samenvatting heb ik een voldoende voor dit tentamen gehaald
College 1
Je hebt twee soorten technieken voor de tomografie, PET en SPECT.
- PET = Positron Emission Tomography
Je hebt een nuclide die positronen uitstralen. Er komen twee fotonen vrij die precies in de
andere richting verzonden worden.
- SPECT = Single Photon Emission Computed Tomography
Stralen maar een foton uit.
Bij SPECT gaan we met stapjes rondom de patiënt heen, we maken meerdere afbeeldingen. Iedere
afbeelding heeft een opnametijd van 40/70s per projectie. Door de diverse afbeeldingen kunnen wij
een 3D beeld maken.
Deze techniek wordt vooral bij oncologie, cardiologie, neurologie of orthopedie.
Er is een korte opnametijd dus we hebben wederom lage telstatistiek. Dit ligt weer aan de collimator
en matrix. Voor de matrix pakken we ook weer een grove matrix van 64/64 of 128/128. De spatiële
resolutie wordt dus wel lager dan.
Na de acquisitie wordt het beeld gereconstrueerd en krijg je 3D beelden maar ook diverse
doorsneden van de patiënt.
Het skelet draait door op het gereconstrueerde beeld, dit kan zowel naar links of rechts (ligt eraan
welke hersenhelft je gebruikt) en dat is heel verleidelijk zijn voor het onderzoek, je kan niet goed
bepalen wat nou links of rechts van de patiënt is. Altijd lokalisatie bepalen door middel van de
doorsnede in de patiënt en niet via het 3D beeld.
We hebben 3 standaard vlakken (sagittaal, transversaal en frontaal). Naast deze vlakken hebben we
ook de oblique vlakken. Bekijk de oriëntatie van de vlakken in de PowerPoint.
Waarom SPECT?
- We hebben geen last van over projectie.
- We kunnen goede plaatsbepaling doen over de afwijking.
- Sensitiviteit en specificiteit is groter dan statische onderzoeken
Kenmerken
Voor en nadelen t.o.v. statische onderzoeken
Voordeel Nadeel
Toename SNR Beperkte resolutie
Betere plaatsbepaling Beperkte telstatistiek
Toename contrast
Beperkte resolutie en telstatistiek komt door de korte
opnames.
De SNR is bij SPECT makkelijker te onderscheiden dan normale
statische opnames.
, College 2
Reconstructie
De reconstructie van beelden zijn te onderscheiden in 2 groepen:
- Filtered backprojection
- Iteratieve reconstructie
Filtered backprojection
Dit is een oudere techniek maar wordt soms nog wel gebruikt. Sommige onderzoeken hebben een
héle lage telstatistiek, bijvoorbeeld een hersenonderzoek, en daar is deze reconstructietechniek
geschikt voor.
Stel dat je 1 hotspot hebt en eromheen zit allemaal ruis, je draait met de camera er rond met bv 3
foto’s:
- De eerste is anterior en zie je op welke breedte hij ligt in het
hoofd, er wordt een verticale lijn getrokken waar het punt
eventueel kan liggen.
- De tweede is schuin en zie je het op een andere x en y coördinaat
- De derde opname is helemaal lateraal en trek je ook weer een lijn
waar het zich bevindt en heb je weer andere x en y coördinaten.
Als je dit uit meerdere hoeken doet krijg je een beeld van de werkelijkheid,
het is niet heel duidelijk maar je krijgt wel een beeld waar het ligt. Als je de
opnames van vele hoeken maakt lijkt het meer op het originele plaatje en krijg je meer informatie
over de hotspots.
Het nadeel van deze techniek is dat de uiteindelijke opname minder scherp is, er is resolutieverlies.
Daarnaast wordt ook het contrast minder. Je kan dit oplossen door filtering, dan wordt de kwaliteit
iets hoger, maar het wordt nooit een perfect overzicht waar het radiofarmacon was in de patiënt.
Iteratieve reconstructie stappen
- Je maakt als MBB’er een schatting van het 3D beeld, je weet altijd wel een beetje hoe het
eruit gaat zien.
- Je schat al van te voren dat een lumbale aanvraag bijvoorbeeld meer counts heeft in de
wervels.
- Dan bereken je hoe de 2D projecties eruit gezien moeten hebben, klopt het heb je een goede
inschatting hebben gemaakt.
- Je vergelijkt eigenlijk de 2D projecties met de werkelijk gemeten 2D projecties.
- Dat verschil gebruiken we om een betere schatting van het 3D beeld te maken.
- 1 keer een schatting maken en bij stellen noem je 1 iteratie. Meestal moet je dit een paar
keer doen en krijg je een betere 3D opname
- Herhalen tot je een optimaal 3D beeld hebt
Werkelijkheid
We hebben een 3D matrix, iedere pixel wordt nu een voxel genoemd.
Het minimale is dan een 64 x 64 x 64.
Bekijk het voorbeeld hiernaast en eventueel aanvullend het college
voor verdere uitleg.
Hoe meer iteraties hoe beter het wordt. Mocht je toch te ver gaan,
versterk je de ruis en geeft het mindere kwaliteit. Dit hangt af van de
fantoomcontroles en ligt ook aan het apparaat. Staat allemaal
vastgelegd in protocolboeken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gielcox. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.
