100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting HC5 t/m HC8 (+ werkcolleges) $3.71
Add to cart

Summary

Samenvatting HC5 t/m HC8 (+ werkcolleges)

 40 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de hoorcolleges en werkcolleges 5 tot en met 8 van het van Kind en omgeving (). Inclusief een aantal aantekeningen

Preview 4 out of 43  pages

  • Unknown
  • May 19, 2020
  • 43
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
HC5 Jeugd en Media
Media effecten zijn niet universeel!
Media en kinderen:
- Sneller
- Complexer
- Bevat meer geweld
- Nieuwe platformen (nieuwe soorten media, maar ook op veel meer momenten)

We zien ook dat er veranderingen zijn in het gedrag van kinderen:
- Drukker
- Meer emotionele problemen
- Agressiever (niet bewezen)

Veranderingen in media gekoppeld en zelfs de oorzaak misschien van die veranderingen in
gedrag.

Invloed van media op het gedrag van kinderen heeft twee perspectieven:
1) Het kwetsbare kind perspectief. Stelt dat we kinderen moeten beschermen, want ze
kunnen zichzelf niet goed beschermen tegen de gevaren van tv, games en internet.
2) Weerbare kind perspectief. Kinderen kunnen zichzelf beschermen tegen negatieve
invloeden van media. Ze kunnen het op een verstandige manier gebruiken.
Waarheid in het midden van deze twee perspectieven.

Waarom is media entertainment aantrekkelijk?
Ontwikkeling is bepalend voor de interesse en voor wat ze kunnen opsteken.
- Fysieke ontwikkeling: Bij hele jonge kinderen belangrijk. Sensorische motorische
ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling: aandacht en het begripsniveau.
- Sociaal-emotioneel: herkennen van emoties en sociale relaties aangaan.
Deze niveaus bepalen hoeveel en welke media ze gebruiken en ze zijn aan elkaar gerelateerd.

Moderate Discrepancy Hypothesis (MDH) (basis voor het perspectief)
• Kinderen worden voornamelijk aangetrokken door media inhoud die gematigd afwijkt van wat
ze kennen, kunnen en begrijpen.
• Kinderen zijn niet of minder geïnteresseerd in media inhoud die te veel afwijkt van hun
bestaande denkbeelden en ervaringen.
• Deze hypothese verklaart waarom media entertainment voorkeuren zo verschillen tussen
kinderen van verschillende leeftijden.




Leeftijdsgroepen

,Baby en dreumers (0-2)
● Aandacht: in eerste instantie gestuurd door oriëntatie reflex (opvallende stimuli) later
ook door interesse (inhoud).
○ Felle kleuren en gezichten
○ Hoge stemmen en geluiden
○ Muziek
● Informatieverwerking: alles is nieuw, weinig ervaringen en dus ook weinig mentale
representaties (schema’s)
○ Bekende context
○ Langzaam en veel herhaling
○ Verhaallijn niet nodig
● Taal: begint rond 1 jaar te ontwikkelen (niet zozeer praten, maar begrijpen)
○ Verbale labeling (ze zien een object en er wordt bij gezegd wat het object is)
● Media voorkeuren
○ Baby tv
○ Simpele karakters met felle kleuren
○ Ook overal muziek zien
● Digitale media
○ Apps voor baby’s die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau.
○ Hypothese dat jonge kinderen onder de 2 eigenlijk niet kunnen leren van media.

Peuter en kleuter (2-5)
Ontwikkelingen cognitie bepalend.
● Informatieverwerking: iets meer schema’s maar nog erg beperkt.
○ Simpele verhaallijn met een bekende context.
● Egocentrisme: geen onderscheid kunnen maken tussen eigen perspectief en dat van
iemand anders.
○ Slechts 1 perspectief in media
● Centratie: neiging om aandacht te richten op het meest opvallende detail.
○ Herhaling als je wil dat kinderen meerdere details tot zich toenemen
● Perceptuele gebondenheid: personen en objecten alleen kunnen beoordelen op basis
van direct waarneembare informatie.
○ Simpele karakters met duidelijk perceptuele cues.
● Geen onderscheid tussen fantasie en realiteit.
○ Fantasie is leuk

Basisschoolkinderen (4-12)
● Informatieverwerking maakt enorme sprong → meer schema’s en scripts
(leren veel op school)
○ Afname interesse in langzame educatieve media. Wordt “het spinazie syndroom”
genoemd: afkeer tegen alles wat goed voor je is.
○ Toename in snelle media met actie
○ Complexere plots
● Aandachtsspanne neemt toe

, ○ Meer media gebruik (enorme toename hoeveelheid media gebruik)
● Duidelijk onderscheid tussen fantasie en realiteit
○ Fantasie blijft leuk maar in een realistisch setting
○ Meer interesse in realiteit, vooral meisjes
● Emotionele ontwikkeling: Beter instaat eigen emoties en die van anderen te herkennen
○ Identificatie met (oudere) acteurs
○ Herkenning van slecht acteren
○ Voorkeur voor getoonde emoties die relevant zijn. Leren van media: bv hoe ga je
om met sociale relaties.
○ Wishful identification: dat ze zich eigenlijk willen identificeren met iemand die een
ideaalbeeld is.

Adolescenten en jongvolwassenen (18-25/30)
Cognitieve ontwikkeling en mediavoorkeuren zijn bijna vergelijkbaar. Informatieverwerking
ontwikkeld zich tot het niveau van een volwassenen.
● Geavanceerde informatie verwerking: metacognitie en abstract denken. Zijn daarom
kritischer.
○ Grote issues
○ Humor
○ Complexe karakters en verhaallijnen
● Emotionaliteit en sensatie zoeken: Het emotionele brein ontwikkeld eerder dan het
cognitieve brein: Minder emotieregulatie + Behoefte aan directe beloning
○ Media die mogelijkheid tot emotieregulatie geven (met bv muziek)
○ Actie en sensatie Mogelijkheid tot risicovol gedrag
● Autonomie: los komen van ouders meer focus op leeftijdsgenoten. Op eigen benen
staan. Belangrijke behoefte.
○ Zelf media content maken
● Identiteit: zelfbeeld en zelfvertrouwen
○ Zoeken naar rolmodellen in media
○ Experimenteren met identiteit
● Intimiteit: het vormen en onderhouden van betekenisvolle relaties (romantisch,
vriendschap)
○ Behoefte aan contact maken met leeftijdsgenoten
○ Behoefte aan leeftijdsgenoten monitoren (wat doen andere mensen)
○ Behoefte aan media samen gebruiken (films, concerten)




Sociale media
Sociale media sluiten naadloos aan bij het ontwikkelingsniveau van adolescenten en
jongvolwassenen door de affordances (de veronderstelde meerwaarde):
● Asynchroniteit: online hoef je niet direct te reageren en je kunt het aanpassen.

, Communicatie wanneer het je uitkomt.
● Anonimiteit en identificeerbaarheid: jij bepaalt wat je andere mensen laat zien
● Toegankelijkheid: je vindt makkelijk informatie en kunt andere makkelijk benaderen.
Dit allemaal geeft een gevoel van controle over communicatie.

Theorieën en empirische bevindingen
Wat voor invloed heeft de media.

Educatieve media
Media entertainment, maar met een educatief doeleinde. Sesamstraat een van de bekendste
voorbeelden.

The Capacity Model (Fisch)
Theorie over educatieve media. Of een programma nou echt educatief is, hangt af van de
inhoud van het programma.
Het werkgeheugen heeft een beperkt capaciteit.
Educatieve media bevat twee elementen:
1. Verhaallijn
2. Educatieve inhoud (het beoogde leerdoel)

Drie elementen doen een beroep op het werkgeheugen:
1. Verwerken van de verhaallijn
2. Verwerken van de educatieve inhoud
3. Afstand tussen de verhaallijn en de educatieve inhoud (in hoeverre hebben ze iets
met elkaar te maken)
De verhaallijn wint altijd van de educatieve inhoud! Dus belangrijk om je
app/programma/spelletje hieraan aan te passen.
Kost veel energie om de verhaallijn en educatieve inhoud te verwerken als ze geen samenhang
hebben en het werkgeheugen is beperkt.

Educatieve media effecten (academische vaardigheden) van sesamstraat
Na drie jaar:
- ↑ Lezen (tijd)
- ↑ Letter-woord kennis
- ↑ Rekenvaardigheden
- ↑ Vocabulair
- ↑ schoolrijpheid




Na 10 jaar:
- ↑ cijfers in Engels
- ↑ cijfers in Wiskunde
- ↑ belang van boeken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IlseUU. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.71
  • (0)
Add to cart
Added