100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Universiteit Leiden: Bestuurskunde - Sociaaleconomisch Beleid: Theorie en Instituties (collegeaantekeningen) $4.84   Add to cart

Summary

Samenvatting Universiteit Leiden: Bestuurskunde - Sociaaleconomisch Beleid: Theorie en Instituties (collegeaantekeningen)

 37 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle collegeaantekeningen (hoor- en werkcolleges) voor het vak Sociaaleconomisch Beleid: Theorie en Instituties.

Preview 4 out of 35  pages

  • May 20, 2020
  • 35
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting: SBTI
Week I:
De arbeidsmarkt kent drie verschillende statussen: werkenden (betaald werk), werklozen
(geen betaald werk, maar wil en is op zoek naar werk) en niet-actieven (noch werkend en
werkloos).

De arbeidsmarkt kent enkele indicatoren:

o Beroepsbevolking (LF): L (‘labourers’) en U (‘unemployed’);
o Potentiële beroepsbevolking (N): L + U + O (‘non-actives’);
o Werkloosheidspercentage: u = U / LF;
o Werkgelegenheidspercentage (ook wel: netto arbeidsparticipatie): L/N (‘number of
people’);
o Participatiegraad (ook wel: bruto arbeidsparticipatie): LF / N.

De internationale definitie voor werkloosheid is toegankelijker dan de Nederlandse definitie
(verschil: één uur p/w vs. twaalf uur p/w plus de wens om meer te werken), waardoor toen de
CBS deze definitie voor gebruik overnam, het werkloosheidspercentage daalde.

Variantie in arbeidsmarktuitkomsten tussen verschillende landen kunnen door twee
fenomenen worden verklaard:

i. De vraag naar en aanbod van arbeid;
ii. Arbeidsmarktinstituties en sociaaleconomisch beleid.

Een arbeidsmarkt gekenmerkt door volledige concurrentie ziet er als volgt uit, waarbij ‘F’ =
werkgeverssurplus en ‘W’ = werknemerssurplus; dit is andersom dan in eerder uitgelegde
situaties, doordat werknemers de aanbieders zijn, zoals bij andere figuren dit de producenten
zijn.




1

,In het productieproces dat bedrijven opzetten maken zij gebruik van arbeid en kapitaal. De
vraag van arbeid is een afgeleide vraag die afhangt van het volgende:

o De productiviteit van arbeid;
o De prijs van het eindproduct.

Deze bedrijven bepalen hoeveel arbeid zij inzetten d.m.v. het geldelijk grensproduct (en:
‘marginal revenue product’; MRP), wanneer deze gelijk staat aan de ‘marginal resource costs’
(‘MRC’). Dit kan met de onderstaande formule worden berekend:

Geldelijk grensproduct: verandering in totale opbrengst / verandering in één eenheid arbeid.

Bij een arbeidsmarkt met volledige concurrentie is het loon gelijk aan de ‘MRC’, wat
weer gelijk is aan de ‘MRP’.




De ‘MRP’-curve toont de vraaglijn, die alle mogelijke combinaties van loon en arbeid
aanduidt.

Geaggregeerde vraagcurve: het horizontaal optellen van de vraagcurven van individuele
bedrijven.


2

,Monopsonie: één bedrijf met marktmacht op de arbeidsmarkt. Dit komt bijv. lokaal voor
(bijv. mijnbouw) of in een specialistische branche (bijv. vliegenier voor de Luchtmacht).
Hierbij is de aanbodcurve voor de gehele arbeidsmarkt hetzelfde als de aanbodcurve voor de
monopsonist. De ‘MRC’-curve heeft twee eigenschappen:

o Stijgend verloop, i.p.v. een gelijke lijn bij volledige concurrentie. Dit geeft weer dat
het bedrijf marktmacht bezit, doordat de kosten voor arbeid stijgen bij een beperkt
aanbod arbeid;
o Positionering boven de aanbodcurve (aan de linkerzijde), i.p.v. dat deze de
aanbodcurve doorkruist wegens het beperkte aanbod van arbeid door initiële hogere
lonen.
Gevolg: er wordt minder arbeid ingehuurd en tegen een lager loon dan in een
arbeidsmarkt gekenmerkt door volledige concurrentie.

Een situatie waarin monopsonie voorkomt ziet er als volgt uit:




De hoogte van het loon wordt bepaald door naar het punt te kijken waar ‘MRC’ en ‘MRP’
elkaar snijden, en daarna af te zakken naar de aanbodcurve; in casu punt c. In het figuur
hierboven toont de driehoek abc het verlies van maatschappelijke welvaart.


3

, Het aanbod van arbeid hangt van de keuzes van individuen, of en zo ja, hoeveel arbeid zij
aanbieden. Er wordt verondersteld dat zij rationele keuzes maken o.b.v. preferenties (keuzes
tussen consumptie van arbeid (werk) of vrije tijd) en budgetrestricties (beperking
consumptie van vrije tijd/goederen door tijd en inkomen, vaak door (uur)loon).



Indifferentiecurve: een lijn door combinaties van consumptie van arbeid en vrije tijd,
waartussen het individu indifferent is; iedere combinatie levert het individu evenveel nut op.
Deze curven hebben vier eigenschappen:

i. Indifferentiecurven hebben een dalend verloop;
ii. Hogere indifferentiecurven geven een hoger nutsniveau weer;
iii. Indifferentiecurven snijden elkaar niet;
iv. Indifferentiecurven zijn convex (def: krom lopend, door het afnemend marginale
opbrengsten: steeds minder nut bij grotere hoeveelheden van hetzelfde product).

Nutsmaximalisatie: het individu kiest de combinatie van consumptie van arbeid en vrije tijd
die zoveel mogelijk nut oplevert, en die mogelijk is gegeven het budget: de combinatie
waarbij de budgetlijn de hoogst mogelijke indifferentiecurve raakt.



Loonstijging heeft twee mogelijke effecten, afgebeeld in de grafiek onder de uitleg hieronder:

o Substitutie-effect: bij een hoger loon stijgen de opportuniteitskosten van vrije tijd,
waardoor mensen meer gaan werken.
o Inkomenseffect: bij een hoger loon stijgt het inkomen, waardoor mensen meer
kunnen consumeren (dus ook vrije tijd). Het gevolg hiervoor is dat men minder gaat
werken.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MetObij. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.84  3x  sold
  • (0)
  Add to cart