Uitwerking leerdoelen probleem 6 (Materieel Strafrecht). Inclusief arresten. Nagekeken dus alles wat relevant is is uitgewerkt en alles wat niet belangrijk is is uitgehaald.
PROBLEEM 6
Leerdoelen:
1. Wat houdt ne bis in idem in en wat zijn de rechtsgevolgen daarvan?
2. Wanneer is sprake van hetzelfde feit?
3. Wat houdt samenloop in en wat zijn de rechtsgevolgen daarvan? Hoe wordt het feitsbegrip uitgelegd in
theorie en jurisprudentie?
Bronnen:
- C. Kelk & F. de Jong, Studieboek materieel strafrecht: H2 (p. 81-88 en 92-93)
- Waarborgen tegen meervoudige aansprakelijkheid voor ‘hetzelfde feit’, in: J. de Hullu, Materieel strafrecht,
p. 528-568 (Canvas)
- HR 15 februari 1932, NJ 1932/298 (Oude Kijk in ’t Jatstraat)
- HR 2 februari 1999, NJ 2000/174 (Meindert Tjoelker)
- HR 1 februari 2011, NJ 2011/394 (Ne bis in idem)
- HR 20 juni 2017, NJ 2019/111 (Eendaadse samenloop en voortgezette handeling)
LEERDOEL 1 WAT HOUDT NE BIS IN IDEM IN EN WAT ZIJN DE RECHTSGEVOLGEN
DAARVAN?
Art. 68 Sr: Behoudens de gevallen waarin rechterlijke uitspraken voor herziening vatbaar zijn, kan
niemand andermaal worden vervolgd wegens een feit waarover te zijnen aanzien bij gewijsde van
de rechter in Nederland, Aruba, Curaçao, Sint-Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint-
Eustatius en Saba onherroepelijk is beslist.
Ne bis in idem: niemand mag tweemaal voor hetzelfde feit worden vervolgd (art. 68 Sr)
• Klassiek beginsel
• Betreft alleen einduitspraken over het feit welke o.g.v. art. 352 Sv door de rechter worden
gegeven als evenzovele antwoorden op de vier vragen van art. 350 Sv
• Dus niet van toepassing op de beslissingen die overeenkomstig art. 349 Sv n.a.v. de formele
voorvragen van art. 348 Sv worden gegeven → dan kan wel weer worden vervolgd
• Verschillende grondslagen:
o Het voorkomen van dubbele aansprakelijkstelling en bestraffing
o Gezag van rechtelijke uitspraken (een definitieve rechtelijke uitspraak moet worden
aanvaard en procedures moeten worden afgesloten)
o Uitgangspunt voor een behoorlijke rechtspleging
o Processuele grondslag:
§ Consequentie van dubbele vervolging: niet-ontvankelijkheid OM
§ Door herziening (art. 457 e.v. Sv) ten nadele niet onomstreden (uitzondering):
ne bis in idem als uitgangspunt, niet als beginsel
• Bij herziening kan er dus wel opnieuw vervolgd worden (kan o.a. ten
voordele van de verdachte werken)
• Art. 68 Sr geldt ook in geval een feit is afgedaan via transactie met het OM (art. 74 Sr) of met
een strafbeschikking (art. 257a e.v. Sv), tenzij dit ongedaan zou worden gemaakt door het Hof
o.g.v. een klacht van een belanghebbende ex art. 12 Sv en er alsnog een vervolging en een
dagvaarding zou worden gelast.
1
, LEERDOEL 2 WANNEER IS SPRAKE VAN HETZELFDE FEIT?
Tot 1963 werd het vanzelfsprekend gevonden dat de interpretatie van één of meer feiten in de zin van
de samenloop volkomen gelijk op ging met de interpretatie van ‘hetzelfde feit’ in de zin van de ne bis
in idem-regel.
Joyriding II (niet verplicht)
• Feitsbegrip 55 en 57 Sr losgekoppeld van 68 Sr
• Twee cumulatieve vereisten
o Gelijktijdigheid van handelen (feitelijk criterium)
o Wezenlijke samenhang in handelen en schuld = gelijksoortigheid wetsbepalingen en
verwijt (juridisch criterium)
De omvang van het feitsbegrip van art. 68 Sr wordt medebepaald door de werking van art. 313 Sv.
• Die bepaling staat het de OvJ toe om tijdens het onderzoek ter terechtzitting de
tenlastelegging te wijzigen
o Hij mag de tenlastelegging echter niet zodanig wijzigen, dat zij een ander feit zou gaan
inhouden
o Het begrip ‘feit’ moet hier (o.g.v. art. 313 lid 2 Sv) op gelijke wijze worden uitgelegd als
in art. 68 Sr
o Het is vooral jurisprudentie m.b.t. art. 313 lid 2 Sv geweest die in de laatste jaren de
definitie van het feitsbegrip van art. 68 Sr in hoge mate heeft gecompliceerd (Meindert
Tjoelker)
Meindert Tjoelker: art. 287 en 141 lid 2 (3) Sr: zelfde feit?
• Juridisch aspect: zelfde feit bij voldoende verwantschap tussen delictsomschrijvingen, waarbij
strekking delictsomschrijving niet wezenlijk uiteen mag lopen
• Niet nodig: geheel gelijke strekking delictsomschrijving
HR 2 februari 1999, NJ 2000/174 (Meindert Tjoelker)
Feiten
- Meindert Tjoelker was in Leeuwaarden slachtoffer geworden van ‘zinloos geweld’
- In eerste instantie werd aan de daders ‘openlijke geweldpleging de dood ten gevolge
hebben’ ten laste gelegd (art. 141 Sr)
- De rechtbank achtte dit bewezen, maar veroordeelde tot relatief milde straffen
- Dit veroorzaakte grote maatschappelijke onrust, aangezien het voor de vele ooggetuigen
toch duidelijk was geweest dat Tjoelker moedwillig gemolesteerd was
- In hoger beroep besloot het OM derhalve te vragen of de tenlastelegging mocht worden
aangevuld, zodat aan de openlijke geweldpleging primair doodslag en subsidiair (zware)
mishandeling de dood ten gevolge hebbende vooraf zouden gaan
- Het cassatiemiddel houdt de klacht in dat het Hof dij de beslissing op vordering tot wijziging
van de tenlastelegging een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd, waardoor de
tenlastelegging als gevolg van de door het hof toegelaten wijziging niet langer hetzelfde feit
in de zin van art. 68 Sr inhoudt (r.o. 3.1)
Rechtsvraag
Wanneer ziet de wijziging van een delictsomschrijving in de zin van art. 313 Sv niet meer op hetzelfde
feit, waardoor zij niet meer mogelijk is?
Overwegingen
In het arrest van het hof ligt besloten dat het hof heeft gelet op de verwantschap tussen de
verschillende delictsomschrijvingen waarop de oorspronkelijke tenlastelegging en de wijziging
daarvan zijn toegesneden. Voorts ligt erin besloten dat de in die oorspronkelijke tenlastelegging en
de wijziging daarvan verweten gedragingen zijn begaan onder omstandigheden waaruit blijkt van
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aylinmali. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.