Beknopte samenvatting op basis van het boek R.J.N. Schlössels en S.E. Zijlstra, Bestuursrecht in de Sociale Rechtsstaat, deel 1 (2017). Samen gevoegd met de werkgroep uitwerkingen (stap voor stap uitgewerkt) en hoorcollege aantekeningen.
Leerdoelen:
Na bestudering van de voorgeschreven literatuur in week 7, en het volgen van het
hoorcollege en de werkgroep:
- Weet u welke eisen de Awb stelt voor een ontvankelijk bezwaar of beroep bij de
bestuursrechter;
- Kunt u omschrijven wat wordt bedoeld met toetsing ex tunc en ex nunc en kunt u
in een concreet geval beoordelen welke soort toetsing dient plaats te vinden;
- Kunt u omschrijven wat de grenzen van het geding zijn voor de bestuursrechter en
wat onder ‘ambtshalve aanvullen van de rechtsgronden’ wordt verstaan;
- Kunt u beoordelen of een bestuursrechter ambtshalve moet toetsen of aan een
bepaling van openbare orde is voldaan;
- Kunt u omschrijven welke vier uitspraakbevoegdheden de bestuursrechter heeft
ingevolge artikel 8:72 Awb en welke gevolgen elke uitspraakbevoegdheid met
zich brengt;
- Kunt u uitleggen wat wordt bedoeld met finale geschillenbeslechting en weet u
over welke mogelijkheden de bestuursrechter beschikt om een geschil finaal te
beslechten;
- Kunt u beoordelen of het relativiteitsvereiste (8:69a Awb) in de weg staat aan de
vernietiging van een besluit;
- Kunt u beoordelen bij welke rechter kan worden verzocht om schadevergoeding
in geval van een onrechtmatig genomen besluit en welke procedure hiertoe dient
te worden gevolgd.
1
,Schlössels en Zijlstra
Verbod op reformatio in peius
Het verbod op reformatio in peius houdt in dat het aanwenden van rechtsmiddelen zowel
in bezwaar als in hoger beroep in beginsel niet mag leiden tot een ongunstigere
rechtspositie voor de appellant (art. 8:69 lid 1 Awb). Het uitgangspunt van een
heroverweging ex nunc kan soms op gespannen voet staan met dit verbod. Als er beroep
wordt ingesteld tegen een belastend voorschrift bij een verleende vergunning, dan mag de
bestuursrechter in beginsel de vergunning niet vernietigen, aangezien het verbod van
reformatio in peius dan speelt. Echter, als de rechter ambtshalve constateert dat de
vergunning is verleend in strijd met het bestemmingsplan, dan kan hij deze vernietigen.
In een aantal gevallen is er geen sprake van reformatio in peius, ook al is er sprake van
een verslechtering van de rechtspositie van de appellant:
- Als verschillende belanghebbenden met tegengestelde belangen beroep in stellen,
maar eentje kan in het gelijk worden gesteld.
- Als de verslechtering van de rechtspositie, zoals beschreven hierboven, een
gevolg is van ambtshalve toetsing door de bestuursrechter.
- Als de bestuursrechter zelf in de zaak voorziet, omdat het bestuursorgaan door
nieuwe feiten het oorspronkelijke besluit in het nadeel van de appellant moet
wijzigen.
Verbod op ultra petita
Het uitgangspunt is dat de bestuursrechter bij zijn toetsing gebonden is, aan de inhoud
van het beroepschrift (art. 8:69 lid 1 Awb). De bestuursrechter dient het bestreden besluit
op rechtmatigheid te beoordelen voor zover de beroepsgronden daar aanleiding voor toe
geven. Het is hem niet toegestaan om buiten de omvang van het aan hem voorgelegde
geschil te treden, behoudens de toetsing aan de bepalingen van de openbare orde.
Ingevolge art. 8:69 lid 2 Awb moet de bestuursrechter ambtshalve de rechtsgronden aan
vullen. De aanvulling van de rechtsgronden ziet primair op de gronden die zijn
opgenomen in het beroepsschrift. Ingevolge art. 8:69 lid 3 Awb is de bestuursrechter
bevoegd tot aanvulling van de feiten. Mits binnen de context geschil en hoor- en
wederhoor blijven gerespecteerd wordt.
Toetsing van besluiten ex tunc
Het beginsel van ex tunc-toetsing is een kenmerk van het bestuursprocesrecht. Bij het
toetsen van een besluit moet de bestuursrechter rekenschap geven van het beslismoment
waarop het bevoegde orgaan dit tot stand bracht. De rechter toetst dus of het besluit
destijds rechtmatig was. De bestuursrechter mag bij deze toetsing rekening houden met
nieuw bewijs dat zie op feiten die al bestonden op tijdstip dat het besluit tot stand kwam.
Finaliteit, bestuur en rechter
Meestal is het geschil tussen appellant en bestuursorgaan na de uitspraak van de
bestuursrechter niet opgelost. De bestuursrechter toetst alleen het besluit, maar hij stelt
geen rechtspositie vast. Bijv. de bestuursrechter kan een vergunningenbesluit vernietigen,
maar hij kan niet zeggen dat de aanvrager geen recht heeft op een vergunning. In de
literatuur wordt wel gepleit voor een rechter die meer afstand neemt van de klassieke
2
,toetsingsbenadering. Hiervoor zijn ook enkele procesrechtelijke voorzieningen in het
leven geroepen zoals de bestuurlijke lus, gelegenheid bestuursorgaan fout herstellen.
Bezwaar en beroep
Afdeling 6.2 Awb behandelt procedureel getinte onderwerpen. Het gaat om de eisen
waaraan een bezwaar- of beroepsschrift moet voldoen, de beroepstermijn, de
doorzendverplichting, de gevolgen van het aanhangig zijn van bezwaar of beroep en de
beslissing op bezwaar en beroep.
Verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding
Als een bezwaar- of beroepschrift te vroeg of te laat wordt ingediend, dan is er in
beginsel sprake van niet-ontvankelijkheid. In art. 6:10 en 6:11 Awb worden hierop
uitzonderingen gemaakt. Moet sprake zijn van een situatie waarin niet kan worden
geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Als een belanghebbende na het
verstrijken van de termijn op de hoogte raakt van de mogelijkheid om bezwaar of beroep
in te stellen, zal hij dit zo spoedig mogelijk moeten instellen.
Uit vaste rechtspraak volgt dat indien er een onjuiste rechtsmiddelenclausule is toegepast,
waardoor de justiabele op het verkeerde been is gezet, verschoonbaarheid aan de orde is.
In situaties is het denkbaar dat door of namens het bestuur gerechtvaardigd vertrouwen is
gewekt dat na het verstrijken van de termijn nog bezwaar kan worden gemaakt.
Het relativiteitsvereiste
Dit vereiste beperkt de vernietigingsbevoegdheid van de bestuursrechter (art. 8:69a
Awb). De hoofdregel is dat een gegrond beroep leidt tot vernietiging van een bestreden
besluit (art. 8:72 lid 1 Awb). Het vereiste beperkt deze regel in die zin dat een
vernietiging achterwege moet blijven indien de bestuursrechter tot de conclusie komt dat
de geschonden geschreven of ongeschreven rechtsregel er kennelijk niet toe strekt de
belangen van degene die zich daarop beroept te beschermen.
Dicta
Ingevolge art. 8:70 Awb zijn de volgende dicta mogelijk:
- Onbevoegdverklaring van de bestuursrechter
- Niet-ontvankelijkheidverklaring van het beroep
- Ongegrondverklaring van het beroep
- Gegrondverklaring van het beroep
Als de bestuursrechter bevoegd is, maar geen inhoudelijk oordeel kan geven, dan volgt
een niet-ontvankelijkheidverklaring. Dit kan gebeuren als er niet voldaan wordt aan de
voorwaarden van afdeling 6.2 Awb of griffierechten niet zijn betaald. Ook als een
procesbelang afwezig is, wordt een beroep niet-ontvankelijk verklaard want een uitspraak
moet bereiken wat de appellant wil.
De bestuursrechter verklaart een beroep ongegrond als de aangevoerde gronden geen doel
treffen en er ook ambtshalve geen onrechtmatigheid van het besluit vastgesteld kan
worden. Ongegrondheid is een inhoudelijk oordeel.
Als een bestuursrechter een beroep gegrond verklaart, vernietigt hij het besluit geheel of
gedeeltelijk (art. 8:72 lid 1 Awb). Vernietiging en gegrondverklaring gaan dus samen. Als
de bestuursrechter een besluit vernietigt, kan hij bepalen dat de rechtsgevolgen geheel of
gedeeltelijk in stand blijven. Dit heet een gedektverklaring (art. 8:72 lid 3 sub a Awb).
3
,Zelf in de zaak voorzien
Ingevolge art. 8:72 lid 3 aanhef onder b Awb kan de bestuursrechter bepalen dat zijn
uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. De bestuursrechter voorziet dan
zelf in de zaak. Dit wordt gezien als effectieve en doelmatige geschilbeslechting, maar er
zitten wel grenzen aan met het oog op de trias politica en goede procesorde. Als de
bestuursrechter zelf in de zaak wil voorzien, dat moet de rechter de overtuiging hebben
dat het bestuursorgaan hetzelfde zou beslissen. Partijen kunnen de rechter ook vragen om
zelf in de zaak te voorzien. Dit zou bijvoorbeeld niet kunnen in gevallen waarin wordt
vernietigd, maar het bestuur duidelijk discretionaire ruimte heeft.
Sprongberoep
Het kan voorkomen dat binnen het bestuursrechtelijke stelsel van vernietigen en opnieuw
voorzien, na het doorlopen van twee rechtelijke instanties, het bestuursorgaan alsnog een
nieuw besluit moet nemen. Deze stapeling van feitelijke instanties kan inzake de eisen
van een tijdige en finale geschilbeslechting onnodig zijn. Er is daarom gekozen voor de
mogelijkheid tot een sprongberoep (art. 8:113 lid 2 Awb). Tegen het nieuwe besluit ter
uitvoering van de uitspraak van de hogerberoepsrechter behoeft niet eerst beroep in eerste
aanleg te worden ingesteld. Een feitelijke instantie volstaat dan.
Rechtsmacht in hoger beroep
Als hoofdregel geldt dat hoger beroep wordt ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak, tenzij tegen een uitspraak in eerste aanleg hoger beroep kan worden
ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, bij het College van Beroep voor het
bedrijfsleven of bij het gerechtshof (art. 8:105 Awb jo. hs. 4 Bevoegdheidsregeling
bestuursrechtspraak). Zie hier dan vooral art. 9, 10 en 11 van deze regeling.
Schadevergoeding
Lange tijd was de gedachte dat de burgerlijke rechter over schadevergoeding ging en de
bestuursrechter alleen kijkt of besluiten rechtmatig zijn. Principieel is hiermee gebroken
toen de bestuursrechter de bevoegdheid tot het uitspreken van schadevergoeding kreeg.
De burgerlijke rechter had echter moeite om afstand te doen van zijn bevoegdheid, de
wetgever greep in door artikel 8:88 Awb. De wetgever heeft dit artikel gekozen om de
bevoegdheid te beperken tot besluiten en daarmee samenhangende handelingen of het
achterwege blijven van handelingen.
Let op: lid 2 over het formele-connexiteitsvereiste. Het gaat hier om connexiteit tussen
schade die men vergoed wilt hebben en het besluit waardoor de schade is veroorzaakt of
waarmee het samenhangt. De bestuursrechter heeft geen bevoegdheid om
schadevergoeding uit te spreken als het gaat om besluiten waartegen geen beroep open
staat of onrechtmatige handelingen ter voorbereiding van dergelijke besluiten of het niet-
tijdig nemen van besluiten waartegen geen beroep open staat. Dit vereiste brengt dus met
zich mee dat de schadevergoeding zich niet los maakt van de ‘hoofdbevoegdheid’ die de
rechter heeft om besluiten te beoordelen.
Artikel 8:88 lid 1 sub a Awb: onder een ‘onrechtmatig besluit’ valt:
1. Een vernietigd besluit
2. Een in bezwaar of beroep herroepen besluit
3. Een (primair) besluit waarvan het bestuursorgaan de onrechtmatigheid heeft erkend
4
, Bevoegdheidsverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter (artikel 8:89 Awb). Er is
een compromis gemaakt om de bestuursrechter en burgerlijke rechter tegemoet te komen:
- Als het gaat om schadeclaims groter dan €25.000: burgerlijke rechter exclusief
bevoegd.
- Als het gaat om schadeclaims tot en met € 25.000: belanghebbende kan kiezen
tussen burgerlijke rechter en bestuursrechter (zie echter lid 3 en 4).
- Maar: in fiscale, sociale zekerheids- en ambtenarenzaken: bestuursrechter
exclusief bevoegd (lid 1).
De verzoekschriftprocedures (artikel 8:90 e.v. Awb). Dit is de manier waarop je
schadevergoeding kan krijgen:
- Rechter stelt zelf de rechtsbetrekking vast (zie ook artikel 8:95 Awb): hij
beoordeelt niet over het besluit, maar stelt zelf de eventuele hoogte van de
schadevergoeding vast.
- Eerst tot bestuursorgaan wenden (artikel 8:90 lid 2 Awb) en verzoek indienen.
Misschien komen betrokkene en het bestuursorgaan er samen uit, zo niet dan naar
verzoekschriftprocedure.
- Regels ‘gewone’ bestuursprocesrecht goeddeels van overeenkomstige toepassing
(artikel 8:94 Awb).
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnaLynn1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.